Wel Mp3 en WMA, geen DVD-A en Sacd. Rega’s opvolger van de Planet kan met een beetje goede wil een multiformat-speler genoemd worden, maar hoogoplossende schijven accepteert hij niet. Waarom zou hij ook? De toekomst voor de ‘opvolgers van de Cd’ ziet er uiterst twijfelachtig uit, en Rega besteedde de ontwikkeltijd blijkbaar liever aan het perfectioneren van Cd-geluid. Gegeven ons aller omvangrijke Cd-collecties lijkt dat laatste sowieso niet onverstandig.
Eigenlijk was de bedoeling dat ik nooit meer een Cd zou opzetten. Veilig geript met het programma Exact Audio Copy, dat zijn naam alle eer aandoet, staan al mijn Cd’s tegenwoordig in WAV op een grote extra harde schijf in mijn Powermac G5. Dankzij iTunes zijn de nummers nooit verder van me verwijderd dan een snelle zoekopdracht en een muisklik. Vanuit de Powermac gaan de digitale signalen optisch naar de Behringer UltraMatch 2496, die er een symmetrisch signaal op 48 KHz van maakt. Agressievere upsampling laat de achtergeschakelde DAC, een Proceed PDT3, niet toe. Maar erg is dat niet, de klank overtuigt. Ik haal met niet al te zorgvuldig gekozen digitale bekabeling nu al de kwaliteit van mijn ‘andere Cd-speler’, de Philips DVD-963 SA. Zo’n resultaat stemt mij tot grote tevredenheid. En ik dacht: zo gaat het blijven. Weg met Cd’s; weg met vallende hoesjes en ergere ongelukken, schijfjes die je maar voor één nummer opzet (wat ik uiteindelijk zelden deed), etc., etc.
Niet iedereen deelt mijn geestdrift voor het boven beschreven product van audiofiele vernieuwingsdrang. “Dat is toch killing voor de luistercultuur, je muziek verplaatsen naar een c-o-m-p-u-t-e-r!”, zei me een erkende en door mij zeer gerespecteerde goeroe in hifi-land, die ik verder anoniem zal laten. Tsja. Voor mij telt het gemak, dat enorm is, en akoestische resultaat, dat meer dan in orde is. Dogmatici die willen, mogen zich daarvan in huize De Kanter komen overtuigen. Mijns inziens is wat men ‘echte luistercultuur’ kan noemen sowieso al dood sinds de komst van de Cd, die dragers tot nondescripte stukjes plastic degradeerde en alle dramatiek verwijderderde uit het opzetten van muziek. Dát zie ik wel in. Vandaar dat ik sinds kort vinyl ben gaan draaien, en ja, dat is inderdaad héél wat anders dan iTunes.
Er dreigt nu gevaar dat ik teveel op drift raak, dus terzake. Een bezoek aan Rega-importeur Joenit dat ik onlangs bracht, gaf stof tot nadenken in verband met iTunes en mijn afscheid van het polycarbonaat. Ik luisterde er naar een preproductie exemplaar van de Rega Apollo Cd-speler (€899), opvolger van de bekende Planet, die al met al net geen tien jaar op de markt geweest is. Over de inmiddels verdwenen Planet wil ik hier niet eens spreken: tegenover de nieuwe Apollo had zelfs de veel duurdere Jupiter (€1900) de grootste moeite om bij te blijven. De Jupiter bood weliswaar wat meer detail en rust, maar het prettigere, vollere en ‘muzikalere’ geluid kwam van de Apollo. Dat gehoord hebbend, boekte ik de Apollo voor een privé-optreden in de genoeglijke rust van mijn bescheiden woning.
Techniek
Eén van de belangrijkste uitdagingen bij het ontwerpen van een Cd-speler is tegenwoordig het gebrek aan fabrikanten die nog Cd-loopwerken maken. De multinationals Sony (in wiens catalogus Rega tot op heden zijn loopwerken vond) en Philips maken ze inmiddels niet meer, wat de ontwikkeling van de Planet-opvolger ernstig belemmerde.
