Review: Audio Alchemy DDP-1, DPA-1 en DPA-1M


Max Delissen | 23 oktober 2016 | Fotografie Fabrikant | Audio Alchemy

Merken die terugkomen van weggeweest; het is in de hifi niet ongebruikelijk. Wat minder vaak - eigenlijk bijna nooit - voorkomt is dat het ‘nieuwe’ bedrijf wordt geleid door dezelfde eigenaar als voorheen, die ook nog eens het team van weleer weer grotendeels bij elkaar heeft weten te brengen. Maar dat is precies wat het Amerikaanse merk Audio Alchemy heeft gedaan. Of, zoals ze het zelf zeggen: “You’ve grown up, so have we.”

Begin jaren ’90 van de vorige eeuw - als je dat zó zegt lijkt het nóg langer geleden - was de cd als geluidsdrager op zijn absolute hoogtepunt. Het was ook de tijd dat Audio Alchemy, een klein Californisch bedrijf, de audiomarkt bestormde met compacte en uiterst betaalbare apparaatjes die zoals de merknaam deed vermoeden magische dingen deden met je geluidskwaliteit. Hun ‘DAC-in the box’ van 200 dollar en hun DTI Jitterfilter zijn misschien wel de bekendste producten, maar wie de Wikipedia pagina over het merk bezoekt vindt een hele lijst van producten, van versterkers tot kabels, en van loopwerken tot voedingen, die door oprichter Peter Madnick en zijn team zijn ontwikkeld.

Het idee achter het merk is altijd geweest om geweldige producten voor een zo laag mogelijke prijs te maken. Om dat te bereiken werden enerzijds de beste ingenieurs aangetrokken en anderzijds bijvoorbeeld alleen eenvoudige behuizingen gebruikt - waar de schoonheid dus écht van binnen zat. Maar dat niet alleen, om de prijs laag te houden werden kleine marges gehanteerd die alleen zouden werken als de producten in groten getale zouden worden verkocht. En hoewel dat op zich ook wel gebeurde bleek eind jaren ’90 dat het nobele streven tóch te weinig had opgeleverd. Peter Madnick en zijn team gingen, na het beëindigen van Audio Alchemy, ieder huns weegs om bij andere bedrijven in de hifi ‘grote dingen’ te gaan doen. Ook Peter Madnick bleef ontwerpen, onder andere voor Constellation Audio. Toen hij in 2013 in de gelegenheid was om het oude merk nieuw leven in te blazen riep hij zijn team van toen - waar hij al die jaren contact mee had gehouden - weer bij elkaar en werd begonnen aan een serie nieuwe producten waarvan het resultaat centraal staat in deze recensie, die om logistieke redenen overigens plaatsvond in de uitstekende luisterruimte van Audio Alchemy dealer Audiofile in ’s-Gravenmoer.

Wat zit er in?

Het eerste dat opvalt als ik de nieuwe DDP-1 voorversterker, PS-5 voeding, DPA-1 stereo eindversterker en DPA-1M monoblokken bekijk is de veel hogere afwerkingsgraad dan waaraan we dertig jaar geleden gewend zijn geraakt. De smalle, afgeronde fronten herinneren me nog wel aan de vormgeving van destijds, maar het geborstelde aluminium frontpaneel en de fraaie witte verlichting van nu geven een aanzienlijk luxueuzere uitstraling. De DDP-1 voorversterker is feitelijk vier apparaten in één: een analoge voorversterker, een uitgebreide da-converter mét anti-jitter functie en een hoofdtelefoonversterker. De analoge en digitale gedeeltes zijn intern met schotten van elkaar gescheiden. Vroeger kocht je daar vier verschillende kastjes van Audio Alchemy voor die samen een vergelijkbaar bedrag kostten.

