De importeur vertelt mij dat de Saturn al ingespeeld was en alleen de Apollo nog niet geheel “los”is. Dit geeft mij min of meer de gelukkige verplichting meteen met de duurste versie te beginnen en de Apollo met een draaiende cd onder stroom te hangen. Daar heb ik voorlopig geen omkijken naar.
Als eerste cd draai ik “88 Basie Street” van Count Basie op JVC’s XRCD. Het eerste nummer Bluesville wordt ingezet en meteen heb ik al zoiets van dat dit toch wel bijzonder is .... Deze eerste noten hebben meteen al de nodige impact en worden daarbij strak en swingend neergezet. Ik luister verschillende nummers achter elkaar en vraag mij af hoe je het begrip swingend in een audiosysteem kan uitleggen.
Ik zal het proberen te omschrijven. Ten eerste klopt het totaalbeeld gewoon. In dit geval is de piano dynamisch, de bas laag doortastend en de eerste trompet schettert. Later aangevuld met slagwerk en de complete blazerssectie. Ritmisch en klankmatig is alles met elkaar in evenwicht. En ten tweede moet het op dynamisch gebied ook goed voor elkaar zijn. Dus de zachte passages van instrumenten mogen niet worden ondergesneeuwd als anderen in één keer volop aanzetten en tekeer gaan. En dit in één keer volop tekeer gaan moet echt shocking zijn. Met de Saturn in uw systeem is dat absoluut mogelijk. Ik denk dat dit voor een belangrijk gedeelte aan de grote en stabiele voeding te danken is. Het uithalen van de blazers leidt absoluut niet tot het dichtlopen en verstikken van het geluidsbeeld. Helaas heeft deze cd maar zes nummers, die overigens stuk voor stuk wel erg goed zijn.
Voordat er een te lange stilte valt sprint ik naar het audiorack om het zilveren schijfje om te wisselen voor een nieuw exemplaar. Ik blijf even bij de XRCD collectie van JVC hangen omdat deze zo goed opgenomen zijn. Als bijkomend voordeel is dat er ook een uitgebreide collectie “normale” muziek beschikbaar is. Geen audiofiel geneuzel in de ruimte, maar gewoon lekkere recht-toe-recht-aan muziek. Daarom mag de iets rustigere cd “Come To Find” van Doug MacCleod de lege plaats in de speler innemen.
De geplukte snaren op het nummer “Bring It On Home”springen er gewoon uit. Luister ik naar de base-drum, dan komt deze tevoorschijn met een diepe en krachtige explosie. Doug heeft de kunst zijn vingers vliegenvlug over de snaren van zijn gitaar te laten glijden. Bij veel systemen geeft dit nogal eens een ondefinieerbare smeltkroes van toonhoogtes. De Saturn pakt dit allemaal haarfijn op en stuurt dit tot in perfectie door naar de voorversterker.
Het is duidelijk dat hij een ongekend hoog detail aan het zilveren schijfje weet te ontfutselen. Op nummer 4 “Come To Find” zijn veel akoestische instrumenten te horen die ieder hun eigen plek hebben. Als ik naar dit nummer luister dan valt mij op dat ieder afzonderlijk instrument het gemeenschappelijk doel dient.
De Saturn is als geen ander in staat een vloeiend homogeen beeld neer te zetten. Hierdoor is de klank bijna “ondigitaal” en levert absoluut geen luistermoeheid op. Hard spelen met de Rega als bron is geen probleem. Daar waar de Rega goed in is, blijft ook op hoge volumes gehandhaafd.
In tegenstelling tot de door de weekse avonden mag ik, aan het begin van de zaterdagavond, als opwarmertje graag stevige elektronische “house” draaien. Ook de Saturn kon hieraan niet ontkomen en onder de klep verdwenen schijfjes vol elektronisch geweld. Ik weet dat deze vorm van muziek bij velen niet gewaardeerd wordt, maar soms klinkt het gewoon erg lekker. Als de eerste klanken de Avatars uitvloeien, wordt de hele ruimte gevuld met ritmisch, bombastisch geweld. Een diepe en stevige base-drum wordt gewoon erg lekker diep weergegeven en zelfs de kenmerkende harde, snerpende hoge tonen geven geen aanleiding om de volumeknop naar links te draaien.
Kenmerkend voor deze muziek is dat het vaak erg holografisch klinkt, vol met micro-detail. De ruimte wordt tot in alle hoeken gevuld. Al lopend door de kamer valt het me op dat ik overal wel een belletje of tingeltje hoor. Ondanks het hoge volume waarbij normaal converseren niet meer mogelijk is, blijft de set volkomen stressvrij. Van vervorming of irritatie is geen enkel moment sprake. Na een paar hemelse harde uurtjes beland ik weer op aarde en de dagen erna komt weer meer verantwoorde muziek aan bod.
Omdat mij het holografische beeld al opviel kon “Amused Too Death” van Roger Waters niet uitblijven. Deze cd is vrij hard en scherp van klank opgenomen en mijn ervaring is dat de cd lang niet op iedere set hard gedraaid kan worden. Als we het over digitaal en analoog klinkend hebben dan is dit nou typisch een cd die ik onder de categorie digitaal klinkende cd’s plaats, Heel doorzichtig, transparant en detailrijk.
Ik ben heel benieuwd wat de Saturn laat horen en of mijn vermoeden over deze speler wordt bevestigd. Nadat het goudkleurige plaatje onder de klep is gelegd komen de krekels uit hun schuilplaats en staat een blaffende hond in de tuin. De nieuwslezer die later volgt staat vlak naast me en is zeer goed te verstaan. Omdat de stem zover naar voren wordt weergegeven staan de overige instrumenten meters ver achterin. Hier wordt een absoluut breed en diep beeld neergezet, klasse. De snerpende gitaar is enigszins “vol” van klank. In “What God Wants Part I” wordt een stevig invallende drum ook “vol” ingezet. De stem van Roger is niet iel of schel. De Saturn is in staat een uiterst plezierig klankbeeld te laten horen, zonder dat daarbij enig detail verloren gaat. Het fundament is ongekend diep en stabiel en laat zich nergens van de wijs brengen. Ook niet na de bomexplosie en de stemmen van de geesten in “Three Wishes”.