Na mijn in de eerste helft van 2018 gepubliceerde test van de uitzonderlijk goede Zanden 6000 geïntegreerde buizenversterker met passieve volumeregeling, richt ik in deze editie de schijnwerpers op de opmerkelijk veelzijdige 120 phonoversterker en de direct van de 6000 afgeleide 8120 stereo eindversterker met bijbehorende 3100 voortrap.
De hamvraag die daarbij met name bij de versterkers oprijst, is wat de meerwaarde is om nog eens € 10.330,- extra (exclusief de extra benodigde kabels) ten opzichte van de 6000 uit te geven. Om daar een eerlijk antwoord op te krijgen ga ik naast de verschillende mooie digitale bronnen, dit keer ook gebruik maken van de Zanden 120 phonotrap en een reeks mooie platenspelers.
De apparatuur van Zanden
De producten van deze door een aura van mystiek omgeven Japanse fabrikant zijn zonder meer bijzonder en afwijkend te noemen. Dat begint al met de doordachte eigenzinnige materiaalkeuze, de rigoureuze afschermingsmaatregelen van praktisch ieder gebruikt onderdeel en gaat verder met de inzet van gepatenteerde eigen schakelingen. Nog beter is dat dit uiteindelijk heeft geresulteerd in klankmatige eigenschappen die gelukkig nooit met de geldende trend van het audioseizoen meebuigen, maar juist hun wortels in de tastbare beleving van echte zangers en echte instrumenten in een echte akoestische ruimte hebben.
Een ander belangrijk verschil wat er direct aan is gerelateerd, komt voort doordat Zanden niet de zogenaamde ‘microphone feed’ als referentie of uitgangspunt neemt, maar meer streeft naar het bereiken van een (zeer) geloofwaardige auditieve ervaring. Hierbij wordt op knappe en intelligente wijze gewerkt met voor realiteitsweergave extreem belangrijke audioparameters, waaronder een gehoormatig(!) correcte tonale balans, geloofwaardige dynamische contrasten, zeer nauwkeurig tijd- en fasegedrag en het gevoel zelf in de opnameruimte bij de muzikanten aanwezig te zijn. Al deze parameters zorgen er gezamenlijk voor dat Zanden producten ‘anders’ klinken en vaak beter overeenkomen met wat je live waarneemt. Met name toegepast binnen een systeem wat serieus verantwoord is samengesteld en op correcte wijze staat opgesteld, vallen de reproductie tekortkomingen sneller dan gebruikelijk weg.
Model 3100
Hoe afwijkend Zanden als merk is, komt al meteen naar voren bij de eerste visuele indruk van de 3100 voorversterker. Het typerende materiaalgebruik (gepolijst RVS plaatwerk in combinatie met wit geparelstraald acryl) is onmiskenbaar voor een model uit de Modern Line en heeft naast een fraai voorkomen, vooral het doel de kwetsbare buizen en elektronicacomponenten af te schermen van externe stoorinvloeden.
De uit massief aluminium vervaardigde bedieningsorganen tonen daarbij strak en goed georganiseerd, waarbij de kleurige led indicaties (groen, geel of rood) de gekozen ingang of bedieningsstatus aangeven. Een leuk detail daarbij is dat de kleur groen bij alle Zanden producten door geestelijk vader Kazutoshi Yamada als ‘juist’ wordt ervaren. Wie deze kleur bij het aansluiten dan ook daadwerkelijk opvolgt, komt er indirect achter dat Yamada San zelf de 3100 de voorkeur heeft gegeven voor gebalanceerd aansluiten! Hoewel zeker niet overdreven compact is deze voortrap met zijn 39,8 cm breed, 10,3 cm hoog en 25,4 cm diep, wel wat minder groot dan de meeste concurrenten en zelfs wat minder breed dan de bijbehorende 8120 eindversterker. Daarbij is de lay-out van deze 9 kilo zware en gelukkig ook op afstand bedienbare buizenvoorversterker zoals het een echte Zanden betaamt, heerlijk ongecompliceerd.
