REVIEWTAD

Review TAD Compact Reference CR1

Ruud Jonker | 03 januari 2015 | TAD
Dit artikel werd oorspronkelijk geplaatst op 05 november 2014

Af en toe gebeurt er nog wat in de hardware industrie. Audio is verworden tot een overwegende ‘me too’-activiteit waar innovatie ver te zoeken is. Elke maand komen er nieuwe producten op de markt waarvan je je af kunt vragen wat de toegevoegde waarde is. Alleen in de luidsprekerbouw is sprake van structurele vooruitgang.

Maar, als u denkt aan een monitorluidspreker die in China is gebouwd, leidt dat waarschijnlijk niet direct tot een gang naar de winkel. Als u weet dat TAD de professionele luidsprekerdivisie is van Pioneer, verschijnt er misschien een glimlach, gezien de reputatie van dit merk. Maar wie de TAD Compact Reference CR1 een keer goed heeft gehoord, brengt de nacht door op een matras, wachtend tot de winkel haar deuren opent om 9.00 uur.

Een van de lastigste aspecten van het recenseren en luisteren is om wat je hoort meteen te kunnen duiden. Waarin is de luidspreker of versterker nou uniek? Wat doet zo’n apparaat wat anderen in mindere mate hebben? Waarom klinkt het zoals het klinkt en wat is daar nou bijzonder aan? Het is ook een strijd tussen pure ratio en intuïtie. Die laatste herkent ogenblikkelijk waar je mee te maken hebt. Dat werkt feilloos. Alleen, de ratio rolt daar overheen. Dat stemmetje roept dat zoiets niet kan en dat er wellicht sprake is van misleiding of van een gelukkige toevalstreffer. Dat gebeurde enkele jaren geleden op de High End in München. Op een vloerkleed, midden in een enorm grote en vooral lege ruimte, bevonden zich twee vloerstaanders van het merk TAD. Wel eens van gehoord, maar soms blijven dingen ergens onder de attentiehorizon hangen. De muziek die speelde, klonk onwaarschijnlijk goed. Die vermaledijde intuïtie registreerde binnen een seconde de heel bijzondere eigenschappen van deze luidsprekers. Het was eigenlijk een ‘aha-erlebnis’ van het shockerende soort. Maar dan de ratio. Meteen twijfels. Eigenlijk kan dit niet… Is hier niet sprake van een of andere ‘dirty trick of the night’? Is het een uitzonderlijke toevalstreffer, waarbij de importeur toevallig nou net de juiste versterker aansloot, de akoestiek even gunstig uitpakte, de temperatuur en luchtvochtigheid in de ruimte meewerkte en er ook nog een uiterst zorgvuldig geselecteerd stukje muziek speelde? U kent dat wel van audioshows.

Als het niet klinkt, ligt het aan de elektriciteit, het plafond, de nog niet ingespeelde kabels, steriele neutrino’s (donkere materie) of de verkeerde cones. Als het toevallig goed klinkt heeft die importeur dat natuurlijk zelf veroorzaakt, meestal per ongeluk. Er zijn een aantal personen in deze wereld die uitzonderlijk begaafd zijn in het tunen van systemen. Die krijgen nog een bovengemiddeld resultaat uit spullen die voor geen meter deugen. Kortom, je vertrouwt niet op die feilloze intuïtie, maar bedenkt allerlei mitsen en maren. Terwijl het gewoon voor je neus en niet eens in een virtuele wereld gebeurt. Het probleem is dat wij alles willen verklaren en begrijpen. Maar zo’n perfect klinkend systeem en de ten gehore gebrachte muziek, communiceren niet met je ratio. Ze vormen een one-way ticket en komen regelrecht binnen op je gevoelsniveau. De emotie die dan ontstaat, is identiek aan wat er gebeurt tijdens de confrontatie met live muziek. Echte instrumenten, een echte akoestiek, echte klanken. Een betrokkenheid en niet-vrijblijvendheid die live muziek en dit TAD-systeem afdwingen. Het is onmogelijk om langer dan tien seconden ‘technisch’ te gaan luisteren. Dat lukt alleen vakmatig gestuurde recensenten en audiofielen die de weg kwijt zijn.

Tijdens de rit naar huis, op de Autobahn, gaat de strijd tussen intuïtie en ratio rustig verder. Dat leidt echt af, zeker als de teller van het voertuig 265km/uur aantikt, bomen verworden zijn tot een vage groene streep en je eigenlijk de focus moet richten op andere automobilisten en Hollanders met een hoog risicoprofiel in de vorm van vakantieverkeer. Maar, in gedachte is het gewoon mogelijk om door te luisteren naar dit systeem. Wat gebeurt er nou? Hoe kan dat? Toevalstreffer of echte innovatie? Je probeert te analyseren, te begrijpen, te rationaliseren, te relativeren en de uniciteit uiteindelijk in een lijstje met vijf punten te krijgen. Een haast autistische behoefte aan structuur en een verklaarbare wereld. Identiek aan een korte uitleg over het bijzondere van de gravitatiewet of de evolutietheorie. Maar, terug naar de waan van de dag verdwenen de TAD’s weer van de agenda. In Nederland op dat moment vrijwel onbekend en zonder vertegenwoordiging. Maar zo nu en dan, net als de blijde herinnering aan je eerste vriend of vriendin, komen die TAD’s weer even terug. Was het een geldige waarneming indertijd, was het zinsbegoocheling of gewoon een bad trip op basis van het bier uit Beieren?