Er zijn twee analoge single-ended RCA-ingangen en een gebalanceerde XLR ingang aanwezig, en ook een single ended en een gebalanceerde analoge uitgang. De ingebouwde da-converter is goed voorzien van ingangen. Twee optische (Toslink), twee coaxiale, AES/EBU, USB en zelfs I2S. Verder vind je op de achterzijde een micro-USB ingang voor software-updates, een 12V trigger uitgang om andere apparaten mee in- en uit te kunnen schakelen, een standaard 9V bus-ingang voor de meegeleverde voeding en een luxere DIN aansluiting voor de optionele Power Station PS-5 voeding. Aan de voorkant zit uiterst links de bronkeuze/menu knop. Daarnaast twee knoppen die je nodig hebt bij het bedienen van het menu, dan het uiterst informatieve en goed afleesbare display waarvan je in het menu de kleuren kunt omkeren, vervolgens de knop waarmee je kiest tussen de hoofdtelefoonversterker en de voorversterker, de mute-knop en de volumeknop. Uiterst rechts zit dan nog de hoofdtelefoonuitgang. Het display geeft behalve de volumestand ook informatie over je gekozen ingang, de bitrate van je digitale signaal, welk filter je gebruikt en of je de Resolutie Enhancement aan hebt staan.

Opmerkelijk is dat de gebruikte DAC-chip van Asahi Kasei Microdevices (AKM, een Japans klinkende naam, maar het bedrijf is gevestigd in San Diego) een maximale resolutie heeft van 32bit/218kHz en ‘slechts’ enkele DSD resolutie kan verwerken. Ik maak me daar overigens niet zo’n zorgen over omdat ik denk dat hogere resoluties sowieso weinig of niet worden gebruikt (en gebruikt zullen worden) omdat ze technisch gesproken meer problemen opleveren dan dat je er geluidswinst uit haalt, maar dat is een discussie voor een andere plaats en tijd… Het filter biedt acht standen: F1: Linear phase met steile filterflanken, F2: Linear phase met brede filterflanken, F3: Minimum fase met steile filterflanken en F4: Minimum fase met brede filterflanken (apodizing). En dan allemaal ook nog mét of zonder Resolution Enhancer, die de bitrate omhoog rekent. Over het algemeen prefereer ik de Minimum fase filters omdat die een ‘analoger’ geluid geven. Bij de luistersessie viel mijn keuze dan ook weinig verrassend op F4 mét Resolution Enhancement; het ‘apodizing’ filter dat de pre-ringing (het opslingeren van het signaal voor er geluid is, wat in de natuur niet voorkomt) elimineert en de naslingering ook nog eens minimaliseert. In deze stand kreeg het geluid een uiterst precieze maar heerlijke laid-back klank die veel extra ruimtelijke informatie gaf. Dat verschil was overduidelijk.

Heel gaaf is dat je per digitale ingang kunt instellen welke combinatie van filter en Resolution Enhancer je wil gebruiken. Gebruikers die de USB ingang willen gebruiken voor een Mac computer kunnen meteen aan de slag, Windows-gebruikers zullen eerst een driver moeten downloaden en installeren. De meegeleverde afstandsbediening, tenslotte, ligt goed in de hand en is logisch ingedeeld. Het schakelen tussen bronnen kan er ook mee en gaat gemakkelijker dan met de draaiknop op het front van de versterker, waar na het selecteren van de bron de keuze ook nog moet worden bevestigd door op de ‘enter’ knop te drukken. In de praktijk zul je echter meestal de afstandsbediening gebruiken.

De PS-5 voeding zorgt voor een betere stabilisatie en buffering, en voorziet de analoge en digitale delen van de DDP-1 apart van stroom. Behalve dat je je DDP-1 voorversterker er een aanzienlijke kwaliteitsboost mee geeft is er weinig over te zeggen, maar méér hoeft een voeding ook niet te doen, toch? De DPA-1 eindversterker weegt relatief weinig, en dat verraadt dat er voor de output-stage gebruik wordt gemaakt van een Klasse-D versterker. In dit geval een Hypex module van de hand van Bruno Putzeys. De input-stage is echter volledig klasse-A, waardoor klank en efficiëntie op de best mogelijke manier worden gecombineerd. Aan de achterzijde vind je de twee geïsoleerde paartjes luidsprekeraansluitingen en de analoge (single ended en gebalanceerde) analoge ingangen. Een geaarde euro netentree maakt een brede keuze aan netsnoeren mogelijk en daarboven zit de 12V trigger input.