Onder de viertal bedieningsorganen aan de voorzijde bevindt zich uiteraard ook de immer door Zanden gepropageerde druktoets voor het instellen van de correcte fase gerelateerd aan de gebruikte opnametechniek. Ik haal dit hier bewust aan omdat deze mogelijkheid soms ook bij andere merken aanwezig is, maar zelden zo effectief hoorbaar kan worden gemaakt als bij de producten van deze Japanse high-end fabrikant. De uit hetzelfde witte half doorzichtige acryl vervaardigde afstandsbediening, is er gelukkig één van de betere soort. Zo zijn de druktoetsen vervaardigd van een harde kunststof en voorzien van een precies drukpunt, terwijl aanvullend kleurgebruik het geheel extra overzicht meegeeft.
Opgeruimd geheel
Wanneer ik de acht schroeven van het roestvrijstalen bovenpaneel verwijder om het inwendige te bekijken, wordt een mooi strak opgebouwd binnenwerk zichtbaar waarbij meteen de mysterieuze grijze Pulshut vezels van de Japanse fabrikant Asahi Kasei opvallen. Met name omdat vrijwel ieder component al is het nog zo klein, met dit textielachtige materiaal is ingepakt. Dit in nauwe samenwerking met Zanden geoptimaliseerde materiaal, biedt vergaande onderdrukking van hoogfrequente stoorgeluiden en zorgt samen met de ‘kooi’ van roestvaststaal rond de elektronica, mede voor de enorme rust en de opmerkelijk hoge en fijnzinnige resolutie.
Zoals het een Zanden ontwerp betaamt, maakt ook de 3100 voorversterker gebruik van buizen (2x 5687WB) in een authentieke en eigenzinnige schakeling met vaste bias instelling. Daarbij is de voortrap voorzien van een buizen gelijkrichter, hoogwaardige eigenontwerp uitgangstransformatoren, een grote R-Core voedingstrafo en zorgt het ontbreken van negatieve tegenkoppeling voor een maximaal vrije en ongeremde weergave. Wanneer ik het apparaat 180 graden draai, valt het grote aansluitveld wat compleet is uitgevoerd met de eveneens verzonken connectoren van het merk Canare in positieve zin op. En er valt ook veel te zeggen voor hun brede overlappende rand, waardoor een veel stabieler geheel ontstaat dan bij traditioneel gestileerde aansluitingen.
Heel prettig voor gebruikers die van meerdere eindversterkers gebruik willen maken, is dat de 3100 over dubbele uitgangen in beide aansluittypes (RCA en XLR) beschikt. Een extra aardeaansluiting, triggermogelijkheden om de apparaten simultaan in- of uit te schakelen en een euronetstekker connector completeren tenslotte het stijlvolle totaalgeheel.
Model 8120
Doordat ik weet dat de 8120 stereo buizen eindversterker rechtstreeks van de 6000 geïntegreerde versterker is afgeleid, komt het niet als een verrassing dat beiden een zeer nauwe verwantschap tonen. Natuurlijk zijn aan de voorzijde alle bedieningsorganen op de aan/stand-by schakelaar na verdwenen. Maar dat de achterzijde desondanks nog steeds zo goed is gevuld, komt toch wel als een verrassing. Om te beginnen wordt hun plaats ingenomen door een dubbel paar ingangen. Eén paar RCA en een paar XLR. Ook de keuzeschakelaar die schakelt tussen een 4 of 8 Ohm luidsprekerimpedantie bij de 6000, blijkt op de 8120 te zijn vervangen door een groter aantal afzonderlijke (WBT Topline) luidsprekeraansluitingen.
