Review TAD Compact Reference CR1


Ruud Jonker | 03 januari 2015 | TAD
Dit artikel werd oorspronkelijk geplaatst op 05 november 2014

Af en toe gebeurt er nog wat in de hardware industrie. Audio is verworden tot een overwegende ‘me too’-activiteit waar innovatie ver te zoeken is. Elke maand komen er nieuwe producten op de markt waarvan je je af kunt vragen wat de toegevoegde waarde is. Alleen in de luidsprekerbouw is sprake van structurele vooruitgang.

Maar, als u denkt aan een monitorluidspreker die in China is gebouwd, leidt dat waarschijnlijk niet direct tot een gang naar de winkel. Als u weet dat TAD de professionele luidsprekerdivisie is van Pioneer, verschijnt er misschien een glimlach, gezien de reputatie van dit merk. Maar wie de TAD Compact Reference CR1 een keer goed heeft gehoord, brengt de nacht door op een matras, wachtend tot de winkel haar deuren opent om 9.00 uur.

Een van de lastigste aspecten van het recenseren en luisteren is om wat je hoort meteen te kunnen duiden. Waarin is de luidspreker of versterker nou uniek? Wat doet zo’n apparaat wat anderen in mindere mate hebben? Waarom klinkt het zoals het klinkt en wat is daar nou bijzonder aan? Het is ook een strijd tussen pure ratio en intuïtie. Die laatste herkent ogenblikkelijk waar je mee te maken hebt. Dat werkt feilloos. Alleen, de ratio rolt daar overheen. Dat stemmetje roept dat zoiets niet kan en dat er wellicht sprake is van misleiding of van een gelukkige toevalstreffer. Dat gebeurde enkele jaren geleden op de High End in München. Op een vloerkleed, midden in een enorm grote en vooral lege ruimte, bevonden zich twee vloerstaanders van het merk TAD. Wel eens van gehoord, maar soms blijven dingen ergens onder de attentiehorizon hangen. De muziek die speelde, klonk onwaarschijnlijk goed. Die vermaledijde intuïtie registreerde binnen een seconde de heel bijzondere eigenschappen van deze luidsprekers. Het was eigenlijk een ‘aha-erlebnis’ van het shockerende soort. Maar dan de ratio. Meteen twijfels. Eigenlijk kan dit niet… Is hier niet sprake van een of andere ‘dirty trick of the night’? Is het een uitzonderlijke toevalstreffer, waarbij de importeur toevallig nou net de juiste versterker aansloot, de akoestiek even gunstig uitpakte, de temperatuur en luchtvochtigheid in de ruimte meewerkte en er ook nog een uiterst zorgvuldig geselecteerd stukje muziek speelde? U kent dat wel van audioshows.

Als het niet klinkt, ligt het aan de elektriciteit, het plafond, de nog niet ingespeelde kabels, steriele neutrino’s (donkere materie) of de verkeerde cones. Als het toevallig goed klinkt heeft die importeur dat natuurlijk zelf veroorzaakt, meestal per ongeluk. Er zijn een aantal personen in deze wereld die uitzonderlijk begaafd zijn in het tunen van systemen. Die krijgen nog een bovengemiddeld resultaat uit spullen die voor geen meter deugen. Kortom, je vertrouwt niet op die feilloze intuïtie, maar bedenkt allerlei mitsen en maren. Terwijl het gewoon voor je neus en niet eens in een virtuele wereld gebeurt. Het probleem is dat wij alles willen verklaren en begrijpen. Maar zo’n perfect klinkend systeem en de ten gehore gebrachte muziek, communiceren niet met je ratio. Ze vormen een one-way ticket en komen regelrecht binnen op je gevoelsniveau. De emotie die dan ontstaat, is identiek aan wat er gebeurt tijdens de confrontatie met live muziek. Echte instrumenten, een echte akoestiek, echte klanken. Een betrokkenheid en niet-vrijblijvendheid die live muziek en dit TAD-systeem afdwingen. Het is onmogelijk om langer dan tien seconden ‘technisch’ te gaan luisteren. Dat lukt alleen vakmatig gestuurde recensenten en audiofielen die de weg kwijt zijn.

