De objectencollectie van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid


Leon Weterings | 04 januari 2012

Achter de schermen kijken bij TopPop of oefenen voor nieuwslezer? Het kan bij Beeld en Geluid in Hilversum, waar bezoekers de wereld van de media zelf kunnen ervaren.

Maar er is meer. Beeld en Geluid bezit ook een grote collectie objecten. Waaronder veel oude apparatuur. Liefhebbers kunnen zich bijvoorbeeld vergapen aan een kindergrammofoon uit 1928, een cassettejukebox of een heuse platenslikker.

Alice van der Wiel beheert de objectencollectie. Zij heeft de ongeveer 20.000 voorwerpen onder haar hoede. Daar zit van alles tussen. Dus ook die platenslikker. Alice lacht. "Jazeker. Dat is een apparaat dat platen inslikt. Net zoiets als een cd-speler in je auto. Na afloop komt de plaat automatisch weer naar buiten."

Moertjes en boutjes
De variatie in de collectie objecten is groot volgens de conservator. "Dat gaat van de allereerste radio gemaakt van een sigarenkistje tot een flatscreen. Maar de objectencollectie bevat niet alleen audioapparatuur. Ook decorstukken uit televisieprogramma’s of de poppen uit de Fabeltjeskrant horen tot de collectie."

Veel van de apparatuur ligt in de dertien depots onderin het gebouw van Beeld en Geluid. Een klein deel staat in de vitrines op de bovenste verdieping, de zogenoemde medialounge.

Op de dag dat HiFi.nl Beeld en Geluid bezoekt, lopen er vooral veel middelbare scholieren in de zogenoemde Experience rond (het deel waarin de bezoeker zelf met media aan de slag kan – red.). De oudere bezoekers zijn ook geïnteresseerd in de spullen in de medialounge. Zittend op de bankjes bij de vitrines halen ze herinneringen op aan vroeger. De belangstelling voor audioapparatuur leeft volgens manager acquisitie Hans van der Windt vooral onder mannen.

"Voornamelijk van boven de vijftig. Veel van de spullen die hier staan, komen van het Omroepmuseum. Daar stonden veel spullen uitgestald. De mensen die dat museum kenden, komen nu hier en denken dat ook hier veel te zien is. Soms is dat wel een teleurstelling als ze merken dat dit niet zo is.“ Alice: “Maar de echte fans komen toch wel aan hun informatie. Het is een klein wereldje van liefhebbers en die weten elkaar wel te vinden."

Prioriteit

Dat er maar een klein deel van de collectie apparatuur te zien is, is volgens Hans een bewuste keus. "Beeld en Geluid leert je hoe de media in Nederland werken en laat de impact van beelden zien. Het audiovisuele heeft prioriteit. De voorwerpen uit de objectencollectie hebben een ondersteunende rol. Dat was vanaf de start van dit instituut een duidelijke keus. De objecten hebben dan ook een andere rol dan in het Omroepmuseum. Daar stonden ze tentoongesteld en werd er een verhaal bij verteld. Hier maakt de bezoeker het verhaal zelf."

Hans benadrukt dat het niet zo is dat de spullen nooit de depots uitkomen. "Verzoeken voor wetenschappelijk onderzoek honoreren we wel.“ “En we hebben nu twee depots opengesteld voor rondleidingen", vult Alice aan. "Dan krijgen de bezoekers toch een beetje een beeld van wat hier allemaal ligt." Voor de toekomst zijn er ook wel ideeën om de collectie voor het grote publiek zichtbaarder te maken. "Bijvoorbeeld door ze op te nemen in een database waarin iedereen kan zoeken. Daar komt dan informatie in over het object plus een aantal foto’s. Maar dat is iets voor de lange termijn. Voorlopig is dat nog niet gerealiseerd", vertelt Alice.

