Het is alweer even geleden dat ik apparatuur van Denon in huis had voor een recensie. En het is zelfs nog nooit voorgekomen dat ik een versterker én een (sa)cd-speler van dit eerbiedwaardige Japanse merk tegelijk in huis had. En toch stonden ze daar dan vrij plotseling: de PMA-2500NE versterker en de bijbehorende DSD-2500NE speler. In prachtig geborsteld premium aluminium, met een gezamenlijk gewicht van een kilootje of 40.
Niet dat het gewicht op zich iets zegt over de geluidskwaliteit, maar het geeft wel aan dat we hier met serieuze spullen te maken hebben. Dit is de absolute top in het huidige Denon-aanbod. De 2500NE serie volgt de succesvolle en langlopende 2000-serie op, die in de laatste incarnatie 2020AE heette. De lettercombinaties die Denon aan de typenummers toevoegt zeggen iets over wat ze zelf van de nieuwe apparaten vinden. Bij de vorige serie(s) stond AE voor ‘Advanced Evolution’, een gevorderde evolutie van het oorspronkelijke ontwerp. Waarbij de jongere generaties inmiddels zo ver waren doorontwikkeld dat er weinig van de originele ontwerpen meer in terug te vinden was. Met de nieuwe 2500 serie wil Denon tot uitdrukking brengen dat ze een nieuwe weg ingeslagen zijn, dat er een nieuw tijdperk aangebroken is. Een ‘New Era’, en daar hebben we dan de afkorting NE in de typenummers mee verklaard. Wat er nieuw is aan die weg? Dat is vooral gemakkelijk te verklaren bij de versterker, de PMA-2500NE, wat voor zover mijn geheugen me niet in de steek laat de eerste geïntegreerde versterker van Denon is met een volledige audiofiele da-converter aan boord.
PMA-2500NE - nader bekeken
Het is een beetje oneerbiedig om een apparaat dat, toen het eenmaal op mijn hifi meubel was geplaatst, zo sierlijk oogt een bakbeest te noemen, maar bij het uit de doos tillen heb ik toch echt even wat krachttermen moeten ventileren. Groot en zwaar is hij, dik 25 kilo, en dat zit hem voornamelijk in de enorm solide behuizing en de twee forse voedingstrafo’s. Die dubbele trafo zorgt voor een gescheiden voeding van de (dubbel mono opgebouwde) analoge en digitale circuits, en de versterker levert in combinatie met de eveneens flinke voedingsbuffer een solide 2 x 80 Watt aan 8 Ohm. Dat lijkt niet zo indrukwekkend, maar dat vermogen verdubbelt naar 2 x 160 Watt aan 4 Ohm. Dan weet je dat er waarschijnlijk reserve genoeg is om zelfs pieken van rond de halve kilowatt te leveren. En dat heeft niks met loeihard draaien te maken, maar alles met totaal ontspannen en ‘met twee vingers in de neus’ versterken op normale luisterniveaus. Ik zal daar straks nog op terugkomen, want dat hoor je dus echt terug in de geluidskwaliteit.
Het frontpaneel heeft een enorme centrale volumeknop. Daar moest ik even aan wennen, maar hij voelt ongelooflijk solide aan en bedient zowel handmatig als via de prettig in de hand liggende en logisch ingedeelde afstandsbediening zéér soepel en trefzeker. Toch moet ik hier mijn eerste (milde) kritiekpuntje maken. De ‘schaalverdeling’ van het volume had van mij wel wat ruimer gemogen. Aan mijn toch niet bovenmatig gevoelige luidsprekers (89dB bij 2,83W/1m) was het volume op de stand ‘tien voor’ al fors, en rond ‘twaalf uur’ tikte de dB-meter bij luid gemasterde muziek regelmatig de 100dB aan. Ik weet dat fabrikanten deze schaalverdeling vaak gebruiken om de indruk van eindeloze vermogensreserve te wekken, maar als je dat bij wijze van spreke van nature al hebt, zoals in deze superkrachtig gevoede versterker, dan mag je als fabrikant wat mij betreft best voor een wat ruimer instelbereik kiezen. Dat is ook nog eens beter voor een gelijkmatige slijtage van de geleidende banen in de volumepotmeter.
Rechts naast de volumeknop zit een klein maar goed afleesbaar display dat behalve de gekozen ingang ook kort een veranderde status van de versterker aangeeft. Zo waarschuwt het scherm je via een countdown voor de aanstaande ‘Power Off’ als er een tijdje geen signaal is gedetecteerd. Dat is tegenwoordig een verplicht nummer om een CE-keurmerk te krijgen, maar als je deze functie niet wil is hij eenvoudig uit te schakelen door op de afstandsbediening de aan/uit knop van de versterker vijf seconden ingedrukt te houden. En dat heb ik na de eerste keer automatisch uitschakelen ook meteen gedaan, want hoewel ik het milieu een buitengewoon warm hart toedraag vind ik het ook jammer dat Denon ervoor gekozen heeft om niet voor een ‘wake on signal’ functie te kiezen die de versterker automatisch inschakelt als er weer signaal komt. Je moet altijd de afstandsbediening gebruiken om hem weer aan te zetten. Niet héél lastig, maar ik ben er ook geen groot fan van.