Tijdens de rit naar huis, op de Autobahn, gaat de strijd tussen intuïtie en ratio rustig verder. Dat leidt echt af, zeker als de teller van het voertuig 265km/uur aantikt, bomen verworden zijn tot een vage groene streep en je eigenlijk de focus moet richten op andere automobilisten en Hollanders met een hoog risicoprofiel in de vorm van vakantieverkeer. Maar, in gedachte is het gewoon mogelijk om door te luisteren naar dit systeem. Wat gebeurt er nou? Hoe kan dat? Toevalstreffer of echte innovatie? Je probeert te analyseren, te begrijpen, te rationaliseren, te relativeren en de uniciteit uiteindelijk in een lijstje met vijf punten te krijgen. Een haast autistische behoefte aan structuur en een verklaarbare wereld. Identiek aan een korte uitleg over het bijzondere van de gravitatiewet of de evolutietheorie. Maar, terug naar de waan van de dag verdwenen de TAD’s weer van de agenda. In Nederland op dat moment vrijwel onbekend en zonder vertegenwoordiging. Maar zo nu en dan, net als de blijde herinnering aan je eerste vriend of vriendin, komen die TAD’s weer even terug. Was het een geldige waarneming indertijd, was het zinsbegoocheling of gewoon een bad trip op basis van het bier uit Beieren?

Enkele jaren later…
Andere locatie en wel bij Rhapsody Hilversum, ander systeem en nu geen Beiers bier maar wederom een TAD-luidspreker. Weer die tien seconden. Die bepalen tijdens een sollicitatiegesprek of je mag blijven en tijdens een date of je met haar naar huis mag. De grote TAD grijpt je vast en houdt je in een ijzeren greep. Het woord fascinerend is hier een understatement. Vervolgens de belofte om de kleinere monitors binnenkort even aan te reiken. Die staan nu in de luisterruimte. Als de prijs een nulletje minder zou hebben, zouden ze niet meer weg gaan. En niet alleen vanwege de logistiek om die zware dingen hier te plaatsen.

TAD
Technical Audio Devices Laboratories Inc. (TADL) is een divisie van Pioneer. Zij ontwerpt en bouwt luidsprekers, elektronica en opereert voor de professionele- en consumentenmarkt. Het basisidee achter TAD is om dusdanige technieken te ontwikkelen dat het live-geluid zo perfect mogelijk wordt weergegeven. Technologie staat daarbij in dienst van dit streven en producten worden niet ontwikkeld vanuit technologie omwille van de technologie. Dat klinkt hier als een afgezaagde marketingkreet, maar is wel degelijk herkenbaar in het eindresultaat. Muziek moet de energie en de impact hebben van echt live-geluid. Daarnaast moeten die producten volgens de hoogste standaarden op het gebied van design en materiaalgebruik ontwikkeld zijn. Wel, het is bekend dat diverse Japanse audiobedrijven van tijd tot tijd kwamen met stof opwaaiende producten. Een aantal absolute topproducten van Sony, Luxman, Sansui, Accuphase, Audio Note en (het Japanse) Marantz kennen nauwelijks hun gelijken. Pioneer bouwde derhalve rond 1997 een research center voor luidsprekerontwikkeling in South California. Andrew Jones werd daar hoofd development. Andrew Jones is bekend vanwege zijn ontwikkelingswerk voor KEF, waar hij in 1989 chief engineer werd. Laurie Fincham (bekend van Goodmans en KEF) vertrok toen naar Harman.

