Toen importeur Viertron mij vroeg om uit hun uitgebreide aanbod een apparaat te kiezen voor een recensie, wilde ik graag eens een Musical Fidelity versterker aan de tand voelen. Het is de M3si geworden die de afgelopen weken heeft staan spelen. Waarbij mijn oog steeds werd getrokken naar het fraaie, stilistisch vormgegeven front met de bescheiden LED’s die gelukkig eens niet de hele kamer in het blauwe licht zetten. Als kind kreeg ik vaak de wijze raad mee dat je van een mooi bord niet kunt eten, dus is kijken naar de achtergrond geschoven en heeft luisteren gewonnen.
De M3si is een dubbel mono versterker, waarbij de voedingen slechts de ringkern transformator delen. Daarnaast zijn de voedingen en versterkers voor links en rechts volledig gescheiden. Een verbetering ten opzichte van de eerder verschenen M3i. De versterker is van het klassieke AB type, dat betekent een lage ruststroom door de eindtransistoren, waardoor de eerste Watts in klasse A worden geleverd en het meervoud in klasse B. Het ontwerp heeft een laag stroomverbruik tot gevolg en maakt het mogelijk fors vermogen te leveren als dat wordt gevraagd. Musical Fidelity maakt graag gebruik van SMT (Surface Mount Technology), het plaatsen van minicomponenten op de printplaat, omdat de techniek uitermate betrouwbaar is gebleken en fabricage met robots kan plaatsvinden. Omdat met SMT ruimte te besparen is, kan Musical Fidelity meer ingangen realiseren en tevens het vermogen van de versterker verhogen.
De M3si heeft vijf analoge ingangen waaronder een phono MM ingang en een tussen normaal en home cinema omschakelbare ingang. Daarnaast is er een 24bits/96kHz USB input met daarachter een digitaal naar analoog converter. Uiteraard zijn er luidspreker uitgangen, plus een line-out en een pre-out, die laatste is geschikt voor het aansluiten van een extra eindversterker of een actieve subwoofer. Triggers om de versterker samen met andere apparatuur aan of uit te zetten maken het achterpaneel af. Op de voorkant neemt de centraal geplaatste volumeregelaar een prominente plaats in. Geflankeerd door kleine druktoetsen met elk een indicatie LED. De meegeleverde afstandsbediening is ook bruikbaar voor een CD speler uit dezelfde lijn. Opvallend is dat de versterker niet via de afstandsbediening aan- en/of uitgezet kan worden. Meerdere keren zocht ik tevergeefs naar die toets.
Het uitgangsvermogen van de M3si is door Musical Fidelity gespecificeerd op 85 Watt per kanaal aan 8 Ohm, met een beschikbare piekstroom van 25 Ampère. De dempingsfactor is relatief bescheiden met een waarde van 36, die wel impliceert dat de tegenkoppeling laag is en dat daardoor de versterker niet wordt afgeknepen. Het vermogen is beschikbaar over het gehele hoorbare frequentie bereik van 20Hz tot 20kHz binnen +0 en -0,1dB. De ingangsimpedantie is 40kOhm voor de analoge ingangen, een mooie waarde die elke bron zal accepteren. Voor de MM phono ingang is dat 50kOhm met een nominale gevoeligheid van 3mV, goed genoeg voor high output MC types.
De USB ingang kan werken met generieke drivers binnen bijvoorbeeld Windows of iOS. Mijn onder Linux draaiende muziekserver herkende de ingang zonder enig probleem. De USB schakeling is gelijk aan die in de V-link producten van Musical Fidelity. Het is misschien een beperking dat de USB geen sample rates van 192kHz of hoger accepteert, aan de andere kant hoef je daarom niet te zoeken naar drivers voor de vele operating systemen die tegenwoordig beschikbaar zijn op personal computers, streamers en media centers. Een opmerking over de afmetingen is op zijn plaats, met buitenmaten van 440x100x400mm (BxHxD) is de M3si geen echt kleine jongen om in een rek te plaatsen.
Om de diverse mogelijkheden van de M3si uit te proberen is als bron een Bluesound Node ingezet met daarachter een NAD M51 D/A converter. Terwijl ook de analoge uitgang van de Bluesound Node is geprobeerd. Voor de USB input gebruikte ik een RipButler Essenza 1000 mediaserver. Zodoende had ik toegang tot mijn muziekcollectie bestaande uit FLAC, WAV en ALAC files, plus internet radio en de muziekdienst Tidal. Bekabeling is afkomstig van AudioQuest, Supra, Crystal Cable, Hanze Hifi en Simply Audio. Gebruikte luidsprekers zijn de Harbeth P3ESR mini monitors, geplaatst op vintage Sonus Faber stands. Omdat een platenspeler met MM element niet beschikbaar was is de phono ingang niet gebruikt.
Na diverse vergelijkingen met allerlei soorten muziek is voor de verdere beoordeling van de versterker gekozen voor de duurste oplossing, de Node plus M51 DAC als bron. De Bluesound Node zelf is nu eenmaal niet voorzien van zo’n fraaie interne converter, dus laten we de Node digitaal uitgaan. De USB ingang kent ook zo zijn beperkingen al blijken die minder opvallend. Zelfs met 44.1kHz signalen, de gewone geripte CD, is het duidelijk dat de converter in de M3si achterblijft bij de NAD. Logisch, de M51 kan niets anders dan converteren en kost alleen al meer dan de complete M3si. Overigens waren de verschillen duidelijk hoorbaar door het aan verandering onderhevige stereobeeld, de mate van detail doorgifte, impact en klankaanpassing. Waarmee de M3si een compliment verdient want die laat dergelijke zaken dwars door het versterkercircuit heen feilloos beluisteren en geeft de uitkomst op een presenteerblaadje.