REVIEW

Pathos Twin Towers

Jan de Jeu | 22 augustus 2001 |

Luisteren

Zowel de importeur als de fabrikant geven op hun site aan hoe er naar INPOL geluisterd dient te worden. Volgens hen is het van belang dat je jezelf bevrijd van vooroordelen met betrekking tot de verschillen tussen het specifieke buizen- en het specifieke transistorgeluid. Zij raden de luisteraar dan ook aan om zich slechts te concentreren op de muziek. Inderdaad is het zo dat ik, vanwege de buizen in de voorversterker, verwacht te zullen worden geconfronteerd met een warm beeld. Daardoor ben ik aanvankelijk geneigd het geluid te benoemen als wat aan de koele kant. Het geluid is echter verre van koel; het is eerder neutraal, transparant, open, ruimtelijk luchtig en dynamisch. De bas is krachtig en strak.

Dit wordt bij voorbeeld duidelijk als ik de cd’s draai die ik uitgekozen heb op het thema dat bij het ontwerpen van deze versterker centraal heeft gestaan; eenvoud. Een cd die eveneens eenvoud ademt is die van Ben Harper. In het nummer “Welcome to the cruel world” begeleidt hij zichzelf op een Weissenborn. Zijn stem en zijn gitaar staan indringend centraal. Begeleidende drums en bas blijven op de achtergrond. De stem komt mooi los van de Concerto’s en wordt door de Pathos in al zijn nuances weergegeven. Zijn instrument klinkt zeer natuurlijk en heeft het unieke geluid van een Weissenborn. De vingers die over de snaren glijden en er aan plukken; prachtig. In de jazz hoek is een pure cd die van Gary Peacock en Ralph Towner. Ook bij het derde nummer “Empty Carrousel” is er ruimte en lucht rond de acoustische bas van Gary en de klassieke gitaar van Ralph. Iedere noot klinkt dynamisch en vol door. En de bas: strak, en is dit twee maal 35 watt? Die druk? Single wired aangesloten? Chapeau! Ook de eerste cantate “Ad Pedes”van de uit zeven cantates bestaande cyclus “Membra Jesu Nostri” (BuxWV 75)van Dietrich Buxtehude ademt die transparantie. De stemmen van het Monteverdi Choir worden prachtig weergegeven.

Maar niet alleen muziek met een welhaast verstilde eenvoud klinkt fraai op de Twin Towers. Na meerdere cd’s gedraaid te hebben kom ik er achter dat met name snaarinstrumenten heerlijk klinken op deze Italiaan. Muddy Waters op zijn uit 1963 daterende cd bijvoorbeeld. Een heerlijke akoestische sessie met twee gitaren en een bas in een mooi door de versterker aangegeven ruimte. Op ”Good morning little school girl” klinkt de bas vol door. Opnieuw mijn verbazing over de druk. Dit swingt! Mark Knopfler bespeelt zijn akoestische gitaar in het nummer “The long road” en het klinkt zo ruimtelijk en natuurlijk. Zo prachtig doortekend en ver doorlopend. En wat te denken van Patricia Barber. In “You & The Night & The Music” zet de Pathos een piano neer die prachtig resoneert en als een blok verankerd in het beeld staat. De sensuele stem van La Barber komt daar heerlijk omfloerst overheen. Een groot ruimtelijk beeld; transparantie, transparantie! Het laatste nummer “Let it rain”laat het voltallig Choral Thunder Vocal Choir op een brede stage horen. Niet als 1, maar als een verzameling onderling onderscheiden, mooi genuanceerd doorklinkende stemmen. En wederom; wat een druk! Op klassiek terrein is het cello concert van Dvorak een van mijn favorieten. Ik bezit het op een oudere cd en een nog oudere lp. Op de cd wordt de cello bespeeld door Frans Helmerson en de cello bromt en snort in het tweede deel: Adagio ma non troppo. Ruimtelijk, met veel lucht weergegeven ontroert deze versie mij zeer. Tot ik de lp versie opzet waarin de violoncello door mijn absolute favoriet Mstislav Rostropovitsch bespeeld wordt. Dit is echt kippenvel. Uniek “lifelike”zoals de aanraking van de boog op de snaren klinkt. In het derde deel; de finale: Allegro moderato, staat er echt een symfonie orkest in mijn kamer.

Dit maakt dat ik naar meer analoog verlang. Dan denk ik uiteraard weer aan vrouwenstemmen, mea culpa, mea maxima culpa, en wel die van Elly Ameling, een prachtige sopraan van vaderlandse bodem. In “Der Hirt auf dem Felsen” bewijst zij een geweldige Schubert vertolkster te zijn. De door Jörg Demus bespeelde in 1835 door Rausch in Wenen vervaardigde Hammerflügel staat prachtig in de ruimte bij het begeleiden van La Ameling. Ook de klarinet van Hans Deinzer klinkt mooi doortekend. En de stem van de “ leading lady” Ameling wordt mooi geplaatst en in al haar heldere genuanceerdheid weergegeven via de Pathos. De Italianen Sonus Faber en Pathos vormen een prachtige synergie in combinatie met het Duitse Clearaudio. Het doet mij terugverlangen naar het delicate geluid van het Clearaudio Sigma mc element.

Eindig ik met het formaat dat toch door de meeste lezers gebruikt wordt; de cd. De ambiance komt prachtig over via de Twin Towers bij live opnames van Miles Davis en Keith Jarrett. Het nummer “All Blues” op cd nummer 7 bijvoorbeeld wordt sneller gespeeld dan in de meer bekende versie op “Kind of Blue” maar heeft een directheid die de studio opname mist. Het is 1965 en ik zit aan een tafeltje in The Plugged Nickel. Evenzo met Keith. Op de tweede cd geeft het nummer “Everything happens to me”mij datzelfde gevoel van erbij te zijn in de Blue Note club in New York. De bas klinkt stevig, strak en vol en heeft controle en snelheid. Ik kan alleen nog maar meebewegen op de muziek; heerlijk!






EDITORS' CHOICE