Interview Laurence Dickie Vivid Audio

Eerder dit jaar werd AudioXperience in Nuenen dealer van het Zuid-Afrikaanse luidsprekermerk Vivid Audio. Ter ere van de introductie van hun nieuwe Giya G3 luidspreker – onze review lees je hier – was Vivid Audio eigenaar en hoofdontwerper Laurence Dickie overgekomen om aan een select gezelschap belangstellenden over deze nieuwe luidspreker te vertellen. HiFi.nl sprak voor de show met hem.

Veel hifi-liefhebbers zullen bij de naam Laurence Dickie een sterk gevoel van herkenning krijgen. Dat is niet zo gek, want hij was in de jaren '80 verantwoordelijk voor het bijzondere ontwerp van de Nautilus luidspreker van Bowers & Wilkins. Bij veel mensen dwarrelt rondom deze zeer innovatieve luidspreker ook nog wel het besef van functioneel design door het geheugen, maar hoe het allemaal zo gekomen is en hoe het uiteindelijk leidde tot de oprichting van het merk Vivid Audio is een verhaal dat we graag uit de mond van de ontwerper zelf willen optekenen.

Oorsprong
Ewald Verkerk van Vivid Audio-importeur Terrason Audio stelt ons voor aan Laurence Dickie (Engeland, 1960). Hij noemt zichzelf een Tannoy Baby, omdat vroeger bij hem thuis (zoals in zoveel Britse gezinnen) een Tannoy luidspreker stond. De set van zijn vader bestond uit een Tannoy York hoekluidspreker en een Quad II buizenversterker. Vader was in de jaren '50 begonnen met een Vitavox 12-inch luidspreker in een zandgevulde open-baffle, dus hij was wat we tegenwoordig een audiofiel zouden noemen. In die tijd was high-end vooral het gebied van liefhebbers die veel zelf aan hun geluidsinstallaties knutselden. Veel vrienden van zijn vader bouwden zelf, en er waren zoals gezegd heel veel Tannoys in omloop.

Laurence zegt over zijn jeugd: "Ik was altijd omgeven door muziek, mijn vader draaide altijd muziek, vooral klassiek. Dat ‘hoorde zo', en hoewel hij Jazz als volwaardige muziekvorm accepteerde luisterde hij er niet veel naar. Mijn moeder komt uit Parijs, en haar hele familie is zeer muzikaal. Haar vader, moeder en broers en zussen maakten allemaal muziek. Mijn eigen vader heeft wel ooit klarinet gespeeld, maar later luisterde hij vooral naar opgenomen muziek. Je zou dus kunnen zeggen dat ik de liefhebberij voor hifi van mijn vader heb, en de liefde voor muziek van allebei mijn ouders."

"Ik bouwde mijn eerste eigen luidspreker toen ik tien was, nadat mijn vader me had uitgelegd dat een luidspreker bestaat uit een papieren conus, een spoel en een magneet. Dus knipte ik van papier de juiste gebogen vorm, plakte die tot een conus, maakte er een spoel aan, en toen ik er een magneet omheen plaatste en een batterij op de spoel aansloot maakte het ding tot mijn grote vreugde een heuse uitslag. Dat was zo geweldig! Je moet onthouden dat dit niet zo heel gek lang na de tweede wereldoorlog was, dus de sfeer in Engeland was nog ‘make, do and mend' – dus zelf dingen maken, zelf doen, zelf repareren.

Met ouders die als leraar werkten (moeder gaf buitenlandse talen en vader wiskunde, red.) was er niet erg veel geld in het huishouden, dus moest er vooral veel geïmproviseerd worden. Er waren gelukkig genoeg afgedankte apparaten te vinden. Daar sloopte ik de luidsprekertjes uit en die bouwde ik dan in een ander kastje. Dat was geweldig om te doen, ik ben er echt heel gelukkig mee dat ik op die manier als het ware een start heb kunnen maken met mijn latere carrière."


EDITORS' CHOICE