Voor het aansturen van de PMC fact.8 kon ik beschikken over diverse versterkers. In de eerste plaats een Octave V70 SE met Black Box en Super Black box, een Duits push pull ontwerp met KT88 buizen. Uiteraard mijn eigen NAD M2 digitale versterker, voor analoge bronnen gecombineerd met een HAT lijnvoorversterker en HAT phonoversterker en daarnaast een door de PMC importeur meegeleverde Cary Audio Design SLI-80 Signature geïntegreerde buizenversterker. Net als de Octave een KT88 push pull ontwerp, maar met een andere buizenbezetting in de voor- en stuurtrap en uitgerust met buizengelijkrichters. Bronnen vormden een Cyrus loopwerk rechtstreeks aan de NAD, of werkend via een losse d/a converter aan de Octave en Cary. Daarnaast een Transrotor platenspeler met SME arm en Transfiguration element.
Interlinks en luidsprekerkabels zijn zonder uitzondering van Crystal Cable (analoog) of Stereovox (digitaal). Netsnoeren van Crystal Cable en Kemp, met Kemp netfilters en Supra verdeelblokken. De luidsprekers staan met hun spikes in cups, die met blutack vastzitten op zware glazen platen, die op hun beurt met viltvoeten op een houten vloer staan. De luidsprekers staan zo’n 2,2 meter uit elkaar, minimaal 90 cm van de zijwand en de ruimte tussen de achterzijde en de muur is 35 cm. Voor het beste resultaat zijn de luidsprekers licht ingedraaid, de tweeters kijken als het ware langs mij heen. Plaatsing bleek erg gemakkelijk, mede door de -3 dB en -6 dB schakelaar. In mijn ruimte was met alle drie de versterkers de -6 dB stand voor het laag optimaal voor het gros van de muziek, de tweeterschakelaar bleef in de neutrale stand staan. Opgemerkt kan worden, dat de NAD met zijn veel hogere dempingsfactor het laag beter in de hand weet te houden dan een buizenversterker en daarmee een stand -3 dB mogelijk maakte.
Eindeloos muziek
Via een ander kanaal kreeg ik een Octave versterker aangeboden voor een recensie. Die sloot ik aan op mijn Focal monitors, maar behaalde geen geweldig resultaat. Alleen al om die reden maakte mijn hart een sprongetje van blijdschap toen de PMC fact.8 werd afgeleverd. Hoewel dat verhaal om de versterker draaide, kreeg ik genoeg informatie van het systeem om de luidsprekers hogelijk te gaan waarderen. Zonder enige moeite werden de sterke en zwakke punten van de Octave duidelijk. Op het moment dat ik de Octave ging gebruiken met zijn optionele Black Boxes gaf de fact.8 precies aan, welke verbeteringen daarmee te realiseren zijn. Aan het eind van die rit kon ik al niet anders concluderen dan dat de fact.8 een voortreffelijke weergever is. Twee zaken bleven mij maar steeds bij: de eerlijkheid in de weergave en het geweldige stereobeeld.
Om de fact.8 echt te leren kennen moet je werken met je eigen referentiespullen. De tweede stap was daarom het afbreken van de Octave set-up en terugkeren naar mijn digitale NAD versterker. De klank van het geheel veranderde daarmee, tegelijk bleven de vele sterke punten overeind. De laagweergave werd strakker, duidelijk merkbaar omdat de -6 dB setting van de schakelaar voor veel muziek naar -3 dB kon, waardoor stemmen net wat meer body kregen. Voor zover mijn geheugen mij niet in de steek laat, ervaar ik nog extremer een goed neergezet stereobeeld en een totale losheid van de luidspreker. Ik weet zeker dat het smalle front van de fact.8 en de hoog gemonteerde tweeter daar debet aan zijn. Net zo goed als de laag gekozen scheidingsfrequentie, waardoor de tweeter met zijn dome al heel vroeg wordt aangesproken en de natuurlijke bundeling van het geluid vanuit de conus van een woofer zoveel mogelijk is geëlimineerd.