Ook verschillend is de toevoeging van een extra aarde aansluiting, en dezelfde trigger in- en uitgangen die ook op de 3100 voorversterker zijn te vinden. Net als bij de geïntegreerde 6000 versterker, vind ik ook de vormgeving en constructie van deze eindversterker een prachtige symbiose tussen robuustheid en Japanse fijnzinnigheid. Maar let verder vooral ook op, want het apparaat is met buitenmaten van 42,6 cm breed, 30,8 cm hoog 37,9 cm diep en een gewicht van 46,2 kilo, toch een stuk groter en vooral veel zwaarder dan je op het eerste gezicht zou vermoeden.
Onder de kap
Doordat de buizen in de 8120 eindversterker in tegenstelling tot de meeste andere ‘open’ buizenversterkers door een gebogen gepolijste RVS kap aan het oog worden onttrokken, merk ik dat de meeste bezoekers in eerste instantie vermoeden dat het om een ‘gewoon’ transistorontwerp gaat. Een constatering dat zeker ook te maken heeft met de strakke en neutrale klankmatige presentatie die maar weinig met het traditioneel klassieke buizengeluid van doen heeft. Toch zijn zeker bij een ingeschakelde versterker in een niet al te helverlichte ruimte, de vier KT120 eindbuizen vrij goed door de talloze ventilatiesleuven zichtbaar. Gezamenlijk leveren deze eindbuizen in een push-pull klasse A/B schakeling met vast ingesteld bias, 100 Watt per kanaal.
Wanneer de zestien(!) gepolijste RVS M3 boutjes na het nodige schroefwerk zijn verwijderd en de kap van het onderliggende eveneens gepolijste frame is afgetild, zijn de overeenkomsten met de 6000 geïntegreerde versterker uitermate groot. Niet zo vreemd wanneer u beseft dat laatstgenoemde feitelijk een stereo eindversterker is met toegevoegde ingangen en een passieve volumeregelaar. Zoals bij ieder Zanden product zit ook deze 8120 weer boordevol inspanningen om de signaalweg verder te vereenvoudigen. Daarbij is het zelfs gelukt verschillende delen van de versterkertrappen samen te voegen (patent 5912585) zonder opnieuw weer andere nadelige gevolgen te introduceren. De 8120 eindversterker bezit tenslotte net als de 3100 voorversterker, een geheel gebalanceerde opbouw, minimale tegenkoppeling en uiteraard de driedubbele Pulshutvezel afscherming rond alle kritische delen.
Model 120
Mogelijk komt het doordat de 120 phonoversterker de meest recente ontwikkeling van deze naar perfectie strevende fabrikant is. Maar al snel blijkt dat dit analoge regelstation toch een wat vreemde eend in de Zanden bijt is. Een gegeven wat niet alleen wordt veroorzaakt door de opmerkelijk compacte afmetingen, maar ook vanwege het feit dat dit momenteel het enige product van Zanden is wat van transistoren gebruikmaakt en dus niet met buizen werkt. Een keuze die mede te maken heeft met het feit dat ontwerper Yamada behalve buizen ook weet hoe hij transistoren op de juiste wijze moet implementeren, maar vooral ten grondslag heeft gelegen om een topkwaliteit phonotrap voor meer mensen bereikbaar te maken.
Zoals het een echte Zanden betaamt, oogt ook hier de voorzijde overzichtelijk en opgeruimd, met wederom slechts vier bedieningsorganen in totaal. De twee druktoetsen bedienen daarbij de aan/stand-by en absolute fase functies, terwijl bij de twee draairegelaars naast de keuze van twee MC-elementen met een afzonderlijk in te stellen hoge (470 Ohm) of lage (36 Ohm) ingangsimpedantie, ook een exemplaar toegang biedt tot 5 (!) te selecteren EQ-curven. Waarover straks meer. Zoals ik inmiddels bij dit perfectionistische merk gewend ben, blijkt ook deze 120 weer een feest voor het oog te zijn. De opbouw is zeer netjes en overzichtelijk en veel van de gebruikte onderdelen stammen uit eigen keuken en worden bovendien streng geselecteerd. Behalve de veel minder ruimte innemende transistoren, word nu nog meteen duidelijk waarom het apparaat zo compact uit kan vallen. Want wat hier duidelijk ontbreekt is de complete voeding! Uiteraard hoef ik daar niet lang naar te zoeken en blijkt dit gedeelte wederom in een fraaie Zanden typische gepolijste RVS behuizing te zijn ondergebracht. Een zeer goede oplossing in met name een phonoversterker, waar toch al met zeer lage en storingsgevoelige signaalspanningen moet worden omgegaan.
