Rega Apollo


Guido de Kanter | 22 december 2005 | Rega

Wel Mp3 en WMA, geen DVD-A en Sacd. Rega’s opvolger van de Planet kan met een beetje goede wil een multiformat-speler genoemd worden, maar hoogoplossende schijven accepteert hij niet. Waarom zou hij ook? De toekomst voor de ‘opvolgers van de Cd’ ziet er uiterst twijfelachtig uit, en Rega besteedde de ontwikkeltijd blijkbaar liever aan het perfectioneren van Cd-geluid. Gegeven ons aller omvangrijke Cd-collecties lijkt dat laatste sowieso niet onverstandig.

Eigenlijk was de bedoeling dat ik nooit meer een Cd zou opzetten. Veilig geript met het programma Exact Audio Copy, dat zijn naam alle eer aandoet, staan al mijn Cd’s tegenwoordig in WAV op een grote extra harde schijf in mijn Powermac G5. Dankzij iTunes zijn de nummers nooit verder van me verwijderd dan een snelle zoekopdracht en een muisklik. Vanuit de Powermac gaan de digitale signalen optisch naar de Behringer UltraMatch 2496, die er een symmetrisch signaal op 48 KHz van maakt. Agressievere upsampling laat de achtergeschakelde DAC, een Proceed PDT3, niet toe. Maar erg is dat niet, de klank overtuigt. Ik haal met niet al te zorgvuldig gekozen digitale bekabeling nu al de kwaliteit van mijn ‘andere Cd-speler’, de Philips DVD-963 SA. Zo’n resultaat stemt mij tot grote tevredenheid. En ik dacht: zo gaat het blijven. Weg met Cd’s; weg met vallende hoesjes en ergere ongelukken, schijfjes die je maar voor één nummer opzet (wat ik uiteindelijk zelden deed), etc., etc.

Niet iedereen deelt mijn geestdrift voor het boven beschreven product van audiofiele vernieuwingsdrang. “Dat is toch killing voor de luistercultuur, je muziek verplaatsen naar een c-o-m-p-u-t-e-r!”, zei me een erkende en door mij zeer gerespecteerde goeroe in hifi-land, die ik verder anoniem zal laten. Tsja. Voor mij telt het gemak, dat enorm is, en akoestische resultaat, dat meer dan in orde is. Dogmatici die willen, mogen zich daarvan in huize De Kanter komen overtuigen. Mijns inziens is wat men ‘echte luistercultuur’ kan noemen sowieso al dood sinds de komst van de Cd, die dragers tot nondescripte stukjes plastic degradeerde en alle dramatiek verwijderderde uit het opzetten van muziek. Dát zie ik wel in. Vandaar dat ik sinds kort vinyl ben gaan draaien, en ja, dat is inderdaad héél wat anders dan iTunes.

Er dreigt nu gevaar dat ik teveel op drift raak, dus terzake. Een bezoek aan Rega-importeur Joenit dat ik onlangs bracht, gaf stof tot nadenken in verband met iTunes en mijn afscheid van het polycarbonaat. Ik luisterde er naar een preproductie exemplaar van de Rega Apollo Cd-speler (€899), opvolger van de bekende Planet, die al met al net geen tien jaar op de markt geweest is. Over de inmiddels verdwenen Planet wil ik hier niet eens spreken: tegenover de nieuwe Apollo had zelfs de veel duurdere Jupiter (€1900) de grootste moeite om bij te blijven. De Jupiter bood weliswaar wat meer detail en rust, maar het prettigere, vollere en ‘muzikalere’ geluid kwam van de Apollo. Dat gehoord hebbend, boekte ik de Apollo voor een privé-optreden in de genoeglijke rust van mijn bescheiden woning.


Techniek

Eén van de belangrijkste uitdagingen bij het ontwerpen van een Cd-speler is tegenwoordig het gebrek aan fabrikanten die nog Cd-loopwerken maken. De multinationals Sony (in wiens catalogus Rega tot op heden zijn loopwerken vond) en Philips maken ze inmiddels niet meer, wat de ontwikkeling van de Planet-opvolger ernstig belemmerde.

De oplossing vond Rega bij een niet nader genoemd Brits softwarebedrijf, dat universele stuursoftware levert voor loopwerken. Het betreft een besturingssysteem dat veel wegheeft van dat op een een PC: de hardware, in dit geval het Cd-loopwerk, bindt men aan middels een drivertje en een eigenontwikkeld stuurbordje in het loopwerk. Het loopwerk scant na het laden eerst kort heel de Cd (het ‘initialiseren’), en calibreert zich op basis daarvan. Ontwikkelaar Terry Bateman zegt dat die calibratie leidt tot een betere uitlezing van goede Cd’s, maar een botte afwijzing kan opleveren voor slecht gebrande Cd-r’s. Dat heb ik tijdens de testperiode overigens geen enkele keer meegemaakt.