De nieuwe CD van Stacey Kent is geweldig materiaal in dat opzicht. Net als Melody Gardot, waarvoor ik mijn vrouw op de bank trok en haar smeekte mee te luisteren naar dit fraaie product. Ze beaamde mijn opmerking, gaf tegelijk aan dat mijn Focals helderder spelen in de hoge tonen. Dat klopt. Het heeft meer te maken met het karakter van de PMC ten opzichte van het karakter van de Focal dan met een kwaliteitsaanduiding. Beide systemen hebben sterke en zwakke punten, het is de optelling die de potentiële koper doet besluiten welk systeem de luisterruimte mag sieren. Daarbij moet u wel bedenken dat de Focal Diablo Utopia met zijn mijns inziens onmisbare Velodyne subwoofer bijna twee keer zo duur uitkomt dan de fact.8.
Elke jazzliefhebber, eigenlijk elke muziekliefhebber, kan niet om de LP Chet van Chet Baker heen. Muziek van eindeloze schoonheid, weergegeven op de fact.8 met een kwaliteit die diep respect afdwingt. Hoewel het pijn doet om toe te geven, moet ik bekennen dat de PMC het eigenlijk lekkerder doet dan mijn Focals. Alles is zo mooi op maat, de blazers die vol dynamiek hun tonen produceren, de bas die zacht meespeelt, de lichte percussie die de maat aangeeft. Zo heerlijk breed en los. Uitermate zuiver en natuurlijk, zonder een enkele uitschietende wanklank. Elke track is een feestje op zich. Overigens laat de fact.8 uitstekend horen dat de mix niet helemaal geweldig is. Instrumenten staan vaak te laag in de ruimte. Omdat ik niet eerder met de PMC’s opmerkte dat het stereobeeld te laag staat, kan het niet anders dan in de plaat zitten.
Een volgende klassieker is van een veel te jong overleden zangeres met een gouden stem. Eva Cassidy zingt over The Fields Of Gold op onnavolgbare wijze. Waren instrumenten al zuiver vanaf LP, u zou zelf deze stem moeten horen om te geloven hoe mooi die in de ruimte komt te staan. De band achter Eva valt weg tegen de stem en is pas echt te volgen als ze even haar mond houdt. Haast onaards hoe die vrouw kon zingen. Eigenlijk kun je hier niet over schrijven, want hoe vaak kun je herhalen dat je met zoveel plezier luistert? Op track twee begint het met vingerknippen, daarna valt het orgel in, vervolgens een trompet. Het vingerknippen stopt zelden en vormt de rode draad in de muziek, terwijl Eva maar door zingt alsof het geen enkele moeite kost. Stiekem wil ik wel eens weten of Peter Thomas de fact.8 heeft afgestemd op deze plaat of haar CD. De hele LP blijft boeien; ik kan hem niet afzetten. Aan het eind van de B-kant slaak ik een zucht van genoegen. Ik krijg geen genoeg van mooie stemmen en leg Sara K. op de mat met haar Water Falls. Een plaat met een heel zwaar en moeilijk laag. Nu komt de transmissielijn heel goed van pas. Superstrak en in de tang gehouden. Daardoor versluiert een gitaar of Sara’s stem niet. Misschien ben ik erg gewend geraakt aan de PMC’s, maar ik kan niet anders dan constateren dat deze fact.8 hoger op mijn verlanglijst komt te staan dan eerder beluisterde PMC-ontwikkelingen. Daarin speelt mee dat de tijd bij PMC niet heeft stilgestaan. Ik weet dat bijvoorbeeld de samenwerking met Seas erg veel vruchten heeft afgeworpen in de laatste jaren. Het is een echte domestic monitor geworden van hoge kwaliteit. De track Water Falls zelf is vol overtuiging, precies het juiste timbre, dit gaat diep het hart in. Wie praat hierbij nog over hoog-laag-midden, stereobeeld, ritme, emotie? Dit is muziek maken en niets anders.
De importeur van PMC haalt ook de elektronica van Cary Audio Design naar Nederland en vroeg mij de fact.8 tevens te beluisteren op de SLI-80 Signature buizenversterker, omdat de importeur zelf erg van het resultaat PMC + Cary geniet. Een op KT88`s gebaseerd ontwerp met drie ingangen en een pre-out. Volledig bezet met buizen; er zijn zelfs buizengelijkrichters aan boord. Aansluiten is geen probleem en dezelfde set-up als met de Octave komt weer van stal. Ik krijg drie vrienden op bezoek, die gewend zijn om kritisch te luisteren en veel affiniteit hebben met audio en de audiobranche. Samen besluiten we dat de triode-stand van de Cary aan de PMC het fraaiste resultaat geeft. De UL-stand is ons te scherp in het gehoor, al wordt de definitie wel wat beter. Het is het oude liedje waardoor ik meer in mijn sas ben met een triode-stand of met een EL34-buis, die ook wat ronder speelt dan KT88. Goed, wij spelen met die versterker zodat we aan het eind van de avond unaniem tot het besluit komen dat dit een erg geslaagde combinatie is. Genoeg kracht, veel subtiliteit en heerlijk muzikaal.
