In het eerste deel van deze reeks hebben we de Audio Innovations en de Audion met elkaar vergeleken. Daarna zou de Audio Innovations een modificatie ondergaan. Zo gezegd zo gedaan. In dit tweede en laatste deel gaan we in op de verschillen voor en na de modificatie en uiteraard nog een kort vergelijk met de Audion.
De modificatie:
Een regenachtige donderdagmiddag in november. Ik parkeer de auto voor de garage van Ed, naast de zij-ingang. Ik klop kort op de deur en stap naar binnen. Ed zit achter de pc wat werk te verrichten, althans daar ben ik vanuit gegaan. We groeten en na het aanbod van een kop koffie niet afgeslagen te hebben lopen we de keuken in. Op de eettafel staat een Audio Innovations 500 die verdacht veel op mijn versterker lijkt. Toch twijfel ik want de eindbuizen zijn geen EL-34’s. Wellicht een 500 Mk III denk ik (triode versie en dus andere buizen). Ed overhandigt een kop koffie en maakt me duidelijk dat dit wel degelijk mijn versterker is. Ik kijk eens goed naar de eindbuizen en kan geen naam of type ontdekken. "Ed, dit zijn toch geen EL-34’s?" zeg ik. "Oh jawel", "zegt `ie, komen uit amerika". "Merk?" vraag ik. "Geen idee, het mannetje waar ik deze buizen vandaan haal wil niet vertellen waar ze vandaan komen. Klankmatig vind ik dit echter een fantastische buis. (inmiddels ben ik er achter welk merk en type buis dit is maar daarover later meer)".
We drinken onze koffie en Ed vertelt over de modificatie. Dat het een ramp het is, te sleutelen aan een Audio Innovations 500 vanwege de slechte bereikbaarheid van de onderdelen en over de luistertest. Een andere (versterker zoekende) bezoeker hoorde de AI 500 spelen op een stel Audio Note speakers en was direct verkocht vertelde Ed. We lopen even de luisterkamer in waar een Single Ended ontwerp van Ed met de machtig grote 211 buizen staat. De versterker is een halve tafel groot en nagenoeg niet te tillen. (ja ik mocht van Ed even een pootje oplichten).
Ik was zeer benieuwd naar de klank en Ed zet altijd even enthousiast een cd op. Hoe dat klinkt? Nou mensen, alsof je er live bij zit! De Audio Note speakers welke halverwege het vertrek staan verdwijnen bij de eerste klanken van de muziek en (ver) daarachter ontstaat een podium, met muziekkanten, bladmuziekstandaards en een zangeres alsof ze er in werkelijkheid echt staan. En dat alles zeer duidelijk. Prachtig!
Goed terug naar de werkelijkheid van vandaag: Wat is er gemodificeerd aan mijn versterker?
Ten eerste zijn er 2 Black Gate condensatoren aan de kathode ingezet. (Op de foto zijn dit de twee zwarte condensatoren boven de eindbuizen. Je kan ook zien dat deze met de buisvoet verbonden zijn.) Daarnaast zijn alle buizen op de phono trap na vervangen. De oplettende lezer zal gemerkt hebben dat ik geen draaitafel bezit en dus ook geen phono ingang gebruik. De precision buizen in de fasedraaier zijn vervangen door 2x E88CC origineel Philips NOS. De ECC-83 van precision in de line input driver is vervangen door een 5751 origineel General Electric NOS.
De Tesla EL34’s zijn vervangen door 4x (matched) Sovtek 5881’s (bleek later). Verder is de versterker geheel gecontroleerd en opnieuw afgeregeld.