De oplossing vond Rega bij een niet nader genoemd Brits softwarebedrijf, dat universele stuursoftware levert voor loopwerken. Het betreft een besturingssysteem dat veel wegheeft van dat op een een PC: de hardware, in dit geval het Cd-loopwerk, bindt men aan middels een drivertje en een eigenontwikkeld stuurbordje in het loopwerk. Het loopwerk scant na het laden eerst kort heel de Cd (het ‘initialiseren’), en calibreert zich op basis daarvan. Ontwikkelaar Terry Bateman zegt dat die calibratie leidt tot een betere uitlezing van goede Cd’s, maar een botte afwijzing kan opleveren voor slecht gebrande Cd-r’s. Dat heb ik tijdens de testperiode overigens geen enkele keer meegemaakt.
Bij het afspelen van de Cd blijft het loopwerk het 16 MB buffergeheugen volgooien. Het geheugen maakt een uiterst constante datastroom richting DAC mogelijk, anderzijds blijft er zo veel extra tijd over om bij uitleesfouten een verdachte plek op de Cd met extra aandacht te corrigeren. Voor verdachte data komt de 32-bits DSP in actie, die getik en andere hoorbare uitspattingen opruimt. Maar de betrokken Cd moet tamelijk ver heen zijn wil de DSP hiervoor in actie komen.
Een aantal van mijn Cd’s voldoet precies aan dat profiel. De ergste is De La Souls niet meer verkrijgbare De La Remix, een Cd die ik sinds de aanschaf aan diverse rampen heb blootgesteld. De tracks 5, 7, 13, 14 en 15 willen zelfs in een wat oudere Philips CD-931 met swingarm-loopwerk niet meer zonder getik draaien. Ik heb de Rega Apollo maar één hoorbare ingreep horen doen: op track 13 werd ongeveer een halve seconde ‘ingenomen’. Geen tik, geen plotselinge stilte of overslaan, maar een elegant ‘hupje’. Al met al presteert Rega met zijn nieuwe loopwerk iets wat ik tot op heden onmogelijk achtte: dat Philips’ swingarm-technologie wat betreft de foutcorrectie nog eens overtroffen zou worden. Niet gek.
Vanuit de software wordt het mogelijk om vrijwel elk loopwerk voor te schakelen, zonder dat een complete herziening van de speler nodig is. Op deze manier heeft Rega voor zichzelf zekergesteld dat er tot in lengte van jaren traditionele Cd-spelers kunnen worden geproduceerd, ongeacht de markt voor Cd-loopwerken. In theorie kan men zelfs naar een DVD-loopwerk grijpen.
Een laatste voordeel van de software/geheugen/DSP-combinatie is dat bij het commando ‘stop’ niet botweg de muziek wordt afgebroken, maar ze veeleer in een snelle fade-out schiet. Een nadeel is er ook: na het laden van de Cd duurt het een zo’n 15 seconden voordat er muziek opklinkt. Dat zou minder erg zijn als de gebruiker al tijdens het initialiseren de opdracht kon geven om te gaan afspelen na de voltooiing van alle werkzaamheden. Dat wil dus niet. De Apollo laat je wachten tot hij met alles klaar is; voordien kun je op ‘play’ drukken wat je wilt, er gebeurt niets.
Gelukkig kan men de Apollo ook op afstand de opdracht ‘afspelen’ geven, middels de uitstekende afstandsbediening. Ik heb er inmiddels meer dan een paar verzameld, maar het exemplaar bij de Apollo ligt het best in de hand en oogt het fraaist. Op die manier valt er goed te leven met het feit dat Rega de bedieningselementen op het front zeer minimalistisch heeft gehouden. Via de afstandsbediening valt er te herhalen, te programmeren, Cd-text in te schakelen of juist het display helemaal uit, en krijgt de gebruiker de mogelijkheid om op Mp3-Cd’s van ‘album’ te wisselen. Ook WMA-bestanden en Cd-RW’s zijn geen probleem voor de Apollo.
Het zorgvulig toebereide digitale signaal wordt analoog middels WM8740 Sigma Delta 24-bits DAC-bouwstenen van Wolfson, wiens halfgeleiders al in eerdere generaties Rega-spelers toepassing vonden. Nieuw is de klasse-A versterkingsmodule, die naar aangave van Rega zo’n 15 minuten na inschakeling op maximale kunnen speelt. Dat kan ik niet bevestigen, de Apollo heeft bij mij permanent ingeschakeld gestaan.