Het nut van de verschillende EQ-curven
Hoewel het bekend is dat mono-lp’s uit het pre-stereo-tijdperk variëren in de gebruikte EQ-curven, is het veel minder bekend dat ook na de RIAA-standaardisatie in 1954, talloze labels nog steeds hun eigen curven zijn blijven gebruiken. Tijdens het door de jaren heen beluisteren van zijn enorme verzameling stereo lp’s, ontdekte Yamada uiteindelijk dat er opvallend weinig exemplaren waren die daadwerkelijk waren opgenomen met de standaard RIAA-correctie. Daardoor schreef hij in een uitwisseling van e-mails dat het gewoonweg onmogelijk is om high-fidelity-reproductie van de meeste stereo-lp’s te bereiken met alleen maar RIAA-equalisatie. Vanwege de beperkingen van het medium, is het altijd zo geweest dat tijdens het snijden laagfrequenties moesten worden afgesneden en hoge frequenties moesten worden versterkt en omgekeerd tijdens het afspelen, om de gehele audioband op een lp weer te geven.
De mate van versterken van deze frequenties is echter label afhankelijk gebleken. Zo kunnen lp’s van Philips bijvoorbeeld van de RIAA-curve gebruikmaken, terwijl platen van Deutsche Grammophon, Capitol, Angel, EMI, Decca/London en Columbia, allemaal hun eigen specifieke EQ-curven vereisen om het beste te klinken. In het ideale geval resulteert een juiste EQ in een vlakke frequentierespons bij het afspelen. Nauwkeurige fase is ook belangrijk. Onjuiste EQ kan een lp-geluid piekachtig, uitgewassen of anderszins spectraal ongebalanceerd maken. Yamada stelt dat daardoor een phonotrap die alleen maar de RIAA curve kan weergeven, niet is te vergelijken met een exemplaar wat een uitgebreidere keuze kan bieden. De hoofdreden van de ontwikkeling van de 120 was om vinylliefhebbers op een meer betaalbare manier de gelegenheid te bieden om de werkelijke emotionele impact en het volledige potentieel van hun stereo vinylcollecties te ervaren.
Voorbereidingen
Door het toevoegen van een phonotrap was het dit keer ook zaak om de digitale bronnen uit te breiden met enkele fraaie en zeer hoogwaardige platenspelers. Normaliter speel ik zelf niet met analoge bronnen, maar uiteraard heb ik wel vaak aan den lijve meegemaakt dat ook vinylweergave enorm goed kan presteren. Uiteindelijk ben ik met medewerking van Marco de Wilde van Music2 en Rick Paap van Dynamic Solutions uitgekomen bij een tweetal heel verschillende platenspeler/arm/elementcombinaties. Uiteraard zijn er nog veel meer mooie combinaties te maken die heel goed zouden kunnen voldoen, maar je moet nu eenmaal op een gegeven moment keuzes maken.