Bij het afspelen van de Cd blijft het loopwerk het 16 MB buffergeheugen volgooien. Het geheugen maakt een uiterst constante datastroom richting DAC mogelijk, anderzijds blijft er zo veel extra tijd over om bij uitleesfouten een verdachte plek op de Cd met extra aandacht te corrigeren. Voor verdachte data komt de 32-bits DSP in actie, die getik en andere hoorbare uitspattingen opruimt. Maar de betrokken Cd moet tamelijk ver heen zijn wil de DSP hiervoor in actie komen.

Een aantal van mijn Cd’s voldoet precies aan dat profiel. De ergste is De La Souls niet meer verkrijgbare De La Remix, een Cd die ik sinds de aanschaf aan diverse rampen heb blootgesteld. De tracks 5, 7, 13, 14 en 15 willen zelfs in een wat oudere Philips CD-931 met swingarm-loopwerk niet meer zonder getik draaien. Ik heb de Rega Apollo maar één hoorbare ingreep horen doen: op track 13 werd ongeveer een halve seconde ‘ingenomen’. Geen tik, geen plotselinge stilte of overslaan, maar een elegant ‘hupje’. Al met al presteert Rega met zijn nieuwe loopwerk iets wat ik tot op heden onmogelijk achtte: dat Philips’ swingarm-technologie wat betreft de foutcorrectie nog eens overtroffen zou worden. Niet gek.

Vanuit de software wordt het mogelijk om vrijwel elk loopwerk voor te schakelen, zonder dat een complete herziening van de speler nodig is. Op deze manier heeft Rega voor zichzelf zekergesteld dat er tot in lengte van jaren traditionele Cd-spelers kunnen worden geproduceerd, ongeacht de markt voor Cd-loopwerken. In theorie kan men zelfs naar een DVD-loopwerk grijpen.

Een laatste voordeel van de software/geheugen/DSP-combinatie is dat bij het commando ‘stop’ niet botweg de muziek wordt afgebroken, maar ze veeleer in een snelle fade-out schiet. Een nadeel is er ook: na het laden van de Cd duurt het een zo’n 15 seconden voordat er muziek opklinkt. Dat zou minder erg zijn als de gebruiker al tijdens het initialiseren de opdracht kon geven om te gaan afspelen na de voltooiing van alle werkzaamheden. Dat wil dus niet. De Apollo laat je wachten tot hij met alles klaar is; voordien kun je op ‘play’ drukken wat je wilt, er gebeurt niets.

Gelukkig kan men de Apollo ook op afstand de opdracht ‘afspelen’ geven, middels de uitstekende afstandsbediening. Ik heb er inmiddels meer dan een paar verzameld, maar het exemplaar bij de Apollo ligt het best in de hand en oogt het fraaist. Op die manier valt er goed te leven met het feit dat Rega de bedieningselementen op het front zeer minimalistisch heeft gehouden. Via de afstandsbediening valt er te herhalen, te programmeren, Cd-text in te schakelen of juist het display helemaal uit, en krijgt de gebruiker de mogelijkheid om op Mp3-Cd’s van ‘album’ te wisselen. Ook WMA-bestanden en Cd-RW’s zijn geen probleem voor de Apollo.

Het zorgvulig toebereide digitale signaal wordt analoog middels WM8740 Sigma Delta 24-bits DAC-bouwstenen van Wolfson, wiens halfgeleiders al in eerdere generaties Rega-spelers toepassing vonden. Nieuw is de klasse-A versterkingsmodule, die naar aangave van Rega zo’n 15 minuten na inschakeling op maximale kunnen speelt. Dat kan ik niet bevestigen, de Apollo heeft bij mij permanent ingeschakeld gestaan.

Haptiek

De Apollo behoudt Rega’s principe van de ‘bovenlader’: geen laatje maar een deksel. Verdwenen is de magnetische puck, die vervangen is door een driepuntsbevestiging op de as. Als u wel eens een schijfje in een discman hebt gestoken, weet u wat ik bedoel. Rega claimt dat deze vorm van fixeren een stabielere loop oplevert van een schijf die vlakker ligt. Dat zal best. Voor de gebruiker is leuk dat het plaatsen van een Cd althans een heel klein beetje lijkt op het opleggen van een langspeelplaat, gevolgd door het opleggen van het deksel, dat een elegante weg aflegt. Fraai.