Later volgde Jones dezelfde weg als Fincham en stond op de loonlijst van Infinity’s Northridge division. Dat is Harman’s denktank, waar onder andere talenten als Floyd Toole te vinden zijn. Dat resulteerde in een aantal weergaloze luidsprekersystemen waaronder de MTS Prelude, de actieve mini-monitor uit dezelfde productfamilie en topproducten van Revel en JBL. Vanaf 1997 werken beide heren voor Pioneer in California en dat gaf eveneens aanleiding tot een aantal spectaculair goede ontwerpen. Denk aan Pioneer’s S-1EX en BS-41-LR monitoren. Toch werd de belangstelling van de audiofiele wereld pas gegrepen tijdens de introductie van de TAD Reference One (het systeem dat in München speelde en enkele weken geleden in Nederland) en de Compact Reference CR1. Beide luidsprekers zijn het werk van Andrew Jones, die voor KEF werkte aan de Uni-Q driver. Bij deze driver is de high frequency unit in het centrum van de midrange geplaatst. De akoestische centra komen dus overeen, waardoor het radiatiepatroon geen discontinuïteiten vertoont. De nieuwe Coherent Source Transducer (CST) van TAD is op hetzelfde principe gebaseerd en vormt feitelijk de basis voor het geleverde prestatieniveau. De diafragma’s zijn gemaakt van Beryllium. Dat is erg licht en onvervormbaar. De vorm van de diafragma’s is berekend met behulp van computer simulaties. Er is dan ook sprake van een echte ‘pistonic’ response en de CST-driver bereikt moeiteloos 100kHz. De 8-inch woofer heeft een uiterst lineaire response en beschikt over een conus van tri-laminate. Het achterpaneel is van aluminium, net zoals de base van de monitor. In de base zit het filter en boven het filter de rechthoekige poort van de low frequency driver. Die poort is ontwikkeld middels moderne technieken om hoornluidsprekers te berekenen, die niet meer kleuren en/of beamen. Het cabinet is van gebogen mdf met een interne bracing van CNC-plywood structuren. De monitor past via twee geleidepinnen op de optionele houten stand en wordt dan met een Allen bolt vastgezet. Dat klinkt allemaal als een omgekeerde marketingfolder, maar wie de monitor in werkelijkheid ziet zal verbaasd zijn over het extreem hoge niveau van afwerking. Dat is ongekend in de luidsprekerbouw. Feitelijk komt alleen Sonus Faber in de buurt en een enkel verdwaald product van andere komaf.

Specs en opbouw

Wie een TAD beluistert, zal snel tot de conclusie komen dat de specificaties eigenlijk totaal oninteressant zijn. De bedoeling is om naar muziek te luisteren en niet naar specs. Daarom alleen de highlights. Het frequentiebereik loopt van 32Hz tot 100.000Hz. Die 32Hz is een redelijk harde grens, daarna is de afval 6dB. De gevoeligheid is 86dB en de impedantie 4 Ohm. Het gewicht, inclusief stand, is 62kg (46 en 16). Het systeem is dan 1.20m hoog, ongeveer 45cm diep en 36cm breed.

De naam monitor suggereert een kleine luidspreker en in principe is de Compact Reference niet onbehoorlijk groot. Door marktontwikkeling is de consument opgezadeld met steeds kleinere luidsprekers, want marketeers hebben in hun oneindige kortzichtigheid bedacht dat luidsprekers in een kamer zo klein mogelijk moeten zijn. Maar in de jaren zeventig en tachtig waren dit soort flinke afmetingen gebruikelijk voor luidsprekersystemen. Denk maar aan de weergevers van Magnat, B&W, KEF, Tannoy en TDL. De verdere gegevens en een uitleg over de techniek is te vinden op de TAD-site. Een ding is in ieder geval zonneklaar. Deze TAD-weergevers zijn van het type dat niemand voorlopig even nabouwt. Los van de gebruikte computertechnologie en geavanceerde technieken, hebben deze weergevers een absoluut USP (unique selling point) dat bij veel andere luidsprekers ontbreekt, of in mindere mate ontwikkeld is. Meer daarover tijdens de luistersessies.

