De test

Voor de test worden meerdere bronnen op de twee Power Stations aangesloten. Allereerst is dat mijn eigen Clearaudio Champion Ltd draaitafel, uitgerust met VPI JMW 9 arm en Clearaudio Discovery MC element, middels een Clearaudio Sixstream kabel verbonden met de Sphinx Phono Equaliser of de Audion phono voorversterking. Daarnaast, eveneens als vaste bewoners, zijn er de (sa)cd-spelers Marantz SA8400, Bluenote Stibbert Tube mk II en de combinatie van CEC TL5100 loopwerk met North Star Design model 3 & 4 DD & DA converters. Tenslotte is ook de Audia Flight CD Two in de testperiode enige tijd te gast. Hoewel er geluisterd wordt naar meerdere versterkers en meerdere luidsprekerparen hebben de resultaten uitsluitend betrekking op de sessies waarin de DK Design VS-1 Reference mk III versterker en de MC Systems M3 luidsprekers opgesteld zijn. Interlinks en luidsprekerkabels komen uit de Classic lijn van Siltech en netsnoeren zijn in het begin van de testperiode de Master Couplers van Synergistic Research terwijl deze in een later stadium vervangen zijn door de AH! TriAC’s. De Power Stations worden op het lichtnet aangesloten met het bijgeleverde KE-HI POWER CORD.


Luisteren

Nog steeds is vinyl in mijn luisterruimte de meest ingezette bron. De Clearaudio Syncro voeding die de motor van de platenspeler van stroom voorziet haalt zijn energie uit een ‘gewoon’ stopcontact terwijl de phono voorversterker – afwisselend Sphinx of Audion – zijn eigen aparte audiogroep heeft. De digitale bron(nen) zijn weer op een andere audiogroep aangesloten en ook de DK Design versterker heeft een eigen audiogroep tot zijn beschikking waarmee voor de totale set geldt dat de kans op onderlinge beïnvloeding minimaal is. Kemp heeft in luistersessies vastgesteld dat de optimale frequentie op 90 Hz ligt en dat er 10 % aan derde harmonischen aan de sinus toegevoegd moet worden. Aanvankelijk experimenteer ik wat met beide instellingen maar na verloop van tijd blijk ook ik op deze geadviseerde waarden uit te komen.

Iedere keer wanneer ik de bypass schakelaar omzet en het blauwe licht opgloeit klinkt de muziek aangenamer waarbij met name het nu als vloeiender ervaren karakter opvalt. De eerste keer dat ik dit gewaar word is tijdens het beluisteren van de prachtige Weavers opname die in 1963 gemaakt is tijdens hun optreden in Carnegie Hall en op fraaie wijze vastgelegd is op een prachtige 180 gram zware zwarte schijf. Het nummer ‘Ramblin’ Boy’ kan ik dromen en ik ken iedere ademtocht, zucht, kuch, uiting van emotie en stembuiging die deze song voor mij zo kenmerkend maakt. Op een goede installatie is de ontroering te horen die zich van zanger Pete Seeger meester maakt op het moment dat hij met dalende stem zingt; ‘I lost the only friend I had….’ Wanneer de blauwe led brandt word ik sterker geroerd door zijn vloeiender en indringender, op dat moment door emotie bevangen stem. Het heeft tot gevolg dat er een soort verslavingseffect optreedt; steeds wanneer ik naar een LP wil luisteren reikt mijn hand automatisch eerst naar de knop die het magische blauw op laat lichten. Zes maanden later is dat effect nog even sterk. De schitterende re-issue op 200 gram virgin vinyl van Sonny Rollin’s halverwege de vijftiger jaren in glorieus mono opgenomen ‘Vol. 2’ verliest niets van het directe karakter en het meeslepende enthousiasme wat deze opname zo kenmerkt terwijl de klank tegelijkertijd toch vloeiender is geworden.

In het begin wissel ik regelmatig van cd-speler maar het vele slepen met apparaten en omwisselen van netkabels gaat al snel vervelen en omdat dan al duidelijk is dat het effect van de Power Station 75 bij elk component te horen is zijn het uiteindelijk met name de Bluenote Stibbert Tube mk II en vaker nog de Marantz SA8400 die de laatste maanden als (sa)cd-bron dienen. De werking van de regenerator is bij gebruik in combinatie met deze beide digitale spelers zo mogelijk nog groter dan bij de draaitafel combinatie al het geval is. Wederom staat de eerste maal dat ik het zwarte kastje inzet me nog helder voor de geest. De sacd komt van Pentatone en daarop gevangen staan de elkaar in rap tempo opvolgende fluweelzachte strelingen en snoeiharde uithalen waarmee Julia Fischer de meest prachtige - door J.S. Bach ooit in de vorm van sonatas en partitas aan het papier toevertrouwde - tonen op virtuoze wijze aan haar viool ontlokt. De tedere passages worden door de als toegenomen muzikaliteit ervaren vloeiender klank nog indringender van karakter terwijl de crescendo’s  tegelijkertijd toch niets aan kracht inboeten. Wanneer in een later stadium de Master Coupler netkabels vervangen worden door de TriAC’s en ik de schijf opnieuw draai blijft het vloeiende en boeiende karakter gehandhaafd terwijl de microdetaillering nog toeneemt. Vlak voordat ik achter mijn PC kruip om dit epos aan de harde schijf toe te vertrouwen draai ik, voor de zoveelste maal, ‘Soul On Ice’ van Yello en ook in dit techno nummer klinkt het effect van Kemp’s Power Station 75 door. De muziek wordt aangenamer en vloeiender zonder dat het de voor deze muziekvorm zo kenmerkende aspecten als puntigheid, snelheid, dynamiek en druk nadelig beïnvloedt.






EDITORS' CHOICE