Klank

Een vast onderdeel van mijn luisterprogramma is Nirvana’s Nevermind, waar Smells Like Teen Spirit in mijn ervaring betrouwbaar de audiofiele bokken van de schapen scheidt. Testkandidaten tonen hier al gauw neigingen tot vervorming, gebrek aan overzicht, worden scherp of vergeten dat ze muziek moeten maken, liefst met enig dynamisch vertoon. De Apollo doorstond de proef op meesterlijke wijze. Genoemde gebreken waren omgekeerd aanwezig. De weergave was dermate vrij van vervorming en moeite, dat ik de versterker verder opendraaide dan mijn speakers leuk vonden (terwijl ik meestal de neiging heb om de muziek weg te draaien). Gelukkig kunnen mijn B&W’tjes wat hebben en reageren ze vooreerst met wat hoorbare vervorming in het laag.

Echt nodig is het met de Apollo niet om op vol vermogen te blazen. Al bij geringe volumes ontvouwt hij zijn volle potentieel. Maar de Rega doet niet wat veel andere spelers wel doen: bij hoge geluidsniveaus de oren aan flarden scheuren met scherpte, vervorming en dergelijke ellende.

Andere legenden uit Seattle, de mannen van Pearl Jam, doen het op hun laatste album Riot Act iets rustiger aan, ook al is ook dit niet echt een plaat voor stille genieters. Op de Apollo komen drums met heerlijke drive, ronken de gitaren lustig en legt, iets op de achtergrond maar zeer gedifferentieerd, een Hammondorgel een sfeervol tapijtje neer voor de overige heren musici. Ook hier weer krijg ik de neiging om flinke aanpassingen naar boven te doen wat betreft het volume.

Een beschaafd genoegen als Schuberts Strijkquintet in C (D956) brengt de Apollo met even veel verve. Met zijn rijke detaillering, precieze plaatsing, overtuigende dynamiek en een fraai palet aan klankkleuren is de Rega zeker niet alleen een tip voor punk- en metalfans.

Een volkomen platgetrapt cliché bij Cd-spelers is dat dat-en-dat nieuwe exemplaar “analoog” zou klinken. Meestal betreft het dan mat en saai klinkende spelers die een godsvermogen kosten en alleen de meest fijnbesnaarde hifiliefhebbers aan hun gerief helpen: “Hij timet zo goed!” Over de Apollo zou ik willen zeggen dat hij niet digitaal klinkt. Ik hoor geen rauwheden, geen oppervlakkig en weinig doortekend geluidsbeeld, geen kunstmatigheden. Bekkens klinken lang door, stemmen komen enorm echt en rijk aan uitdrukkingskracht, en het laag is diep en vol, en tegelijk gecontroleerd. De Apollo weet zeer veel bas te ontlokken aan mijn bescheiden B&W 303’s.

Echt, kleurrijk, pakkend, gedetailleerd. Waar nodig delicaat, waar nodig de moker. Ik heb de Apollo geen uitgleiders horen begaan, zij het tonaal of ruimtelijk. De Apogee Mini-DAC (€1115), nog steeds op grote hoogte in mijn lijst van hooggeachte componenten, zou het weleens bijzonder moeilijk kunnen krijgen in een directe vergelijking. En wat betreft Cd-spelers gaat de concurrentie tot een eurootje of 2000 een spijkerharde dobber hebben aan Rega’s nieuwe basismodel.


Conclusie

Het komt niet vaak voor dat ik helemaal dol raak op een hifi-component. Ideale kandidaten zijn mechanisch top, technisch innovatief, fair geprijsd en klinken boven verwachting. Aan die criteria voldoet de Apollo zonder enig voorbehoud.
Spelers van dit niveau bestonden tot nu toe nog niet voor deze prijs. Wie van plan was om in de klasse tot €2000 de een of andere speler te gaan kopen, moet eerst naar deze luisteren. En wat Sacd’s betreft... Ik heb al een speler. Die is me goed genoeg.


Gegevens:
Merk en type: Rega Apollo
Prijs: €899
Importeur: Joenit, Mechelen: +32-(0)15-285585
Speelt: Cd, Cd-R, Cd-RW, Mp3, WMA
Extra’s: afstandsbediening, weergave Cd-Text
Uitgangen: analoog (1x, cinch), digitaal (1x Toslink, 1x coaxiaal)
Energieverbruik: 12 watt
Afmetingen: 43,5 x 10 x 27 cm (BxHxD. Laadklep vereist boven 8 en achter 5 cm extra.)
Behuizing: metaal (front en kast)
Gewicht: 6 kilo
Made in: Groot-Brittannië
Serienummer getest exemplaar: 036697

 

Gebruikte Hardware: 

Philips DVD-963 SA (DVD/Sacd/Cd/Mp3-speler) Behringer UltraMatch SRC 2496 (Upsampler/herklokker/etc.) Proceed PDT3 (DAC) Kenwood KA–7090R (Versterker) B&W DM–303 (Luidspreker) Kimber PBJ, Chord Cobra 3, WireWorld Oasis III+ (Interconnect) Kimber 4PR (Luidsprekerkabel)