Opbouw
Zoals altijd werden de TAD’s hier opgesteld en aangesloten op wat even voorhanden was. De basisgedachte is dat een echt goed product meteen de potentie openbaart. Daar is in alle redelijkheid een relatie met de akoestiek en de versterking. Een Ferrari voelt zich ook niet helemaal lekker binnen een woonerf. Maar voor de rest is er niets voor nodig. Geen speciale kabels, plateaus, cones of voodoo induced wijwaterkwasten. Op het moment dat er ontwerpfouten in een product, of een gebrek aan kwaliteit gecompenseerd moeten worden met dit soort kunst- en vliegwerk, is het einde zoek. Het simpele geheim van goed geluid is het vinden van de key-match tussen de versterker en de luidsprekers. Vervolgens moeten die luidsprekers dan op de juiste plaats staan in een omgeving met een goede akoestiek. Door de keuze van bronnen en de kwaliteit daarvan kun je dan opschalen in eindkwaliteit. Een elpee klinkt beter dan een mp3-bestand. Tussen cd-spelers zijn kleine verschillen in ruimte, dynamiek en klank.

In werkelijkheid zijn er meerdere goede matches te vinden tussen luidsprekers en versterkers. Dat geeft altijd subtiele of iets grotere accentverschuivingen. Sommigen noemen dat een ‘verschil in smaak’. Denken in ‘smaakverschillen’ ten aanzien van geluidsweergave past bij audiofielen die net komen kijken. De beste match benadert zo nauwkeurig mogelijk het geluid dat via de zogenaamde microfoonfeed komt. Eén op één met de microfoonfeed is feitelijk de hoogst haalbare vorm van realiteit binnen de huidige audioweergave. Aan de andere kant is het nagenoeg onmogelijk om een systeem samen te stellen dat alle geluidsmatige eigenschappen uit die feed volledig presenteert.

In dat opzicht is elk systeem een compromis en in zekere zin de weerslag van een keuze met betrekking tot welke eigenschappen het meest uit de verf moeten komen. De TAD Compact Reference CR1 heeft hier dan ook gespeeld met vijf verschillende elektronica-configuraties. Allemaal heel dicht bij die microfoonfeed, maar steeds met een net iets andere verdeling van de accenten over fundamentele geluidsmatige eigenschappen. Daarmee is het geluidsbeeld subtiel te manipuleren. Een aangesloten solid state powertrain accentueerde iets meer de enorme rust, zijnde een inherente eigenschap van de TAD’s. Een tube-configuratie schoof elementaire accenten wat meer in de richting van verder toenemend realisme. Om de prestaties van deze monitor werkelijk naar het allerhoogste niveau te krijgen, werd voor de gelegenheid elektronica uit de US ingezet. Een voorversterker en eindversterker uit het jaar 1956. Naast een zeer tot de verbeelding sprekende vintage set zo’n beetje het beste dat beschikbaar is. Zo kon het dus dat deze set overgenomen werd van een beroemde filmregisseur uit LA, een verzamelaar die al eerder materiaal voor de luisterruimte leverde. Met de A380 vanaf LAX (Los Angeles International Airport) naar Frankfurt en van daaraf verder. Ondertussen was alle technische informatie ook onderweg vanuit de VS. Na aankomst werd de apparatuur zorgvuldig teruggebracht naar de originele specificaties. Gerestaureerd, nagemeten en losgelaten op de TAD’s.

Al die moeite heeft minder zin indien de akoestiek tegenwerkt. De invloed van de akoestiek is key om een goed resultaat te kunnen bereiken. De luisterruimte hier is ontworpen op basis van akoestische adviezen van een bekend Duits bureau op dat gebied. De galmtijden zijn ideaal, net zoals de rest van de akoestische eigenschappen. Bij metingen staat er simpelweg een rechte lijn op het scherm. Dat werd bevestigd door de metingen met apparatuur van Trinnov. Alleen al op basis van de akoestiek klinkt vrijwel alles dat je hier neerzet erg goed. Dat maakt in principe nog niet meteen een goed geluid, maar biedt alleen een redelijk optimale startconditie. De Compact Reference is uiteindelijk gematched en getuned op een maximale holografische ruimtelijke weergave, een volledig amplitude-lineair frequentiebereik, maximale dynamiek, maximale detaillering, een zo realistisch mogelijke weergave van klank en op de factor ‘afwezigheid in de vorm van dat je naar elektronica luistert’. Dat leest allemaal heel simpel, maar hier is werkelijk alles uit de kast getrokken om een absolute ‘stellar performance’ te krijgen.

