Jacintha Goes to Hollywood en ik mag meereizen via de langspeelplaat. Kant C op 45 toeren maakt korte metten met het idee dat de Sonus Faber Toy een speeltje is. De stem van Jacintha is zonder meer volwassen te noemen. Net als de begeleiding van het orgel en de gitaar. De stem zou je op grond van de buitenmaten van de Toy verwachten als een neuzig geluid bij gebrek aan bastonen, of als een donker onverstaanbaar geheel, met een definitie die verdwenen is in opgepompt laag. Geen van beide is het geval. Wat Jacintha laat horen is een luidspreker waarvan de makers heel bewust hebben gekozen voor een uitgebalanceerde weergave. Niet opgepept op gebieden waar de Toy fysiek moet afhaken. Evenmin met in het achterhoofd de gedachte dat toekomstige kopers wel zullen bezwijken voor een subwoofer naast de Toy. Voor mij staat een volwassen mens, je kunt hoogstens zeggen dat de opnameruimte aan de kleine kant geweest zou kunnen zijn. Omdat diep laag nu eenmaal ontbreekt. Zowel de stem als de instrumenten daaromheen hebben een realistische afmeting. Met duidelijk een plek in de ruimte. Zelfs de dynamiek is ruimschoots behouden. Een saxofoon tegenover een vibrafoon proberen elkaar vliegen af te vangen. Bas speelt mee, rolt niet over de vloer.
Wat een monitor haast altijd goed doet, is het afbeelden in de ruimte van stemmen en instrumenten. De Toy legt het beeld breed en diep neer. Ziet kans enige hoogte aan te brengen in de plaatsing, maar is daar geen meester in. Niet op mijn set, niet met Jacintha in mijn kleine luisterruimte. Twee variabelen die u niet ter beschikking hebt. Jacintha is snel genoeg gekocht (via High Fidelity Discs), mijn luisterruimte is niet te huur. En een Vyger platenspeler is nauwelijks verkrijgbaar, vrees ik. Eigenlijk krijg ik geen genoeg van deze dame, maar ik begrijp best dat u graag wat andere muziek langs ziet komen. Wat te denken van een mooie big band-opname van Harry James. "Dat moet verkeerd gaan" op een speelgoedje. In die gedachte krijg ik gedeeltelijk gelijk: een woofer van 10 centimeter is te klein voor een enorme stage. De muziek laat zich voornamelijk beluisteren in een wat geknepen weergave, zonder de kracht om slagwerk en bas de kamer in te slingeren. De dynamiek is daarom aan de kleine kant. Je voelt hoe de versterker staat te drukken om koperblazers naar buiten te krijgen. Een situatie die snel te veranderen is, door een subwoofer bij te schakelen. Die hoeft echt niet veel te doen om het orkest een paar meter naar elke kant te laten groeien, dynamiek los te maken en het slagwerk een zet te geven. Blazers krijgen body. De afbeelding in de hoogte groeit gewoon mee.
Nee, ik geef toe, er staat niet ineens een vloerstaander met dubbele woofer voor mijn neus, maar evenmin een minisysteem dat tussen het witgoed behoort te staan. De Toy is namelijk een erg goed systeem, als je het waar nodig een handje helpt. Dat mijn luisterruimte niet al te groot is (pakweg 32 kubieke meter), werkt natuurlijk in het voordeel van de Toy. Terug naar de situatie zonder subwoofer, met een jazz-album in een kleine bezetting. Van de bas krijgt u veel snaren te horen, de kast minder. Slagwerk is luchtig en losjes. Zweeft in de ruimte. Daarbovenuit een snelle piano, geen greintje gebrek aan dynamiek. Dit luistert lekker. Het is snel, compleet en erg muzikaal. De hand van de meester van Sonus Faber zit duidelijk in de Toy verwerkt. Het systeem ziet er alleen maar klein uit, toch is het erg volwassen. Ritme is sterk aanwezig. Definitie blijft mooi. Ruimte en afbeelding zijn meer dan goed. Laat mij maar genieten op deze manier. Waarbij het aan te bevelen is de ogen te sluiten, zodat de oren geen moeite hebben om de ogen te bedriegen. Terwijl de muziek doorspeelt, is het een mooi moment om even stil te staan bij de set en de plaatsing van de Toy.