Het luisteren
Voor het luisteren is uiteraard gebruik gemaakt van dezelfde componenten als in deel 1. Logischerwijs kon er niet A/B vergeleken worden wat het beoordelen een stuk moeilijker maakt. Eerst heeft de versterker ruime tijd gehad weer in te spelen. In de nieuwe buizen moet een evenwicht ontstaan en ook de Black Gate condensatoren hebben behoorlijk wat uren nodig om op klank te komen. Gelukkig was ik tijdens de inspeel periode muzikaal aardig verwend door in korte tijd een 3 tal klassieke concerten te hebben bezocht. Vlak na de modificatie was hoorbaar dat met name het laag wat strakker en meer aanwezig was. Qua ruimtelijkheid had de versterker een stapje terug gedaan. Hoog en midden waren een fractie fraaier geworden. Al met al had ik het gevoel dat e.e.a. nog niet optimaal was. Ik verwachte meer. Dat meer kwam ook.
Op een zekere avond de versterker en de rest van de set weer eens lekker opgewarmd (als je de kamer binnen stapt ruik je het papier in olie weerstanden ook). Plotseling stond er iets te spelen op een manier die behoorlijk afweek van wat ik er tot nu toe van gewend was. Veel ruimte, fraai midden, fluweel hoog en een prachtig, gedetailleerder laag. In eerste instantie dacht ik dat e.e.a. met het hoog of lage druk gebied te maken had. Je hoort daar wel vaker iets over in combinatie met buizenapparatuur. Echter ook tijdens de daarop volgende luisteravonden bleef het beeld van eenzelfde kwaliteit. Zet een lekkere jazz cd op en men wordt ogenblikkelijk meegenomen door de muziek. Kleine dingen als een geplukte bas, een hoorn of hi-hat geven je kippenvel. Op de fantastisch grote dynamiek van de live concertzaal na (dit lukt niet met cd in een huiskamer) komt deze versterker behoorlijk in de buurt. De Rossini Overtures (DECCA 443-850-2) komen qua klank zeer bekend over. Ook El sombrero de tres picos van Farra (DECCA 446-991-2) brengen weer dat kippenvel op de rug.
Tijdens een van de avonden was er iemand op bezoek die qua installatie niets gewend is. De beste man speelt zelf echter wel actief drums. Na 10 minuten geluisterd te hebben merkte de man op dat hij nog nooit zo’n duidelijk klankverschil tussen de diverse trommels van een drumstel via speakers ervaren had. Je hoort vaak een drum op een nummer achter de muziekkanten, echter nooit wat er op die drum zelf gebeurt, was zijn relaas. Ook gaf hij zonder moeite aan wat en wie op welke plaats op het podium stond. Ook nog niet gekke mensen horen dus de kwaliteiten van eens set, ondanks dat zo velen beweren geen verschil te horen.
Uiteraard ook de Audion nog eens aangesloten. Eerst met de JJ Electronic El34’s. In vergelijking met de AI minder ruimte en klonk het beeld wat verstopt. Bij Track 3 van de HDCD sampler valt op dat de het met de rust van de Audion nog steeds goed zit. In het eerste deel gaf ik aan dat de Audio Innovations wat onrustiger was dan de Audion. Hier heb ik speciaal nog opgelet tijdens een A/B vergelijking tussen beide versterkers. De Audio Innovations is nu veel rustiger dan voor de modificatie. Beide versterkers komen hier op gelijk niveau. Wel was weer duidelijk merkbaar dat de Audion op de B&W’s aan dynamiek tekort komt. Trommels en Pauken klinken wat slap.
Na de versterker te hebben laten afkoelen, zijn de Sovtek 5881 buizen in de Audion gezet en is er weer geluisterd. Omdat de Audion zeer gevoelig is voor buis wisselingen was ik heel benieuwd hoe e.e.a. zou gaan met de sovteks. Onmiddellijk was een toename in ruimte en diepte hoorbaar. Eveneens nam de detaillering toe. Door de toename van ruimte en diepte in het beeld werd ook de zaal een stuk zichtbaarder op de Audion (zie deel 1). Daarnaast leek het dat de Audion iets meer pit gekregen had. Verklaarbaar is dat niet omdat de 5881 buis iets minder vermogen kan leveren dan de EL34. Het ruimtelijk beeld overtreft overigens niet dat van de Audio Innovations met de Sovtek buizen. Ook met deze buizen blijft het beeld minder ruimtelijk in vergelijking met de Audio Innovations.