Luisteren 1
Na het op de juiste plaats manoeuvreren van met name de loodzware 8120 eindversterker, het aansluiten van in dit geval gebalanceerde AudioQuest Fire interlinks (gebalanceerd presteert het beste bij dit duo) en het inschakelen, heerst weer meteen dezelfde weldadige rust zoals ik ook van mijn 6000 herken. Hier dus geen mechanische trafo brom, geen ruisen en ook geen zoemen. Alleen met het oor tegen de luidsprekerunits is in de verte nog iets van deze elementen te horen. Doordat ik in deze eerste sessie nog alleen met digitale bronnen speel en ook de afstandsbediening sterke overeenkomsten met die van mijn eigen versterker heeft, lijkt er ogenschijnlijk bijna niets te zijn veranderd. Eigenlijk kan dat ook bijna niet, want de 6000 en 8120 zijn immers verregaand gelijk? Al bij de eerste klanken van de inmiddels goed opgewarmde versterker set hoor ik echter dat dit maar deels het geval is. Want waar de 6000 ontzettend puur, natuurlijk, ‘echt’ en tastbaar klinkt, hoor ik bij de 3100/8120 combinatie meer een ietwat rijker afgestemde klankbalans.
In het stereobeeld zijn qua diepte en breedte afbeelding subtiele verschillen hoorbaar en heeft de 8120 een meer nadrukkelijke kracht. Het zijn geen schokkende verschillen en Zanden blijft Zanden, maar het zijn wel verschillen die voor eenieder zeer duidelijk waarneembaar zijn. Het bredere stereobeeld lijkt in eerste instantie te kunnen worden verklaard doordat de 6000 single ended wordt aangesloten en de 3100/8120 beter gebalanceerd klinkt. Maar wanneer ik de 3100 voorversterker in plaats van de test 8120 ook gebalanceerd op het eindversterkerdeel van de 6000 aansluit, blijkt die vlieger toch niet helemaal op te gaan.
Zelfde opbouw, toch verschillend
Want terwijl ik altijd heb gedacht dat beide modellen onderhuids hetzelfde zijn opgebouwd, blijken beide eindversterkergedeelten in mindere mate dezelfde soort verschillen te laten horen als tussen de 3100 voorversterker en de passieve sectie in de 6000! Er is dus meer aan de hand, waarbij de 8120 volgens het meest waarschijnlijk scenario wat anders is ‘gevoiced’. In dit geval is er geen goed of slecht maar is het vooral zaak om te kiezen voor hetgeen het beste bij uw eigen beleving en systeem past. Ook kan het zijn dat u de hogere gain van de voortrap nodig heeft omdat uw (analoge) bron een lagere uitgangsspaning afgeeft, of uw luidsprekers een lager rendement bezitten.
Muzikale voorbeelden
Weergave eigenschappen ‘droog’ omschrijven is één, maar wat gebeurd er als ik het 3100/8120 duo in ga zetten voor mijn dagelijks portie muziek genieten? Ik weet niet hoe u zelf dit soort dingen ervaart, maar voor mij vraagt alles wat anders is dan waar je normaliter aan gewend bent, een bepaalde gewenningsperiode. In het begin hoor je vooral de pluspunten, terwijl na langere tijd de mindere aspecten steeds duidelijker naar voren komen. Eén van de meest bijzondere aspecten van Zanden, is dat het door bijna iedere gebruiker andersom wordt ervaren! In het begin kun je daardoor mogelijk het spectaculaire en zelfs de artefacten van je oudere of andere spullen missen en kan de perceptie variëren van natuurlijk, normaal tot zelfs mogelijk wat saai. Maar hoe langer je er mee samenleeft, des te sterker blijft de indruk achter dat dit werkelijk heel erg goed is en er opvallend goed in slaagt de emotionele boodschap binnen de muziek op de luisteraar over te brengen.