Luisteren

De TAD Compact Reference CR1 heeft onmiskenbaar een aantal zeer herkenbare eigenschappen. Maar, in geval van deze luidspreker zijn die feitelijk niet waarneembaar als individuele entiteiten tijdens de weergave, in de zin van dat je naar een weergever luistert met herkenbare tekortkomingen, een eigen karakter en een bepaalde invloed op het geluid. Deze luidspreker is dus een zo transparant mogelijke factor in de keten. De eigenschappen die de TAD heeft, liggen veel meer in lijn met de muziek en met wat er nodig is om geluid op de juiste manier weer te geven. Het ontwerp van de TAD versterkt dus de kwaliteiten die inherent zijn aan live-weergave. Er is niet een gevoel dat de techniek de juiste presentatie van live-geluid tegenwerkt, zoals het geval is met een aantal andere luidsprekers en elektronische componenten.

Het is dus nagenoeg onmogelijk om deze weergevers te beschrijven zoals gebruikelijk in een standaard luidspreker review. Daar lees je dan dat een systeem kleuring heeft in het midlaag, enigszins teruggetrokken in het hoog en een enge resonantie in het overgangsgebied. Het punt is gewoon dat de TAD er niet is. Het is geen hoorbare factor. Als je je ogen dichtdoet dan is er alleen een werkelijk onbehoorlijke ruimte met haast fysieke aanwezigheid van stemmen en instrumenten en een fenomenale en vlijmscherpe focussering. De Compact Reference staat daarmee aan de top en is de maat der dingen. Als er al iets systeemmatigs hoorbaar is, dan zijn het de eigenschappen van de opname, de bron en de versterking. Deze luidspreker belicht genadeloos de eigenschappen van alles dat aangesloten staat. De Compact Reference vraagt dus om het beste op het gebied van versterking en bronnen. Dat is uiteraard zeer nadrukkelijk iets heel anders dan het duurste.

Maar goed, een recensent komt niet weg zonder de weergave in kunstmatige stukken te hakken, deze uit hun samenhang te trekken en een paar analyserende opmerkingen te maken over alleen die luidsprekers. Dat komt tegemoet aan het gangbare ‘eilanddenken’ over audiocomponenten. Het gaat dan over individuele kabeltjes, weergevers, drivers, filters, versterkers en cd-spelers. Zulke consumenten gaan naar de winkel om een voorversterker te kopen. Iemand die het echt begrijpt gaat naar de winkel om een systeem te kopen dat muziek op de juiste manier weergeeft. Zo’n verzoek maakt van de winkelier meteen een systeemdeskundige en integrator in plaats van een dozenschuiver. Zo’n winkelier verkoopt dan ook een oplossing in plaats van merkjes en prijskaartjes.

