Het wonder dat stereo heet


Marc Brekelmans | 10 februari 2009 | Fotografie Marc Brekelmans

Eigenlijk is stereo een klein wonder: twee luidsprekers die samen een compleet orkest of een band laten verschijnen. Je hoort muziek uit het schijnbare niets tussen de luidsprekers ontstaan, waarbij geluiden volledig driedimensionaal voor je neus worden geprojecteerd. En dat uit slechts twee kastjes.

Mits goed uitgevoerd, brengt stereoweergave de muzikanten bij je in huis. Een zangeres lijkt tussen de luidsprekers te staan, met naast, voor of achter haar de muzikanten. Met de ogen dicht zijn de muzikanten zo aan te wijzen, zanger(es) midvoor, drummer rechtsachter, lead-gitarist op de linkervleugel en de bassist rechts in het centrum. Goed opgestelde luidsprekers klinken als één.

Het is een beetje vergelijkbaar met de aloude Viewmaster. Ook deze maakt van twee, net iets van elkaar verschillende ‘platte’ plaatjes, een driedimensionaal geheel. Je hersenen worden door de verschillende beelden voor het linker- en rechteroog in de veronderstelling gebracht dat er diepte in het plaatje zit. Stereoweergave haalt via je oren dezelfde truc uit met je brein.

Bij stereoweergave komt er uit beide luidsprekers dus ook een net iets verschillend geluidssignaal. In het begintijdperk werd trouwens ook driftig gedemonstreerd met het ping-pong-principe. Misschien ken je die platen nog wel, blaffende hond uit de linkerluidspreker, dichtslaande deur uit de rechterluidspreker. Ook muziek werd in die tijd zo opgenomen; saxofoon uit de linkerspeaker, drums uit de rechter. Leuk voor het effect, maar met echte stereoweergave had het weinig te maken.

Gelukkig heeft dat niet lang geduurd en zijn er uit de jaren ‘50 van de vorige eeuw prachtige opnames bekend die de kwaliteit van veel moderne overstuurde en heftig gecomprimeerde cd’s ver overtreffen. Maar dat is een andere discussie.

Super Stereo!

We vonden in de archieven van Hifi.nl nog een demonstratie-elpee uit de beginjaren van de stereofonie. De begeleidende tekst willen we je niet onthouden:

‘Stereo! - Een magische klank, een fonkelend woord dat ruimte en diepte suggereert. Definitieve triomf van een der rijkste verworvenheden uit de techniek: het registreren en weergeven van geluid als ‘ruimtelijke geluidservaring’ (stereofonie). Tot in de fijnste klankschakering naar de groeven van de langspeelplaat overgebracht en bij weergave precies zo klinkend als wanneer twee menselijke oren natuurlijke geluiden opvangen. Want men zou kunnen zeggen dat de wegen waarlangs het geluid op de plaat is gekomen, verdubbeld zijn.’

‘…de langspeelplaat verrees uit haar experimentele stadium met als resultaat het fraaie product, dat vanaf 1949 de markt ging veroveren. Dat betekende al direct een aanzienlijke verbetering van de klank, samengevat in het begrip ‘High Fidelity’ of wel ‘hoge betrouwbaarheid’ van de weergave. Maar toch…het was nog steeds luisteren met één oor. Pas het wonder van de stereofonie heeft die barrière doorbroken.’

Van Discofoon: demonstratie Super Stereo

Hoe luister je in stereo?

‘Stereofonie’ is een begrip dat ontstond na de Tweede Wereldoorlog. Daarvoor werd geluid eigenlijk uitsluitend in mono weergegeven. Om een goede stereoweergave in je woonkamer  te bereiken moet je luidsprekeropstelling - in tegenstelling tot wat een bekende luidsprekerfabrikant beweert - aan een paar voorwaarden voldoen. Ten opzichte van je luisterpositie moeten de linker- en rechterluidspreker op gelijke afstand staan. De ruimte tussen de luidsprekers mag ook niet al te groot zijn, in een gemiddelde huiskamer zo’n drie meter. En maak niet de fout om kleine luidsprekers op de grond te zetten of tegen het plafond aan te plakken; daarmee gaat het stereo-effect verloren en ga je naar twee luidsprekers luisteren.

(Lijntekening: Kilian Bakker uit het artikel Luidsprekerplaatsing)