Een indruk die nog verder wordt versterkt wanneer u regelmatig (akoestische) live concerten bezoekt. Een album dat misschien wel meer dan alle anderen de unieke Zanden kwaliteiten voor het voetlicht kan brengen, is het gloednieuwe trptk album The Collectors. Pianiste Eke Simons op de indrukwekkend fraaie Fiazioli ‘grand piano’ en percussionist Konstantyn Napolov, vertolken hier twee glansrollen. Daarbij worden de werken van vier moderne klassieke componisten in prachtig muzikaal sprankelend daglicht presenterend. Buiten de nuchtere constatering dat deze opname van referentieniveau is en haarfijn aantoont welk hoog niveau digitaal inmiddels heeft bereikt, zijn het ook deze Zanden versterkers die aspecten als sonoriteit, dynamische contrasten, oplossend vermogen, fijnzinnigheid, uitklinken en natuurlijke schoonheid een nieuwe invulling binnen hun prijsklasse weten te geven. Zelfs de buitengewoon krachtige dynamiekerupties van meer dan 80 dB(!), brengt dit versterker duo ook op realistisch niveau geen moment in de problemen. Daarbij is geen moment compressie hoorbaar, ontbreekt iedere hardheid, is de weergave zowel kleurrijk als transparant en wordt de weergave zeker ook als ‘snel’ ervaren.
Na The Collectors is het tijd voor letterlijk het tegenovergestelde en betreedt de Amerikaanse folkrock zanger Jack Johnson met zijn album ‘Sleep through the static’ de muzikale arena. In plaats van groots uitgemeten is het hier integere intimiteit die de klok slaat, akoestisch in een theater maakt plaats voor een droge studio en ga maar door. Met het super swingende Go on en het funky Losing keys zet Jack meteen de toon, waarbij de 3100/8120 combinatie de energiestroom volledig ongehinderd aan de luisteraar overbrengt. Het diepe laag grommend en gedefinieerd, de gitaaraanslagen puntig en vol kleur en de boodschap achter zijn warme stem emotioneel voelbaar. Wat wil een muziekliefhebber nog meer?
Luisteren 2
Na bovenstaand digitaal geweld, wordt het tijd om mij in de compleet andere wereld te begeven. De analoge wereld welteverstaan. Een fenomeen wat ik meteen weer aan den lijve meemaak bij het opstellen en afregelen van beide draaitafels. Zorgt cd met zijn fysieke medium en handelingen al voor een bepaalde vorm van onthaasting, bij analoog is dit nog veel meer het geval. Je draait ook meteen veel minder de enkele ‘beste’ nummers van een bepaald album, maar veel meer het totaal. Om de Zanden Model 120 phonoversterker op de juiste waarde te kunnen schatten, maar ik ter vergelijking ook gebruik van de veel duurdere Van den Hul The Grail SB en Audio Research Reference Phono 3. Twee prachtige phonotrappen die dermate veel fijnzinnige inregelmogelijkheden bieden waardoor ieder element maximaal kan presteren.
De 120 heeft daarentegen slechts twee impedantie keuzemogelijkheden (hoog en laag), maar dan weer wel te kiezen EQ-curven. Doordat mijn eigen platenverzameling al vele jaren niet meer is ‘bijgewerkt’, leen ik bij vrienden en kennissen vooral albums die ikzelf op cd heb en daardoor zowel qua opname als muzikale boodschap heel goed ken. Eén daarvan is het prachtige album ‘Covered ‘van het Duitse (maar Engelstalig zingende) duo Friend ’n Fellow. Zoals de naam het al zegt gaat het hier om covers, maar dan in een heel eigen jasje. Grappig is dat ik door een eerdere analoge test met dit album in aanraking ben gekomen, waarna ik het op cd heb gekocht! Jawel, ik ben een echte ‘digitale gast’.
Terug nu naar de lp waarbij de soulvolle zang van Constanze Friend en de swingende gitaar van Thomas Fellow niet alleen op beide topplatenspelers wezenlijk anders, maar ook op beide phonotrappen substantieel anders klinkt. Met de verschillen tussen beide platenspelers (Dr. Feickert Fireblade met vd Hul Colibri - XGW Signature, EAT C-Sharp met Ortofon Quintet black) zal ik u hier niet gaan vermoeien, maar wel werd al snel duidelijk dat de Zanden 120 over dezelfde genen beschikt als zijn versterkende buizenbroers. Dus meteen weer een opvallende puurheid, coherentie en een soort van muzikaal gevoel wat echter nooit de accuratesse in de weg zit.