Op de voorzijde zit centraal de (verzonken) aan/uit knop die aan weerszijden wordt geflankeerd door twee niet gemarkeerde drukknoppen en helemaal links en rechts een LED. Die LED’s geven clipping aan, mocht die optreden, de drukknoppen hoef je op de meest rechtse na feitelijk maar één keer te bedienen. De meest rechtse is de Mute functie die je eventueel kunt gebruiken als je andere luidsprekers wilt aansluiten met de versterker aan, wat ik overigens niet adviseer, en de knop links daarvan geeft een 6dB hogere Gain voor als je een voorversterker met een lage output gebruikt of de eindversterker rechtstreeks vanuit een computer aanstuurt. De knop direct links van de centrale aan/uit knop is de RCA ingangskeuzeschakelaar en met de knop links daarvan kies je XLR als ingang. De DPA-1M monoblokken zijn in feite hetzelfde opgebouwd als de stereo-versie maar hebben slechts een enkele analoge RCA en XLR ingang op de achterzijde. De DPA-1 levert 125 Watt aan 8 Ohm en 200 Watt aan 4 Ohm, de DPA-1M levert 325 Watt aan 8 Ohm en 400 Watt aan 4 Ohm, wat vreemd lijkt maar gebruikelijk is bij de toegepaste klasse-D modules.

Pagina 2: luisteren en conclusie

Luisteren naar beide sets

De opstelling zoals die door Audiofile op mijn verzoek was neergezet bestond uit de DDP-1 voorversterker, die via gebalanceerde Crystal Cable Standard kabels werd verbonden met de verschillende Audio Alchemy eindversterkers. De luidsprekerkabels waren van Tellurium Q (Ultra Black) en de Aurender N10 streamer die als bron diende was met een Tellurium Q USB kabel op de da-converter in de DDP-1 aangesloten. De luidsprekers van dienst waren de TAD CE1 monitors, wat een combinatie opleverde waarmee Audio Alchemy het afgelopen half jaar op twee belangrijke shows al zeer hoge ogen had gegooid. Ik begon met de DPA-1 stereo eindversterker die al stond te spelen toen ik binnenkwam.

Als opwarmertje, omdat het zo goed klinkt en zo lekker luistert, maar ook omdat ik het erg goed ken, begon ik met het album ‘Come Fly With Me’ van Trio Pim Jacobs. Wat meteen opviel was dat de combinatie een prachtig ruimtelijk plaatje neerzette en dat er veel druk achter het geluid zat, wat een grote suggestie van realiteit gaf. Er was rust in de weergave, het klonk allemaal heel erg moeiteloos en de piano van Pim klonk zeer schoon en met fraaie klankkleuren. De bekkens van drummer Peter Ypma hadden een mooie glans maar klonken eerder warm dan schel, en de contrabas van broer Ruud Jacobs knorde lekker en zonder de overdruk in het lage middengebied die zo’n roeiboot vaak wat ‘boomy’ laat klinken. Bij wat vollere muziek, de verrukkelijke latin jazzrock van Azymuth, was opnieuw die grote ruimtelijkheid opvallend, maar nu kwam ook de uitstekende dynamiek tot uitdrukking. Zowel grote als hele kleine geluiden en geluidjes werden strak en snel en met de juiste druk weergegeven. De timing van het geheel was van zeer hoog niveau, waardoor de weergave ritmisch zeer sterk was en me heel snel naar de muziek deed luisteren in plaats van naar de apparatuur.

