Met de enorme basspeaker aan de zijkant is het de gekste monitor die ik ooit heb gezien. Met een monitor heb je meestal het grote voordeel dat de kast oplost in het luchtledige en dat de speaker niet aan te wijzen valt. Zo is het ook met de Extrema Vaganza Mk II, waarbij van kastkleuring totaal geen sprake meer is. Met dank aan het materiaal en de interne vormen. Met Diana Krall op SA-CD valt een zeer gespreide weergave mij ten deel. De stem geeft nadrukkelijk de vele nuances weer en is zeer fraai. Geen drukkend laag en geen kritische hotspot zijn twee dingen die direct in gedachten springen. Piano mag iets meer naar een volle klankkast neigen, maar dat kan evengoed aan de opname liggen. Zit je netjes in de buurt van de te verwachten hotspot dan krijg je een mooi diep stereobeeld.
De Extrema Vaganza Mk II heeft er kennelijk weinig tot geen last van dat de speakers dicht bij de achterwand staan (pakweg 25 cm). De hoogte informatie blijft in de genoemde opzet beperkt tot een smalle strook. Ik noem het wel eens luisteren door de brievenbus. Dat de SA-CD speler daar voor een groot deel debet aan is blijkt later als ik LP’s ga draaien. De weergave kenmerkt zich verder door openheid en frisheid. Lieftallige percussie. De toonbalans is de gehele SA-CD door zeer aantrekkelijk en het valt me moeilijk om tijdelijk afscheid van Diana te nemen om te gaan eten. Straks weer snel terug voor Dead Can Dance. Met de CD “Into the Labyrinth” heeft Dead Can Dance een meesterwerkje neergezet met ruimtelijke informatie. Daarin laat de Extrema Vaganza Mk II een steekje vallen ten opzichte van even dure concurrenten. De sambaballen komen niet ver genoeg de kamer in en in de breedte mag het ook ietsje meer zijn. Fijn is dat de muziek recht voor zijn raap wordt aangeboden en niet versluierd. Het laag gaat diep genoeg om niet te verlangen naar een groot systeem, al zou een subwoofer voor dit soort muziek met deze weergevers geen kwaad kunnen. Hoe Koos het ook heeft versierd met de EBS unit, er gaat niets boven kastinhoud om laag te creëren (daartoe maakt hij ook grote systemen). De geluiden van de oliedrums, de zweep en sambaballen laten horen dat de Extrema Vaganza Mk II een snel systeem is dat geen last heeft van luiheid. Het geeft maar al te graag alles weer. Het is heel gemakkelijk details te volgen en instrument lijnen vast te houden.
Patricia Barber ontbreekt vrijwel nooit bij luistersessies. De muziek vind ik soms mooi, soms vreselijk. Wat Barber in ieder geval voor elkaar heeft is de opname, of misschien beter uitgedrukt de extremen in de opname. De dame stopt veel te veel laag in de CD en dat maakt het eenvoudig speakers te betrappen op fouten in die regionen. Teveel bas of teveel reflexpijp wreekt zich ogenblikkelijk. De Extrema Vaganza Mk II houdt het allemaal in de hand. Een tikje meer doortekening zou mogen, maar in ieder geval ben ik blij met de strakke weergave. Best indrukwekkend wat een kastje van deze afmetingen neer weet te zetten. Dat het zo diep laag kan is mede te danken aan het lage rendement en dat vind ik ook gelijk een beperking. Luidsprekers met een laag rendement spetteren niet in mijn optiek. Dat heeft weinig te maken met versterkervermogen. Hard kan het best, maar het verschil tussen de hardste en zachtste passages vervlakt. Misschien ben ik daarom wel een liefhebber van hoornsystemen, die kunnen pas echt dynamiek aan. Alles tussen de 90 dB en 95 dB rendement doet het een streepje minder, zak je onder de 90 dB dan kriebelt het bij mij. Met de schakelaar aan de onderzijde waarmee je het hoog wat oppept verbeter je de situatie