REVIEW

De Kift - Brik

Jan Luijsterburg | 30 maart 2011

Weinig bands hebben een zo onvervreemdbaar eigen geluid als De Kift. Literaire teksten die met laconiek Noord-Hollandse tongval plotseling toegankelijk worden op de noeste ritmes uit punk, fanfare en folklore. Vol ingewikkelde maatsoorten uit diverse windstreken. Het negende album alweer. Als het een film was zou het een roadmovie zijn, met een oude brik over een zandweg die zich ontpopt tot een ware woestijn. 

Net als alle Kift albums is Brik weer tot in de puntjes verzorgd. Dat begint bij de verpakking. De ‘paperback’ versie die in de winkel ligt kunt u beter mijden, want de versie die door de band zelf verkocht wordt via de website of bij optredens is rijk aan toegevoegde waarde. Het is een schitterend geïllustreerde boekje met teksten en bronvermeldingen, alles in drie talen, is voorzien van een juten, handmatig beschilderde kaft. Ziet er weer prachtig uit. De Kift staat niet alleen voor grenzeloze creativiteit maar ook voor liefdevolle toewijding. Die zit hem ook in kleine grapjes. Als er in een tekst een paar regels Frans gezongen worden staan die in de Franse vertaling weergegeven in het Nederlands. Geweldig vind ik dat. 

De teksten komen uit inmiddels vertrouwde bronnen. Vertaalde Russische poëzie, Nederlandse dichters als Lucebert, Jotie ’t Hooft en Jan Arends, maar ook Edgar Allen Poe en natuurlijk perfect in het thema passend een stuk uit On the Road van Jack Kerouac. Nieuw in de wereld van de Kift is Friesland. Er is een tekst van de Friese dichteres Tiny Mulder en er wordt in het Fries gezongen door Tamara Schoppert. Een uitvloeisel van de samenwerking met theatergroep Tryater bij het laatste Oerol festival. 

Muzikaal worden er weer wat nieuwe elementen aan de unieke sound toegevoegd. Opener Drie wegen wordt bepaald door, in de bloemrijke woorden van het persbericht, “een demonisch draaiorgel, dat rinkelt als een mank vliegwiel.” De kenmerkende kopersectie maakt regelmatig plaats voor een klassiek strijkkwartet en in opvallend veel nummers domineren de gitaren, wat een krachtige, compacte sound geeft. Alles in meer dan uitstekende klankkwaliteit. Een inmiddels vertrouwd element is de optigan, een soort prehistorische sampler met een heel apart geluid.  Drummer en illustrator Wim ter Weele levert een paar ludieke staaltjes stamelende voordracht, onder meer over een problematische carburateur. Immer energieke voorman Ferry Heijne wisselt gesproken proza af met gezongen poëzie. Aan variatie geen gebrek. Zwakke momenten zijn er niet te vinden, maar ook dat is vertrouwd. 

Foto door Erik Christenhusz

Onbegrijpelijk dat de schare fanatieke fans van deze band altijd vrij klein gebleven is. Onbekend maakt onbemind, dus doe uzelf niet tekort en maak kennis met deze band. Bij voorkeur live. Gegarandeerd een niet te vergeten belevenis, met de brik als prominent decorstuk op het podium. 

Aanvullende informatie:
15 tracks, speelduur: 50:44
Website

Eerder besproken: 
Hoofdkaas
“7” 


EDITORS' CHOICE