Uiterst rechts zit een oneindig ronddraaiende knop voor het instellen van de ingang, die afhankelijk van de gekozen Analog Mode ook de digitale ingangen toont, of dus niet. Die Analog Mode stel je met een drukknopje links naast de volumeknop in. Er zijn drie standen: off, 1 en 2. Off spreekt voor zich, dan zie je alle ingangen, dus ook de digitale. In stand 1 sluit je het digitale gedeelte in de versterker af, om elke mogelijke vorm van hoogfrequente storing te voorkomen, en in stand 2 schakel je dan ook nog het display uit. Omdat ik zowel analoge als digitale bronnen gebruik heb ik goed geluisterd of ik verschil hoorde, want ik hou er niet van om voortdurend aan die omschakeling te moeten denken als ik een plaat wil draaien, maar de eerlijkheid gebied me te zeggen dat de (zeer) kleine toename in ruimtelijkheid die ik meende te horen ook suggestie kan zijn geweest. Maar het is (inderdaad) alleen al het idee van zo puur mogelijk luisteren dat het gebruik ervan tóch aantrekkelijk maakt. De toonregeling en balans zijn met de Pure Direct knop uit te schakelen. Uiterst links zit dan nog een prima hoofdtelefoonuitgang die mijn AudioQuest NightHawk van een levendig geluid voorzag.
In- en uitgangen
Aan de achterkant vinden we vlak naast de euro-stroomentree twee paar stereo luidsprekerklemmen, maar dat is geen traditioneel A en B paar die apart te schakelen zijn. Het B-paar staat in principe altijd aan en dient voor bi-wiring. Ik heb die mogelijkheid niet uitgeprobeerd omdat mijn luidsprekerkabels er niet geschikt voor zijn. Het aantal analoge ingangen is relatief beperkt. Een externe pre-ingang dient vooral om de PMA-2500NE als stereo-eindversterker op te nemen in een meerkanaals systeem, waarbij hij de hoofdluidsprekers aanstuurt. Dan zijn er - voor liefhebbers die nog cassettedecks of spoelenrecorders gebruiken - een tape in- en uitgang, een Aux en een Network ingang (voor een netwerkspeler, vermoed ik) en een zwaarder uitgevoerde cd- en phono-ingang. Als je geen platenspeler gebruikt laat je de meegeleverde sluitkappen op de rca-chassisdelen van de phono ingang zitten. De phonotrap is omschakelaar van MM naar MC en gebruikt vaste standaardwaardes die met veel moderne elementen redelijk goed zullen presteren. Voor MM heb je een nominale ingangsgevoeligheid van 2,5mV bij een afsluitweerstand van 47kΩ, en voor MC is de nominale ingangsgevoeligheid 200uV bij een afsluitweerstand van 100Ω. Beide ingangen hebben een ruime headroom zodat de kans op oversturing nihil is.
PMA-2500NE - digitaal
Het digitale circuit in de PMA-2500NE werkt volgens Denon’s eigen AL32 Processing Plus proces, dat PCM-signalen tot 32bit/384kHz kan verwerken. Voor signalen met een lagere bit- en samplingrate wordt upsampling toegepast, waarbij in eigen huis ontwikkelde interpolatie-algoritmes voor een zéér nauwkeurig digitaal signaal zorgen. Er zijn twee coaxiale ingangen en twee optische (Toslink) ingangen voorhanden, en ook een USB-B 2.0 ingang die PCM signalen met een resolutie van 32/384 aankan, maar tevens geschikt is voor DSD in enkele en dubbele resolutie. De USB input werkt asynchroon en is galvanisch gescheiden, voor een zo laag mogelijke invloed van stoorsignalen en jitter. Daarbij helpt ook dat het hele digitale circuit wordt aangestuurd door een centrale masterclock die direct naast de ingang van de Texas Instruments PCM1795 DAC chip zit. Dit is overigens dezelfde DAC-chip als in de DCD-2500NE, dus dat levert al meteen een interessant luistervergelijk op.
DCD-2500NE
Je zou kunnen zeggen dat het anno 2016, tussen al het streaming-geweld, dapper is als een fabrikant nog een (sa)cd-speler op de markt brengt, maar dat geldt wat mij betreft eerder voor de lagere prijsklasse dan voor de klasse waarin deze DCD-2500NE thuishoort. Er zijn nog veel ‘streaming-resistente’ muziekliefhebbers die een forse collectie schijfjes hebben en voor hen is deze speler dan ook bedoeld.
De constructie is, net als bij de PMA-2500NE, zó hoogwaardig en de toegepaste technologie is zó uitgekristalliseerd dat dit voor veel mensen wel eens de laatste speler kan zijn die ze nog aanschaffen. Het Advanced S.V.H. (Suppress Vibration Hybrid) loopwerk is buitengewoon degelijk van constructie en zwaar gedempt, om zoveel mogelijk resonanties uit te sluiten. Die kunnen de aflezing namelijk negatief beïnvloeden. De AL32 Processing Plus digitale signaalverwerking zorgt bij een PCM signaal vanaf cd voor een uiterst gelijkmatig en nauwkeurig ge-upsampled signaal, terwijl de TI PCM1795 DAC chip het uiterst nauwkeurige master-clock signaal en de weergave van DSD signalen vanaf super audio cd voor zijn rekening neemt. Ook in de DCD-2500NE hebben het analoge en het digitale deel elk een eigen voeding.
Aan de achterzijde van de speler vind je behalve de euro-stroomentree een enkele analoge stereo-uitgang en ook nog een coaxiale en optische (Toslink) digitale uitgang. Digitale ingangen zijn er niet, deze speler is dus niet als externe DA-converter te gebruiken om een bestaand (streaming)systeem op te waarderen. Daar heb je dus de bijpassende PMA-2500NE voor nodig. Logisch eigenlijk, al zullen sommige mensen het jammer vinden.