Om dan toch even die oogkleppen op te zetten, valt er van de TAD Compact Reference te vertellen dat het frequentiebereik onder de 30Hz geleidelijk afvalt. Voor iemand die kickt op werken met 32-voets orgelregisters, subsone Moog-klanken en moderne dance-music zijn er twee grotere TAD-modellen. Maar, get real, hoeveel content onder de 30Hz zit er in het merendeel van alle muziek? Een volgende eigenschap van de TAD’s is het werkelijk schrikbarende niveau van detaillering. Dat is dus echte en volstrekt natuurlijke detaillering. Hetgeen normaal waarneembaar is voor iedereen die bij een klassieke uitvoering zit. Daar kun je gewoon vanaf rij 1 t/m 20 de ademhaling van de violist horen, het kraken van de pianokruk, de kleppen van blaasinstrumenten en alle mogelijke subtiele geluiden die aanwezig zijn. Het is niet de opgefokte scherpte in systemen, die luisteraars ten onrechte afficheren als detaillering. Die detaillering is fascinerend. Het fijnzinnige palet van uiterst subtiele klanken en gebeurtenissen veroorzaakt het spannende in de weergave. Het onontkoombare. Het dwingt tot luisteren en tot volkomen betrokken zijn. Het maakt het verschil tussen het achtergrondbehang van mindere systemen en een ‘auditieve thrill ride’ op standje twaalf. Tussen een muggensteekje en een vallei-orgasme.

De CST-driver, die veel verder doorontwikkeld is dan bij de KEF-modellen, is feitelijk de hoofdverantwoordelijke voor de prestaties van de TAD-luidsprekers. De enorme lineariteit en de omvang van het frequentiegebied, de dynamiek, de neutraliteit, de echtheid van de klank, de detaillering, de spectaculaire stageafbeelding, de transparantie, de focussering, de snelheid van het geluid en de exact in balans zijnde superlineaire laagweergave. De TAD-luidsprekers zetten elektrostaten en een groot deel van de concurrentie redelijk voor schut.


Een uiterst realistische afbeelding
Maar nu komt het systeemdenken. Wat is nou realiseerbaar met een systeem rondom de TAD-weergevers? De issue is dat het nagenoeg onmogelijk is om in woorden uit te drukken wat een goed getuned en geoptimaliseerd systeem doet. Je kunt ook niet door de telefoon uitleggen hoe een bepaalde tint blauw of groen eruit ziet. Termen die gebruikt worden om audiosystemen te beschrijven, zoals dynamiek en detaillering, zijn van toepassing op elk systeem. U hoort dat thuis, op een show en ook in een winkel. Het punt is alleen dat daar gradaties in zijn. Daar zitten nou net de kwaliteitsverschillen. De ruimtelijke weergave van een TAD is een heel andere dan welke wellicht overeenkomt met uw referentiekader.

In woorden is de grote verdienste van het systeem rondom de TAD’s, dat er een geluidsbeeld staat met een onwaarschijnlijke transparantie. Er staat geen systeem. Er staat alleen (met de ogen dicht) een uiterst realistische afbeelding van een groep musici. Het is grijpbaar en haast fysiek aanwezig. Ten tweede grijpt die geluidsmatige prestatie je op een ongelooflijke manier bij je lurven. Het is onontkoombaar. Het dwingt een enorme betrokkenheid af. Het is niet mogelijk om te luisteren en tegelijkertijd de krant te lezen. Het systeem vraagt om de volle aandacht. Dat werkt heel verrassend. Voor degenen die in de luisterruimte zijn geweest, was de ervaring ronduit shockerend.

