REVIEW

Bruckner - Symphonies Nos. 3 & 4

Jan Luijsterburg | 05 november 2009

De symfonieen van Bruckner zitten diep in het DNA van het Concertgebouw verweven. Toch was het al een tijdje geleden dat de aan Wagner opgedragen derde en de Romantische vierde werden vastgelegd. Door gloedvolle nieuwe concertopnamen van beide grote werken onder de Mariss Jansons samen te voegen en een schappelijk prijskaartje aan de dubbel SACD te hangen heeft het RCO weer een zeer aantrekkelijke uitgave bij in de reeks RCO Live.

Bruckner - Symphonies Nos. 3 & 4Anton Bruckner staat te boek als een onzekere, sociaal onhandige man die zijn eenvoudige afkomst altijd als een molensteen om de nek droeg in het mondaine Wenen van het eind van de 19e eeuw. Zijn grote, monolithische symfonieen werden in eigen land aanzienlijk lager ingeschat dan in het buitenland. Het zijn vaak eerder imposante klankstapelingen die van climax naar climax golven dan melodieen waar je door wordt meegesleept. Als er dan eens een helder thema klinkt, zoals de polka in de finale van de derde, heeft dat meteen iets ironisch. Bruckner bleef eindeloos sleutelen aan zijn werken, ook als ze eigenlijk al af waren. Zo ontstonden er diverse versies van deze symfonieen. Jansons koos niet voor de oorspronkelijke maar voor de soms drastisch bewerkte versies, uitgegeven door Nowak in de jaren vijftig van de vorige eeuw.

In zijn aanpak weet Janssons knap een balans te bereiken tussen de grote lijnen en aandacht voor de details. Het is muziek waar orkesten dol op zijn: alle groepen komen aan hun trekken en het Concertgebouworkest etaleert haar enorme kwaliteiten – de strijkers, de blazers – met aanstekelijk genoegen. Bruckner geeft zich in zijn breedvoerigheid soms niet gemakkelijk gewonnen, maar in deze vrij strakke uitvoering is alles goed te volgen en wordt je vanaf het begin meegenomen in een avontuurlijke reis.

De opname helpt daar zeer bij. Het team van Polyhymnia gebruikt concertregistraties als de takes in een studiosituatie: de derde symfonie is samengesteld uit registraties waar anderhalf jaar tussen lag, zonder dat dit ergens opvalt. Kostenbesparend en met een zeer bevredigend resultaat, waarin de voorkeur is gegeven aan warmte en helderheid boven overdonderende dynamiek.

Aanvullende informatie:

Speelduur 56:43 + 67:09
Hybride SACD, 5.0 en stereo
Anton Bruckner
Symphony no. 3 in D minor (1873-77, version 1889/edition Nowak 1959)
Symphony no. 4 in E-flat major (1874-78/80) ‘Romantic’ (version 1878-80 / edition Nowak 1953)
Royal Concertgebouw Orchestra
Mariss Jansons, chief conductor
Label: RCO Live
Distributie: Codaex


EDITORS' CHOICE