Vervolgens een stukje Beck, het album ‘Sea Change’ in 24/96 HiRes uit de Pono Shop van Neil Young. Hier hoor ik een zeer hoge graad van verfijning, druk en klankkleur. Het plaatje is groot en verrukkelijk natuurlijk. Nu valt me ook op dat het hele kleine randje aan het geluid dat ik associeer met oudere Klasse-D ontwerpen echt volledig ontbreekt. Ik durf bijna te zeggen dat als me was verteld dat ik naar een klasse-A versterker zat te luisteren dat ik het geloofd had. Ook als ik het volume even heel erg laag zet valt op dat het beeld blijft staan, dat de druk in het geluid waarneembaar blijft en dat het niet dunnig gaat klinken, alleen veel zachter. Voor we overschakelen naar de monoblokken luister ik nog naar de tracks Kassensturz en Sphinx van het album ‘Rondo A Tre’ van Sigi Schwab en Percussion Academia. Naast de opnieuw vlekkeloze dynamiek en timing hoor ik voor het eerst heel duidelijk dat de gitaarversterker van Schwab licht bromt. Uiteraard verdienen ook de luidsprekers van TAD daar een groot compliment voor, maar wat ze niet voorgeschoteld krijgen kunnen ze natuurlijk ook niet weergeven.

De monoblokken krijgen tijdens de lunch even een half uurtje om op te warmen, waarna de luistersessie wordt hervat met dezelfde tracks als die ik op de stereo eindversterker beluisterde. Al bij de allereerste tonen werd duidelijk dat ik hier écht met de overtreffende trap te maken had. De DPA-1 stereo eindversterker speelde op zich al heel geloofwaardig aan de niet erg gevoelige (84dB/2,83V/1m) TAD luidsprekers, maar de monoblokken deden nog een flinke extra schep bovenop alle goede eigenschappen die ik eerder hoorde. De muziek werd nog vloeiender, er was meer druk, de dynamiek was groter en met name het ruimtelijk beeld nam met minstens de helft in omvang toe. Om groot orkestraal werk te testen luisterde ik op behoorlijk hoog volume naar een uiterst grappige opname (op Telarc) van de niet bestaande componist PDQ Bach, een pseudoniem van de Amerikaanse componist Peter Schickele, die het eveneens niet bestaande Turtle Mountain Naval Base Tactical Wind Ensemble het Rondo Mucho Grando uit de Grand Serenade For An Awful Lot Of Winds And Percussion laat spelen. Humor in de muziek? Ja graag! En zeker als er zulke ongelooflijk precies gespeelde en virtuoze heerlijke onzin als hier wordt gebracht. Wie de reputatie van de Telarc opnames op het gebied van dynamiek wel kan waarderen moet zich beslist een exemplaar van deze cd aanschaffen. De set met de DPA-1M monoblokken wist de TAD monitors tot grootste prestaties te dwingen. Het beeld bleef volledig intact, ook toen we het volume nog en stukje verder opendraaiden. De ruimtelijkheid strekte zich tot ver in de hoeken van het geprojecteerde plaatje uit en het knalde, echt, het knalde…

Conclusie

Uiteraard verwacht je voor bijna de dubbele prijs, en met meer dan het dubbele vermogen, ook wel wat betere prestaties, maar zó groot had ik de verschillen niet verwacht. Is de DPA-1 stereo eindversterker daarmee minder goed? Zeker niet! Alleen zou ik die met een iets bescheidener luidsprekersysteem combineren. Iets met een wat hoger rendement bij voorkeur. En dan heb je er, voor het geld, echt een buitengewoon goede versterker aan die een hele fijne klankmatige balans koppelt aan kracht en souplesse. Als je een stap hoger wil kun je terecht bij de DPA-1M monoblokken, die van alles gewoon méér geven, maar die qua klankkarakter niet significant verschillen van het stereobroertje. De voorversterker, waarvoor ik me bij deze recensie vooral op het digitale deel heb geconcentreerd, is een snoepje, zeker in combinatie met de extra voeding die - een beetje in lijn met wat je hoort als je van de stereoversterker naar de mono’s overschakelt - meer rust en ruimtelijkheid, power en dynamiek brengt. Tot slot wil ik graag nogmaals benadrukken dat de set vooral gewoon heel erg lékker klinkt. Als je ziet wat je er allemaal voor krijgt is de prijs/kwaliteit verhouding van de nieuwe Audio Alchemy, ondanks de toch wat hogere prijs van vandaag de dag, gewoon nog steeds super. Net als toen. Alleen zijn we inmiddels allebei een beetje volwassener geworden. En dat voelt goed.