Perfecte naam voor een bandje: hertenhoef. Dit trio uit California is dartel als Bambi op ijs, maar stampt er tevens lustig op los met die hoefjes. Negen albums al, en ik wist van niets. De vrolijke energie van jaren tachtig wave wordt gecombineerd met meer avant-gardistische uithoeken van de popmuziek, maar bijna steeds binnen de contouren van een pakkend en bondig liedje. Zeer de moeite waard om deze gelegenheid om vriend van Deerhoof te worden aan te grijpen.
Een beetje bekendheid kreeg het trio onlangs als voorprogramma van Radiohead. Daar waren niet alle fans van die band blij mee; die delen duidelijk niet allemaal de muzikale avontuurlijkheid van hun idolen. Zo schijnt het kinderlijke stemmetje van zangeres en bassiste Satomi Matzusaki, met flink Japans accent een exotisch element in Deerhoof, nogal wat mensen de gordijnen in te jagen. Het is zeker een apart bandje, dat is waar, maar dat zou toch eerder een aanbeveling moeten zijn.
Die lijzige stem is namelijk heel noodzakelijk om de strapatsen van gitarist John Dieterich en drummer Greg Saunier niet in een loodzware brei gefreak te laten ontaarden. Matzusaki lijzige bubblegum stem maakt er vrolijke liedjes van. Wel hele gekke liedjes, er gaat geen maat voorbij of er gebeurt wel iets vreemds, maar toch heel toegankelijk. Van een vrolijke waanzinnigheid waar veel Japanse bandjes graag pap lusten. (Ik trok vanmorgen toevallig een LP van de obscure band Wha-ha-ha van begin jaren 80 uit de kast – dat spat ook voortdurend alle kanten op en je lacht je helemaal rot. Melig, waanzinnig en briljant.)
Saunier drumt als een bezetene op zijn piepkleine drumstel; de vergelijking met Muppet-slagwerker Animal is niet origineel maar wel op zijn plaats. Dieterich grossiert in vette gitaarriffs uit diverse stijlen, die kris kras door de liedjes geslingerd worden. Daar bovenop wordt veel gespeeld met liefst zo goedkoop mogelijk klinkende elektronica. Alles in prima geluidskwaliteit opgenomen in de slaapkamer van Dieterich, een locatie die vast bijgedragen heeft aan het lekker informele, rommelige geluid.
De meeste liedjes hebben een nerveus ritme en een aanstekelijke melodie. In het ingetogen liefdesliedje Whither the invisible birds? lijk je plotseling in een sentimentele musical terecht gekomen, en ook het door Saunier gezongen Cast off crown is zowel afwijkend als ijzersterk.
foto: Asha Schechter
Na negen unieke popsongs komt er met het slotnummer Look away ineens een heel andere aap uit de mouw. Met bijna 12 minuten duurt het vrijwel instrumentale stuk bijna half zo lang als alle andere nummers samen. Hier staat de gitaar in alle glorie centraal; Dieterich toont zich sterk verwant aan Fred Frith, Captain Beefheart gitarist Gary Lucas en het snerpende, elektrostatisch geladen geluid van Shallac’s Steve Albini. Ingewikkeld, schijnbaar structuurloos, superintens. Zwaar progrock zullen we maar zeggen. King Crimson, Yes, Henry Cow of This Heat revisited. Met zo’n toetje doe je mij een groot plezier, ik blijf verpletterd achter, steeds opnieuw. Deerhoof heeft er een vriend bij.
Aanvullende informatie:
10 tracks, speelduur 36:41
Label: Tomlab www.tomlab.com
Distributie: de Konkurrent www.konkurrent.nl
Website band: http://deerhoof.killrockstars.com