Beperkte impedantiekeuze
Analoog kun je nooit direct met digitaal vergelijken en dat ga ik hier dan ook niet doen, maar wel interessant is het vergelijk met de andere hier logerende phonoversterkers. Die ervaring leert mij dat de mogelijkheid voor enkel een hoge of lage impedantiekeuze, wat mij betreft toch wat krap is gekozen. Het gaat wel, maar ik vind het vrij grof. Uiteraard kunt u hier rekening mee houden bij de aanschaf van een nieuw element, maar bij een bestaand element is het proefondervindelijk uitproberen.
Een echte toegevoegde waarde blijkt al snel de EQ-Curven knop te zijn. Ik vind nogmaals niet dat dit de beperkte impedantie instelmogelijkheid helemaal goed maakt, maar het heeft weldegelijk zin! Terwijl ik van Zanden een lijst heb ontvangen welke albums op welke EQ zouden moeten staan, is het ook leuk om er zelf mee aan de slag te gaan. En warempel zorgt het in verschillende gevallen voor een duidelijk meer natuurlijke perceptie en daardoor ook voor een vergroot luisterplezier. Om tenslotte glorieus af te sluiten draai ik nog een flink aantal direct to disc lp’s of oeps vinyl heet dat tegenwoordig, van het prachtige Amerikaanse Sheffield lab label. Achtereenvolgens vlij ik met veel aandacht en zorg ‘Lincoln Mayorga & distinguiseshed Colleagues volume III’, Amanda Mc Broom met ‘Growing up in Hollywood Tow’n, The Sheffield Drum & Track Record en de meest moderne opname van het stel, James Newton Howard & Friends op beide matten en… wauw! Wat een analoge glorie en ‘ouderwets’ technologische overmacht zeg!
Voor eenieder die denkt dat alleen maar met digitaal grote dynamische contrasten kan worden weergegeven, is deze zeggingskracht, impact en klankkleurpanorama een echte ‘eye opener’. Ook de transiënten zijn prachtig gestoken en het gevoel daadwerkelijk in de studio aanwezig te zijn is enorm groot. Wanneer de laatste klanken tenslotte uitsterven en de muzikale rook langzaam optrekt, zit ik bijna met ongeloof naar die kleine Zanden 120 te kijken. O ja, de duurdere Van den Hul en nog kostbaardere Audio Research gaan op verschillende aspecten nog wat verder. Maar kijk ik naar prijs/prestatieverhouding en vooral de gave om de eerdergenoemde typische Zanden eigenschappen uit te dragen, dan is dit gewoon een prachtig kleinood wat veel analoog liefhebbers in vervoering zal kunnen brengen.
Conclusie
Nu deze zeer uitgebreide test aan zijn einde is gekomen, besef ik dat hiermee zo’n beetje alle ontwerpkwaliteiten van audiogenie Kazutoshi Yamada aan bod zijn gekomen. Zo worden buizen in de bijzondere gepatenteerde schakelingen in de 3100 voor- en 8120 eindversterker toegepast, terwijl bij de 120 phonotrap juist van transistoren in wederom een afwijkende schakeling gebruik wordt gemaakt. Het mooie daarvan is dat alle producten van deze fabrikant hetzelfde gehoormatige doel hebben en dat is een combinatie van audiofiele parameters zoals realisme, lage kleuring/geen typisch buizengeluid, snelheid, transparantie, stabiliteit, accuraat tijd- en fasegedrag, 3D stereobeeld, etc, maar dan zo met elkaar geïntegreerd dat je er nooit bewust van wordt en vooral de muziek te allen tijde de hoofdrol blijft spelen!
Zanden Model 3100 € 12.490,-
Zanden Model 8120 € 21.490,-
Zanden Model 120 € 7.690,-
Harmony Audio Import
Tel: +31(0)6-53354337
E-mail: info@harmonyaudioimport.com
www.harmonyaudioimport.com