Er zijn veel liedjes in de wereld. Logisch dat artiesten wel eens aarzelen om er daar per CD weer een stel aan toe te voegen. Ze zijn namelijk vaak naast uitvinder ook liefhebber. David Kitt zet op zijn nieuw album negen bestaande nummers geheel naar zijn hand, en voegt er één nieuw eigen nummertje aan toe.
Het is inmiddels de vierde CD van deze jonge Ierse singer-songwriter, maar een enorm publiek heeft hij er hier nog niet mee bereikt. Dat is jammer, want zijn muziek is zeer aansprekend. Hij heeft een prettig, ietwat neuzelig stemgeluid dat doet denken aan James Taylor.
Apart is zijn werk vooral doordat hij zijn vrij conventionele songs meest in huiskamers opneemt, waarbij zang en gitaar begeleid worden door allerhande elektronica.
Oud en nieuw gaan bij Kitt een wonderlijke relatie aan, met een even origineel als vanzelfsprekend, organisch klinkend resultaat.
In het begeleidend boekje in de vorm van een handgeschreven schriftje, inderdaad met zwart-rode kaft, licht Kitt zijn keuzes toe. Hij had aanvankelijk een lijstje gemaakt met songs die hij wilde coveren, maar daar bleef uiteindelijk slechts de openingstrack van over: “Haunt me” van zijn bevriende landgenoten Jape. De andere tracks weerspiegelen Kitt’s jonge jaren, de tijd dat liedjes nog de kans kregen een onuitwisbare indruk te maken. Dat de huidige overdaad soms vervlakt zal velen bekend voorkomen.
Het leuke van de manier waarop David Kitt bekendere nummers in een totaal veranderde versie brengt is dat onvermoede kwaliteiten boven komen. “Teenage riot” van Sonic Youth werkt prima als een gewone popsong, en “Dancing in the moonlight” van Thin Lizzy blijkt een prachtige tekst te hebben. Het verstilde “And your bird can sing” van The Beatles mondt ineens weer uit in een heftige, Sonic Youth achtige jam.
Liefhebbers van J.J. Cale, R.E.M. of Toots and the Maytals zullen misschien geshockt zijn door de manier waarop hun favoriete muziek bijna onherkenbaar verminkt wordt, maar wie de geest een beetje open houdt hoort ook wel dat Kitt er ook iets bijzonders mee doet. Het is zeker geen doorlopend feest der herkenning, want het aantal mensen dat vertrouwd is met het werk van Money Mark of de excentrieke Ivor Cutler zal beperkt zijn.
David Kitt heeft zijn manier van opnemen inmiddels aardig geperfectioneerd. Het gemak en vooral de onbeperkte studiotijd die een huiselijke omgeving biedt, maakt dat hij eindeloos kon sleutelen aan kleine details. Hij speelde bijna alle instrumenten zelf en klinkt toch steeds uiterst relaxt. Goede geluidskwaliteit is tegenwoordig zeker niet meer alleen in een dure studio te verkrijgen.
Wie liever eigen werk van David Kitt beluistert moet “The Big Romance” maar eens proberen. Het hoesje daarvan lijkt als twee druppels op “The black and red notebook”, alleen dan in het blauw met een ander 3D figuurtje. Fijne rustige kabbelmuziek met op zijn tijd een scherp randje.
Aanvullende informatie:
10 tracks, speelduur 46:35
Label: Rough trade www.roughtraderecords.com
Distributie: de Konkurrent www.konkurrent.nl
Website David Kitt: www.davidkitt.com