Het moment waar de home-theater liefhebbers al tijden naar uitkijken is inmiddels aangebroken. Met High Definition is namelijk een nieuwe stap genomen naar het bereiken van een optimale beeld- en geluidskwaliteit: Films, concerten en ander videomateriaal zullen nu de kijker confronteren met nog levensechtere, super-realistische beeld- en geluidseffecten!
Althans dat beloven de enorme reclames van het Blu-Ray en HD-DVD kamp al tijden in de Amerikaanse bladen. Echter, toen de eerste Blu-Ray speler van Samsung in de winkel beschikbaar kwam, was er een heel ander geluid te horen.
In ons koude kikkerlandje staan wij aan de vooravond van de introductie van beide nieuwe formaten. Blu-Ray is geïntroduceerd eind november en HD-DVD zal zijn opwachting maken begin februari. Het is dus tijd voor een update: Blu-Ray versus HD-DVD.
Opslagcapactiteit
De belangrijkste troef voor het nieuwe HD-medium bevindt zich in de hoek van het Blu-Ray kamp. Een ‘single layer’ disc heeft een opslagcapaciteit van 25 gigabyte en een ‘dual layer’ zelfs 50 gigabyte. Maar de ontwikkelaars van Blu-Ray broeden zelfs al op een techniek die de capaciteit nog zal viervoudigen ten opzichte van een ‘single layer’ disc.
HD-DVD zal het moeten doen met een capaciteit van 15 gigabyte voor een ‘single layer’ disc en dus een maximale capaciteit van 30 gigabyte voor een ‘dual layer’ disc. Het is gemakkelijk vast te stellen dat op het gebied van opslagcapaciteit Blu-Ray een flinke voorsprong heeft. Maar waarom er zoveel gigabytes nodig zijn, is dan een terechte vraag: wanneer HD-media op pixel-basis worden vergeleken met ons huidige DVD-medium, dan zijn er per filmframe ongeveer 345,600 pixels nodig voor DVD-media en 2,073,600 pixels voor hetzelfde film frame in high definition, uitgaande van een resolutie van 1920 x 1080. Dit vraagt om 6x zoveel opslag! Ook het geluid gaat een stap vooruit (vanwege het feit dat deze zonder compressie op de schijf kan worden gezet) en zal dus ook meer data opeisen. En om zoveel pixels op een disc ter grootte van de huidige CD/DVD te zetten, moeten de putjes en groefjes ook nog kleiner op de disc en dichter tegen elkaar aangezet worden.
Theoretisch zal er met een hogere opslagcapaciteit minder compressie toegepast hoeven te worden, wat de kwaliteit ook nog eens ten goede zou moeten komen. Maar naast een beter beeld en geluid, zal een hogere opslagcapaciteit de filmstudio’s ook de mogelijkheid bieden meer ‘content’ te plaatsen op de disc, zoals meer extra’s, veel meer talen in hogere bitrate, etc.
Videocompressie technieken
Iedere compressietechniek zou in theorie toegepast kunnen worden op beide HD media. Echter, tot op heden hebben filmstudio’s in het Blu-Ray kamp steeds gekozen voor de MPEG-2 compressiemethode die ook wordt gebruikt voor DVD. Filmstudio’s die HD-DVD’s uitbrengen, hebben tot op heden voornamelijk gekozen voor VC-1, ook bekend als SMPTE 421M, die we in de computerwereld beter kennen als Microsoft Windows Media 9. Daarnaast worden nu de eerste titels ook uitgebracht met de compressietechniek MPEG4-AVC, die we ook kennen als MPEG-4 Part 10, of kortweg H.264. De ene compressietechniek is de andere niet en de voorkeur van de liefhebbers ligt voornamelijk bij H.264 of VC-1.
Uiteindelijk zal echter niet alleen de codec (hoewel zeer belangrijk voor het eindresultaat), maar ook de gemiddelde bitrate bepalend zijn voor de uiteindelijke beeld- en geluidskwaliteit. En de gemiddelde bitrate is mede bepalend voor de hoeveelheid opslagcapaciteit die er nodig zal zijn voor een release. Hoe hoger de compressie is die toegepast zal worden, hoe lager de uiteindelijke bitrate zal zijn. Zo is er altijd sprake van een compromis tussen kwaliteit en hoeveelheid data. Wat buiten kijf staat is dat het met een HD-medium in theorie mogelijk is om met de beeldkwaliteit extreem dicht bij de originele master te komen.