Enkele jaren later…
Andere locatie en wel bij Rhapsody Hilversum, ander systeem en nu geen Beiers bier maar wederom een TAD-luidspreker. Weer die tien seconden. Die bepalen tijdens een sollicitatiegesprek of je mag blijven en tijdens een date of je met haar naar huis mag. De grote TAD grijpt je vast en houdt je in een ijzeren greep. Het woord fascinerend is hier een understatement. Vervolgens de belofte om de kleinere monitors binnenkort even aan te reiken. Die staan nu in de luisterruimte. Als de prijs een nulletje minder zou hebben, zouden ze niet meer weg gaan. En niet alleen vanwege de logistiek om die zware dingen hier te plaatsen.

TAD
Technical Audio Devices Laboratories Inc. (TADL) is een divisie van Pioneer. Zij ontwerpt en bouwt luidsprekers, elektronica en opereert voor de professionele- en consumentenmarkt. Het basisidee achter TAD is om dusdanige technieken te ontwikkelen dat het live-geluid zo perfect mogelijk wordt weergegeven. Technologie staat daarbij in dienst van dit streven en producten worden niet ontwikkeld vanuit technologie omwille van de technologie. Dat klinkt hier als een afgezaagde marketingkreet, maar is wel degelijk herkenbaar in het eindresultaat. Muziek moet de energie en de impact hebben van echt live-geluid. Daarnaast moeten die producten volgens de hoogste standaarden op het gebied van design en materiaalgebruik ontwikkeld zijn. Wel, het is bekend dat diverse Japanse audiobedrijven van tijd tot tijd kwamen met stof opwaaiende producten. Een aantal absolute topproducten van Sony, Luxman, Sansui, Accuphase, Audio Note en (het Japanse) Marantz kennen nauwelijks hun gelijken. Pioneer bouwde derhalve rond 1997 een research center voor luidsprekerontwikkeling in South California. Andrew Jones werd daar hoofd development. Andrew Jones is bekend vanwege zijn ontwikkelingswerk voor KEF, waar hij in 1989 chief engineer werd. Laurie Fincham (bekend van Goodmans en KEF) vertrok toen naar Harman.

Later volgde Jones dezelfde weg als Fincham en stond op de loonlijst van Infinity’s Northridge division. Dat is Harman’s denktank, waar onder andere talenten als Floyd Toole te vinden zijn. Dat resulteerde in een aantal weergaloze luidsprekersystemen waaronder de MTS Prelude, de actieve mini-monitor uit dezelfde productfamilie en topproducten van Revel en JBL. Vanaf 1997 werken beide heren voor Pioneer in California en dat gaf eveneens aanleiding tot een aantal spectaculair goede ontwerpen. Denk aan Pioneer’s S-1EX en BS-41-LR monitoren. Toch werd de belangstelling van de audiofiele wereld pas gegrepen tijdens de introductie van de TAD Reference One (het systeem dat in München speelde en enkele weken geleden in Nederland) en de Compact Reference CR1. Beide luidsprekers zijn het werk van Andrew Jones, die voor KEF werkte aan de Uni-Q driver. Bij deze driver is de high frequency unit in het centrum van de midrange geplaatst. De akoestische centra komen dus overeen, waardoor het radiatiepatroon geen discontinuïteiten vertoont. De nieuwe Coherent Source Transducer (CST) van TAD is op hetzelfde principe gebaseerd en vormt feitelijk de basis voor het geleverde prestatieniveau. De diafragma’s zijn gemaakt van Beryllium. Dat is erg licht en onvervormbaar. De vorm van de diafragma’s is berekend met behulp van computer simulaties. Er is dan ook sprake van een echte ‘pistonic’ response en de CST-driver bereikt moeiteloos 100kHz. De 8-inch woofer heeft een uiterst lineaire response en beschikt over een conus van tri-laminate. Het achterpaneel is van aluminium, net zoals de base van de monitor. In de base zit het filter en boven het filter de rechthoekige poort van de low frequency driver. Die poort is ontwikkeld middels moderne technieken om hoornluidsprekers te berekenen, die niet meer kleuren en/of beamen. Het cabinet is van gebogen mdf met een interne bracing van CNC-plywood structuren. De monitor past via twee geleidepinnen op de optionele houten stand en wordt dan met een Allen bolt vastgezet. Dat klinkt allemaal als een omgekeerde marketingfolder, maar wie de monitor in werkelijkheid ziet zal verbaasd zijn over het extreem hoge niveau van afwerking. Dat is ongekend in de luidsprekerbouw. Feitelijk komt alleen Sonus Faber in de buurt en een enkel verdwaald product van andere komaf.






EDITORS' CHOICE