Blij van minder
De ruimte om de objectencollectie te laten groeien bij Beeld en Geluid is beperkt. Maar heel veel spullen komen er volgens Alice ook niet meer bij. "Wat mensen aanbieden moet een aanvulling zijn op wat we al hebben. En wat het meeste wordt aangeboden, was ook het meest gangbaar. Daar hebben we al veel van. Vroeger werden van bepaalde modellen van een object ook verschillende kleuren in de collectie opgenomen. Dat doen we nu niet meer. Een object moet in een tijdsbeeld passen. Als wij uit een bepaalde periode nog geen apparatuur hebben en als het technisch een omslag te zien geeft, nemen we het op." Hans: "Het is ons doel niet om elk jaar twintig televisies te verzamelen. Ik denk ook dat een collectie beter is als hij juist kleiner wordt. Niet alles willen verzamelen maar gaan voor het essentiële spul. Ik word blij van minder. En de prioriteit ligt ook bij de audiovisuele collectie, niet bij de objecten."

Dat laatste vindt Alice wel eens lastig. "Maar het frustreert me niet. Veel van onze spullen geven we ook in bruikleen. Nu staan onder meer de allereerste consumentenradio en de Nipkowschijf bij Museum Hilversum. Gelukkig krijgen we regelmatig verzoeken voor bruikleen. Ik denk tussen de zes a tien keer per jaar. Dat is ook een manier om je collectie te gebruiken. En bij tijdelijke tentoonstellingen hier komen natuurlijk ook dingen uit het depot. Daarnaast krijgen we zelf ook wel eens iets in bruikleen. Bijvoorbeeld de collectie My First Sony spullen die nu boven staat. Een bijzondere collectie waarvoor we een aparte vitrine hebben ingericht."

Alice werkt sinds 2008 bij Beeld en Geluid en ze heeft behoorlijk wat ervaring met het collectioneren van spullen. Ze heeft vaak snel door of iets de moeite waard is. "Als ik een naam van een videorecorder of televisie hoor of lees, weet ik vaak al wel of we het hebben of niet“, vertelt ze lachend. “Maar soms komt er ook iets bijzonders voorbij. Laatst bijvoorbeeld een Bairdrecorder. We hebben alleen een Televisor van Baird, gebouwd uit een `bouwpakket` met daarin een Nipkowschijf. Dan is die recorder leuk om erbij te hebben."

Particulieren

Bijna alles komt volgens de medewerker acquisitie van particulieren. En die moeten het gratis af willen staan. Betalen doet Beeld en Geluid niet. "Daar hebben we het budget ook niet voor", vertelt Hans. "En mensen vergeten wel eens dat wij ook kosten maken. Onder meer voor opslag maar ook voor het registreren van spullen."

Soms is het volgens Alice wel eens jammer dat er geen budget voor aanschaf is. "Laatst kreeg ik een hele mooie Teleavia aangeboden. Een bijzonder design ook. Maar ze vroegen er geld voor. Dat ging dus niet door."

Als er dan toch iets gekocht wordt, hoeft het overigens niet meer te werken. "Dat gaan we ook niet uitproberen", vertelt Hans. "Veel te link ook. Stel dat het in de fik vliegt? Als het bij ons binnen komt, gaat de stekker het stopcontact nooit meer in."

De collectie bevat zeker een aantal topstukken volgens Hans en Alice. Vooral de collecties van zenderpioniers Corver en Idzerda worden door hen genoemd. "De eerste consumentenradio hoort daarbij, maar ook een aantal zelfbouwzenders en –antennes. Voor het grote publiek zijn dat dingen die misschien minder aantrekkingskracht hebben, maar liefhebbers weten dat zeker op waarde te schatten."

Zowel Alice als Hans werken met veel plezier bij Beeld en Geluid. Hans: "Ik vind het leuk om met zo’n omvangrijke collectie te werken. Het is een uitdaging om te zorgen dat het beheer en onderhoud ervan zo te doen dat mensen er over pakweg honder jaar nog kennis van kunnen nemen."

Bezoek de website van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid, en lees meer over Jan Corver of Steringa Idzerda op de Beeld en Geluid Wiki.