Als ik de volgende dag alleen ben, schuif ik Janis Ian in de speler. Een heel oude CD met haar beste werk destijds. Tracks als At Seventeen, Do You Wanna Dance en Jesse staan op de CD. Nummers die ik denk te kennen omdat ik ze honderden keren heb gespeeld. Niets lijkt ineens minder waar. Met de fact.8 verbeeld ik mij, bij de opname aanwezig te zijn. Niet voor het eerst begrijp ik waarom zoveel studio’s kiezen voor PMC. Elke intentie die Ian in de muziek heeft willen leggen is hoorbaar. Elke noot is op zijn plaats. Minder goede nummers, niet qua muziek maar wel qua opname, vallen genadeloos door de mand, al behouden ze een charmante ruwheid. Elke nuance in de stem lijkt gevangen voor eeuwig. Op The Man You Are In Me weerklinken bekkens die op een heel opvallende manier naar voren treden. Die beschouwde ik altijd als een herkenningspunt. Nu kan ik ze pas echt horen. Je kunt je afvragen of PMC het wel bij het rechte eind heeft; een volmondig “ja” komt uit mijn mond. Zo levensecht en dichtbij. Alsof de fact.8 boven zichzelf wil uitgroeien nu de recensie het einde nadert.
Vervolgens een klassieke CD van Janine Jansen in de speler, waarop zij werken van Beethoven vertolkt. Solo viool en daarachter een groot orkest. Zelden speelde het zo precies en harmonieus. Deze luidspreker slikt werkelijk alles en heeft geen voorkeur. Met twee bronnen en drie versterkers realiseer ik steeds een positief resultaat. Ik vind persoonlijk dat de importeur wel een beetje gelijk heeft gekregen. Cary en PMC fact.8 sluiten naadloos op elkaar aan. Heel goed dynamisch spelend, de viool met de juiste intonatie, het laag zou wat strakker kunnen want daar was de NAD weer de winnaar mee, een heel mooi open middengebied, een juiste plaatsing en ook met deze versterker dat enorm diepe en brede stereobeeld. Janine speelt magnifiek, ik luister met gesloten ogen en geniet, geniet, geniet. Terwijl Beethoven helemaal mijn favoriet niet is. Op deze manier raak ik langzaam maar zeker verslingerd aan de fact.8, dus misschien moet ik maar gewoon stoppen met schrijven en de tijd, die nog rest totdat de speakers worden opgehaald, intens gaan besteden aan het spelen van de halve CD- en LP-kast. Na een avond pop gisteren ga ik voorlopig even door met klassieke muziek. Ik verheug me op Bach, Vivaldi, Locatelli en anderen.
Een laatste opmerking tot slot: wie geen buren heeft kan fors hard draaien met de fact.8; wie wel rekening moet houden met de medemens kan ik tot mijn genoegen mededelen dat de fact.8 zachtjes spelend aan een goede versterker zoals de Cary bijna alles van de kwaliteiten blijft behouden. Laat in de avond, in een flat, geniet u nog steeds met volle teugen. Het kan hard, het kan zacht en alles daartussen in.
Dan volgt het moment van de waarheid, de PMC`s moeten de doos in en mijn Focals keren terug op hun vertrouwde plaats. Normaliter ben ik daar blij mee, slechts een enkele keer heb ik zo mijn twijfels welk systeem ik zou prefereren. Dit keer is het een deceptie. Diepte is stukken minder, het laag rommeliger, die ongelofelijke puurheid van de fact.8 is verdwenen. Het doet me pijn om het te zeggen, maar in mijn ruimte, op mijn set, zou ik de Focals zo willen ruilen voor de luidsprekers die daarnet langzaam in de doos zakten.