REVIEW
Stephen Stubbs - Teatro Lirico
Jan Luijsterburg |
09 maart 2006
De basis voor de improvisaties wordt gevormd door de zogenaamde ‘folia bass’, een akkoordenschema dat vergeleken kan worden met het bluesschema, ook zo’n bron voor eindeloze variatiemogelijkheden. Wellicht is het geen toeval dat Stephen Stubbs voor hij zich helemaal in de oude muziek stortte in blues en rockbands speelde, waarmee hij zelfs in een ver verleden Chuck Berry begeleidde. Net als de blues heeft de folia, hoewel in haar oorsprong bedoeld om op te dansen, een droevige, melancholische grondtoon, door Stubbs mede toegeschreven aan het temperament van de muzikanten. De term verwijst naar waanzin zowel als lol, in het Engels fool en folly. In een aantal van de titels van de gespeelde composities, waarin veel ruimte voor kleuring en interpretatie gelaten werd, komt de term folia voor.
Naast barokgitaar bespeelt Stubbs de chitaronne, een 17e eeuws type luit. De meeste van de stukken komen voort uit de samenwerking met de Slowaakse violist Milos Valent, die tevens de viola bespeelt. Hij heeft een achtergrond in volks- en zigeunermuziek en brengt daarmee een grote mate van levendigheid in de muziek. De in Zuid Afrika opgegroeide Nederlandse Maxine Eilander is gespecialiseerd in de barokharp, en de uit Texas afkomstige Erin Headley speelt viola da gamba en lirone, een veelsnarig, cello-achtig strijkinstrument waarop meerdere snaren, als akkoorden, tegelijk aangestreken kunnen worden.
Hoewel La Folia oorspronkelijk uit Spanje komt is er slechts één, anonieme compositie uit Spanje opgenomen, variaties voor harp solo, waar vervolgens op geïmproviseerd wordt. Populair werd de dans vooral onder gitaristen, die er hun virtuositeit mee konden demonstreren. De meeste andere composities zijn van Italiaanse afkomst, van de componisten Arcangelo Corelli, Giulio Caccini, Maurizio Cazzati, Carlo Farina, Giovanni Battista Granata en Giovanni Paolo Foscarini. Hun sonates, aan het begin van de 17e eeuw vooruitlopend op de barok, waren er vooral op gericht het publiek te emotioneren. Dat doel nemen de huidige uitvoerders zich ook zeer ter harte.
Na de folia en de Italiaanse sonates wordt ook nog ruime aandacht besteed aan een Slowaakse bron van rond 1676, de omvangrijke collectie getiteld Pestrý zborník, wat zoiets betekent als kleurrijke collectie. Hieruit is een prachtige suite samengesteld met composities van Johann Caspar Horn en anonieme volksmuziek. De CD wordt afgesloten met een korte eigen compositie van Stephen Stubbs, gespeeld op zijn barokgitaar, die perfect aansluit op het voorgaande.
Het aardige van deze mooi opgebouwde CD is dat de muziek zowel oud als modern klinkt. De nadruk op sfeer en speelsheid heeft als resultaat dat er in potentie een breder publiek aangesproken moet kunnen worden dan puur de liefhebbers van oude muziek. Het kan een uitstekend hulpmiddel tot onthaasting zijn voor de moderne mens. Deze verwachting is waarschijnlijk ook een reden dat ECM in haar ‘New series’ zoveel aandacht aan besteedt aan oude muziek. Interessant als onderzoek naar oude bronnen en speelwijzen, maar ook gewoon prettig om te consumeren als gebruiksmuziek. Dat laatste geldt met name voor de improvisaties, die de neiging te hebben wat kabbelend rond te blijven meanderen. Meer bedoeld om je door mee te laten voeren in de sfeer dan om kritisch te beluisteren.
In de opname is een prettige balans gevonden tussen mooie gave klank en de levendigheid van het spel. Dus niet te glossy, maar ook geen overdaad aan krakende en steunende bijgeluiden die het spelen op oude instrumenten vaak begeleidt. Ook hierin is primair gekozen voor het creeren van een mooie sfeer.
Aanvullende informatie
Speelduur: 74:19
Label: ECM New Series 1893
Distributie: Challenge