iets, maar het geeft niet de dynamiek die overweldigend kan zijn. Desnoods boet ik in op punten als precisie en vervorming, als ik maar uit de stoel geschopt word. Een persoonlijke keuze uiteraard. Ik beluister de drumsolo op de Barber CD en mis de adembenemende klappen. Zelfs als ik het systeem bijna vol gas geef. Aan de andere kant, luister eens naar een stem op een Extrema Vaganza Mk II en je weet waar de ontwerper de nadruk legde. Of neem de conga’s en bongo’s in gedachten. Ze staan haast voor je neus en je ruikt het zweet van de slagwerkers. Na Barber komt Nils Lofgren die heel goed gitaar kan spelen op deze kasten. Snelheid is weer opvallend aanwezig net als de afbeelding van de mannenstem dit keer. Ruimte, plaatsing, afwezigheid van resonanties en gevoel voor ritme. Het zit allemaal in dit kleine kastje verborgen. Is de muziek ingetogen op rustige momenten dan is de emotie overdracht volmaakt, gaat het harder en ruiger dan neemt het gevoel bij de weergave wat af. Vervelen doet het nooit en luistermoeheid is een onbekend fenomeen met deze luidsprekers. Keer op keer kost het moeite om op te staan en van CD te wisselen. Ik luister liever alles helemaal uit.
Klassiek is een openbaring. Zelden genoot ik zo van Locatelli met Jaap van Zweden op viool als via de Extrema Vaganza Mk II. Een zeer evenwichtige weergave valt me ten deel die recht doet aan de realiteit. Een breed uitgemeten orkest vormt de achtergrond voor de viool die nergens maar dan ook nergens uit de bocht dreigt te vliegen. Wie graag kritiek levert zou hoogstens iets te veel voorzichtigheid als verwijt kunnen geven. Het is in mijn oor een pure schoonheid die boeit van de eerste tot de laatste noot. Hetzelfde heb ik met de SA-CD “Exceptional masterpieces” die volgt. De resolutie van de allerbeste systemen halen we niet, maar ik benader het erg dicht. Heel even het gevoel dat het te glad en te rustig is, maar daar hebben we de schakelaar voor. Een tikje hoog op en hop het springt in beeld. De voetstappen aan het eind van de SA-CD geven de indruk van een podium weer. Een nog betere beleving vraagt zoals altijd een groot systeem. Klassieke muziek is met kracht neergezet en zonder meer overtuigend.
Het leuke is dat die overtuiging er ook is met LP popmuziek. Een oude LP van Sade heeft een behoorlijke portie drive en power. Ritmisch swingt Sade als een vis in het water. Een droog stampend laag doet me denken aan de disco’s waar ik vroeger placht te komen. De plaat heeft een soort ouderwetse stereo weergave, links en rechts de instrumenten en middenin plompverloren de stem maar ik geniet, al plakt het vanwege de opname aan de speakers. Veel minder heb je daar last van met Taj Mahall en de zusjes Pointer. Die meiden laten zich van hun beste kant horen onder het bezielende spel van Taj zelf. Mijn platenspeler wil ik beslist niet missen als ik dit weer hoor. Ik vraag slechts om wat meer dynamiek, niet om spreiding, zuiverheid of detaillering. Dat is allemaal heel erg in orde. Tenslotte pak ik uit de kast Jef Wayne’s “War of the world’s”. De sfeer is heel goed neergezet en bij vlagen angstaanjagend. De stem van Burton hakt in je hoofd en als geen ander weet hij de invasie van Marsbewoners levendig te maken. Het is een soort Pink Floyd muziek maar met een langere verhaallijn. Opvallend is de spreiding in alle drie de dimensies, breed en diep en met LP ook in de hoogte. Weg is het brievenbuseffect dat ik wijt aan de SA-CD speler en niet aan de luidsprekers. Toch altijd goed om met meedere bronnen te beoordelen en niet afhankelijk te zijn van of CD of LP. Hoe meer media hoe beter.