Net als een huis waar je al lang in woont kunnen ook favorieten platen wel eens een opknapbeurt gebruiken. De kwaliteitsontwikkeling van digitale dragers in de afgelopen decennia maakt herziening van klassieke opnamen hard nodig, want o wat klonken die eerste CD’s achteraf beroerd. Met Veedon Fleece viel dat nog wel mee, maar de nieuwe mastering laat wel horen dat er aardig wat te verbeteren viel.
Deze uitgave maakt deel uit van het enorme project van Universal waaruit collega Leo Wubbolt onlangs het live album It’s too Late to Stop Now besprak. Tot januari 2009 verschijnen in vier worpen maar liefst 30 albums van Van The Man in opgeknapte, maar desalniettemin aangenaam geprijsde vorm. Uitgegaan wordt van de originele analoge mastertapes, het oorspronkelijke hoesontwerp wordt gerespecteerd, alleen de songteksten zijn toegevoegd.
Geen uitgebreide beschouwingen en fotorapportages dus, wat wel past bij Morrison, geen type dat van flauwekul en zelfverheerlijking houdt. Wel is gezocht naar geschikt muzikaal bonusmateriaal.
Uit de tweede partij releases koos ik Veedon Fleece uit 1974 om een naast de eerdere CD-versie te leggen. Veedon Fleece is een beetje de Pastorale uit het omvangrijke oeuvre van de nog altijd actieve Ier. Met Astral Weeks (dat geen deel uit maakt van dit project) en Hard Nose the Highway behoort dit album tot mijn favorieten. Het heeft een beetje een escapistische ‘terug naar de natuur’ sfeer, naar de ruige westkust van Ierland, het eenvoudige landleven, de liefde en de literatuur. William Blake and the Eternals, standing with the Sisters of Mercy, looking for the Veedon Fleece, jubelt Morrison extatisch in het sleutelnummer, het bijna tien minuten durende You Don’t Pull No Punches But You Don’t Push The River.
Morrison combineert folkelementen met jazz en zijn totaal eigen versie van het begrip soulzanger. De man gaat ongegeneerd volkomen uit zijn dak, lijkt in permanente trance, wat ook het luisteren tot een unieke trip maakt. Daar komen nog de briljante arrangementen bij, voor, met louter akoestische instrumenten (alleen in Cul de Sac wordt de elektrische gitaren ingeplugd). Met slechts twee strijkers en twee blazers wordt superefficient een volledig orkest gesuggereerd, al is er ook vast flink overgedubd. Zelden was er in de popmuziek zo’n grote rol voor de blokfluit, en wat gaat die bas weer prachtig diep.
Dat deed hij op de oude CD ook al, maar nu staan de instrumenten veel scherper gedetailleerd met elkaar in een ruimte. Het ademende, organische karakter van de muziek wordt door de nieuwe mastering versterkt, en het oude schijfje is inmiddels naar de auto verhuisd. Bij kritische beluistering, op behoorlijk volume of met een koptelefoon, valt wel een continu hoorbare ruis op. Je zou kunnen beargumenteren dat die er wel uitgehaald had kunnen worden. Anderzijds hoort hij er wel een beetje bij, als de wind. Want als deze muziek iets niet moet zijn is dat klinisch. Voor een warm geluid heb je niet perse vinyl (met naaldruis) nodig.
Maar als u het niet erg vindt ga ik nu snel weer luisteren, naar die prachtige lange lappen associatieve tekst, die tijdloze brok pure vervoering. Linden Arden Stole the Highlights, Streets of Arklow, Come Here My Love en het prachtige Country Fair. O ja, die extra’s. Het zijn alternatieve versies van Cul De Sac (akoestisch) en de outtake Twilight Zone, eerder in een andere versie al eens verschenen op het verzamelalbum met outtakes, The Philosopher’s Stone. Leuk voor erbij, maar niet essentieel voor dit schitterende album.
Aanvullende informatie:
12 tracks, speelduur 56:36
Label: Exile / Polydor
Distributie: Universal
Website: www.vanmorrison.com