Luisteren
Omdat een aantal luisteraars aangeven dat 432 aangenamer overkomt, heeft de EVO music server een algoritme aan boord om naar die 432 te schakelen. In de luisterruimte is dus muziek afgespeeld in de normale 440Hz tuning en daarna met de ingeschakelde 432-plugin. Het is natuurlijk aannemelijk dat luisteraars een verschil waarnemen tussen 440Hz en 432Hz, maar hoeveel ervaring hebben die luisteraars om te kunnen beoordelen of geluid dichter in de buurt van realisme komt? Het feit dat geluid ‘aangenamer’ klinkt wil niet zeggen dat het ook dichter in de buurt van werkelijkheidsweergave komt.
De 432 EVO Music Server werd beluisterd via verschillende DACs en verschillende luidsprekersystemen. Onder andere op de Elac Debut B5 die hier even bivakkeerde, ontwikkeld door Andrew Jones (van TAD) en één van de allerbeste mini’s die momenteel in de markt zijn. Met een fabelachtig laag, homogeniteit, integratie en een subliem middengebied geven ze veel andere mini’s het nakijken. In eerste instantie is de EVO beluisterd in de ‘gewone’ 440Hz-setting. Er is gespeeld vanaf de interne harde schijf en vanaf netwerkbronnen. Er zijn momenteel veel luisteraars die problemen hebben met streaming. Vaak meldt men dat het geluid vanaf een cd-speler beter is. Dat zou zomaar kunnen, maar dat zegt doorgaans iets over de in gebruik zijnde streamer en veel minder over de techniek van streaming an sich. Er zijn enorm veel factoren waarom een streamer met ingebouwde of aangesloten losse DAC in de problemen zou kunnen komen. De meeste streamers zijn computer-based en een computer is niet altijd een optimale omgeving voor audiosignalen. Daar komt bij dat goedkopere streamers altijd een compromis zijn, waarvan je mag verwachten dat er niet veel aandacht is voor het tegengaan van jitter, RF-vervuiling en andere problematiek. Vanuit de fabrikant gezien verkoopt men de functionaliteit (het kunnen streamen). De geluidskwaliteit komt dan echt op de tweede plaats. De verwachting is dat streaming een soort massa-activiteit wordt. De commercie wil aan alle kanten profiteren van deze melkkoe. Er worden dus streamers in de markt gezet voor een zo laag mogelijk bedrag. Voor het overgrote deel van de consumentenmarkt is dat ok, want daar leeft geen enkel concept over kwaliteit.
De EVO laat (letterlijk) andere geluiden horen. Nou is het eindresultaat natuurlijk ook afhankelijk van de aangesloten DAC, maar ‘garbage’ in is ‘garbage’ out. Als de streamer geen goed signaal levert kunnen veel DACS daar ook iets minder mee. Het moet gezegd dat de EVO in staat is tot topprestaties met betrekking tot geluidskwaliteit. Doet niet onder voor digitale bronnen vanaf schijven, gespeeld vanuit memory of vanaf professionele tape-machines. Ook in vergelijking met de (vaak duurdere) concurrentie springt de EVO er positief uit. Naast de geluidskwaliteit is de EVO ook uitstekend te bedienen en heeft tijdens de reviewperiode probleemloos gefunctioneerd.
432-mode
De claim met 432 is dat de muziek rustgevender zou klinken, minder ‘harsh’ en dat het beter is voor je oren omdat felle pieken worden getemperd. Dat leidde dus tot een avondje schakelen op een aantal verschillende systemen met veel verschillende soorten muziek. Zoals altijd staat hier zo objectief mogelijk beschreven welke de luisterindrukken zijn. Uw recensent heeft een volstrekt ander geluidstechnisch referentiekader dan veel lezers, is geen audiofiel en heeft geen enkele emotie met apparatuur. Neem ze dus voor wat ze zijn en ga vooral zelf luisteren. Wat gebeurt er technisch gesproken als de referentie-frequentie van de toonladder van 440Hz naar 432Hz schuift? Dat is simpel en direct waarneembaar. Stemmen en instrumenten gaan ‘lager’ en dus iets donkerder klinken. Omdat je tegelijkertijd de spectrale energie ‘naar beneden schuift’, komen een aantal tonen terecht in het frequentiegebied dat de zogenaamde ‘stevigheid’ en vaak ‘warmte’ van het geluidsbeeld bepaalt. Dat weet elke mastering-technicus. Dat is ook duidelijk te horen. Geluidsmatig is een soort ‘verdikking’ waarneembaar (in het lage middengebied) met toegenomen energie en warmte. Aan de bovenkant van het spectrum gaat energie verloren. Het eindresultaat is een rustiger en warmer (= aangenamer/smoother) geluidsbeeld, waarbij een deel van de energie (attack en clarity) van percussie en blazers verminderd. Dat betekent dus dat de claim die EVO maakt rondom 432-weergave klopt. Het geluid klinkt aangenaam, rustig, minder harsh en iets warmer. Toch biedt de EVO de gebruiker mogelijkheden om het geluid, binnen de 432-mode, aan te passen. Energy, dynamics en clarity zijn in te stellen. De ‘very high’ instelling (in plaats van de standaard ‘ultra high’) biedt iets strakker laag, snellere transiënten en dynamics. Dit recept kent namelijk alleen post-ringing en geen pre-ringing. De standaard ‘ultra high’ setting heeft symmetrische post en pre ringing. Audiofielen vinden dat vaak prettiger klinken. De EVO kan dus functioneren in de ‘normale’ 440Hz-mode, waarbij beide modes op verschillende manieren te configureren zijn. In 440Hz-mode kan het signaal ‘bit-perfect’ doorgegeven worden of resampled. De EVO resampled in geval van 432Hz-weergave alle bronbestanden, streamingdiensten en DSD on the fly naar een vaste output resolutie. Resampling zorgt ervoor dat de EVO ook bestanden kan afspelen die niet binnen de mogelijkheden van de DAC van de klant vallen, zoals DSD op een traditionele PCM DAC, of ultra high-rez studiobestanden (bv. DXD 24/352,8) op een 24/192 of 24/96 DAC. De standaard output met 432-weergave is 24/192, maar kan door de gebruiker ingesteld worden van 16/44.1 tot 32/768 en elke mogelijke variant ertussen.
Musicologisch gezien is het nog interessant om te beschrijven wat de EVO in 432-mode doet. Feitelijk ben je dan aan het transponeren, omdat je de muziek in een andere toonsoort afspeelt. De A op het klavier wordt niet helemaal een Gis, maar iets daartussen. De muziek is dus niet volledig getransponeerd naar de toonladder van Gis. Dat klinkt (in de oren van ondergetekende) licht vervreemdend en soms hier en daar dissonant, zeker als je de stemmen van artiesten in je hoofd hebt zitten. Een muziekstuk krijgt dus een andere sfeer. Een merkwaardige gewaarwording is het luisteren naar piano of gitaar in 432-mode. Het ervaart als het luisteren naar een instrument dat niet goed is gestemd. Waar ondergetekende nog geen zicht op heeft, is wat er gebeurt met muziek, gespeeld op akoestische instrumenten die native met een referentie van 432Hz is opgenomen. Met andere woorden: zijn een aantal waarnemingen het gevolg van de digitale processing of echt toe te schrijven aan de 432Hz stemming?Â