Maar, zoals al opgemerkt doen deze TAD’s iets dat bij veel andere luidsprekers minder ontwikkeld is. Wie echt goed kan luisteren, kent misschien het fenomeen dat echte muziekinstrumenten tijdens weergave via een systeem iets missen. Vrijwel elke opnametechnicus kent dat verschijnsel. Tijdens de weergave klinken instrumenten en stemmen minder vol, hebben een minder ontwikkelde klank, minder body, klinken minder ruimtelijk en lijken een beetje op een ‘cardboard image’ van het echte instrument. Ook is het gemak, de muzikale ‘flow’, het natuurlijke en vanzelfsprekende van live stemmen en instrumenten tijdens de weergave minder. Veel peperdure high-end systemen klinken dodelijk saai, onbetrokken en missen volledig de natuurlijke flow en vrijheid van echte muziek. Hoe kun je een systeem realistisch en natuurlijk laten klinken? In de luisterruimte wordt daar al tien jaar onderzoek naar gedaan. Langzamerhand komt daar een rijtje factoren en eigenschappen uit die aanwezig moeten zijn en waar mee te manipuleren valt om dat realisme te bereiken. Wie de TAD’s goed analyseert kan elk designfeature terugleiden naar de mate waarin deze het waargenomen realisme faciliteert. Voor nu betekent het dat dit systeem op een spectaculaire manier muziek maakt. Stemmen en instrumenten, maar ook de gehele presentatie klinken uiterst natuurlijk en realistisch. De TAD’s komen daarmee veel meer in de richting zoals live-instrumenten klinken. Het is simpelweg fascinerend om dit te beleven. Je wordt volledig in de muziek gezogen. Als illustratie dient een stukje studiowerk van Destiny’s Child. Op uw autoradio of op een minder audiosysteem schakelt u dat misschien uit als zijnde ongestructureerde herrie. Maar veel producers van moderne muziek kunnen fascinerende mixen maken, met een ontwikkeld oor voor geluidskwaliteit. ‘Bills, Bills Bills’ klinkt dan ook uiterst spannend. Elke technische grap die de technicus uitvoerde is genadeloos en in detail te volgen. Het klinkt extreem realistisch. Het staat voor je alsof je zelf in die studio staat. Zelfde voor de beroemde (en zeldzame) ‘Slam Bam mix’ van Frankie goes to Hollywood.

The day after
Als u dit leest zijn de TAD’s allang uit de luisterruimte verdwenen en hebben er inmiddels vier andere luidsprekersystemen gestaan. Macht corrumpeert en luxe went. Luxe went heel snel. Rij maar een keer in een echte auto. Na twee dagen treedt er al gewenning op. Totdat je weer overstapt in je eigen ondermaatse vehikel. Dan merk je pas hoe groot het verschil is. Hetzelfde effect is er als de TAD’s plaatsmaken voor andere systemen. De vraag is dan echt gerechtvaardigd waar sommige fabrikanten nou eigenlijk mee bezig zijn. Of ze wel oren aan hun kop hebben of wel eens een simpel muziekinstrument in het echt hebben gehoord. Het merkwaardige is dat zulke luidsprekers iemands standaard worden. Dat is ook normaal. Totdat je iets beleeft dat echt beter is. Dat zet een nieuwe referentie. Het is dan heel moeilijk om terug te schakelen. Je moet echt afkicken. In geval van de TAD’s is een kortdurende therapie niet ondenkbaar. Rondjes rennen rond het Vondelpark. Als u echt gelukkig wilt blijven met uw huidige systeem, blijf dan ver uit de buurt van de TAD’s.

Conclusie
De ontwikkeling van luidsprekers is een evolutionair en geen revolutionair proces. Luidsprekers zijn en blijven in principe de zwakste schakels in de keten. Daarom is er vanaf het begin altijd veel ontwikkeling geweest op dit gebied, terwijl veel andere sectoren slechts stilstand of pseudo-ontwikkeling lieten/laten zien. Door nieuwe technieken, de komst van computersimulatie en nieuwe materialen is de ontwikkeling van luidsprekers de laatste vijftien jaar in een stroomversnelling geraakt. Interessant daarbij is dat de intentie om betere producten te maken en echt innovatief te zijn voor een deel bij grote bedrijven vandaan komt, waar je dat niet altijd zou verwachten. Denk aan Pioneer, Harman en Paradigm. TAD ontwerpt en bouwt momenteel state-of-the-art systemen. De focus ligt op eigenschappen als muzikaliteit, transparantie, betrokkenheid en realisme. De TAD Compact Reference CR1 monitor behoort momenteel bij de absolute top in de markt. Het is de beste monitorluidspreker die hier ooit gespeeld heeft. Onwerkelijk goed en killing voor de concurrentie. Deze weergever is een ‘major design success’.

Prijs
TAD Compact Reference CR1   € 40.000,- per paar
TAD-ST1 Speaker stand    € 3.700,-    per paar

Klik hier voor meer informatie over Rhapsody, het verkooppunt van TAD