Al de hogere reeksen van KEF waar we het al eerder over hadden, delen Ă©Ă©n eigenschap. Ze gebruiken KEFâs Uni-Q-driver, een onderdeel waar het bedrijf zo trots op is dat het wel lijkt alsof elke tweede zin uit de mond van een KEF-vertegenwoordiger het woord bevat. We grappen een beetje, maar als je volgende keer een demonstratie van KEF-ambassadeur Johan Coorg bijwoont moet je maar een telling bijhouden. âUni-Q, bloody marvelousâ, we horen het hem nog zeggen.
Die trots is niet misplaatst. De Uni-Q-driver is inderdaad iets heel bijzonder, al is het onderliggende concept niet eigen aan KEF. Het gaat hier namelijk om een coaxiale driver, wat wil zeggen dat deze driver er eigenlijk twee is. Het bestaat uit twee delen: een grote midranger met in het midden een onafhankelijk opererende tweeter. Bij de Uni-Q is de tweeter heel herkenbaar, omdat KEF er altijd een opvallende metaalkleur aan geeft en omdat er voor de tweeter een waveguide is aangebracht in de vorm van een bloempje of opengesneden sinaasappel. Er zijn nog fabrikanten die coaxiale drivers gebruiken, zoals Tannoy en Teufel.
Er zijn wel wat voordelen aan coaxiale drivers, zoals dat ze minder plaats innemen aan de voorkant van de speaker. De voornaamste troef is echter dat ze optreden als een puntbron. Met andere woorden, een groot deel van de hoorbare frequenties komt uit Ă©Ă©n punt. Dit in tegenstelling tot luidsprekers die met aparte tweeters en midrange-drivers werken. Bij dergelijke luidsprekers moeten luidsprekerfabrikanten altijd veel moeite doen om te zorgen dat alle frequenties gelijktijdig bij de oren van de luisteraar arriveren Ă©n dat er geen gevoel is dat middenklanken van ergens anders komen dan de hogere frequenties. Dat is zeker belangrijk voor instrumenten die een brede frequentie-aanbod hebben, zoals pianoâs of gitaren. Als de tonen die zij produceren âverdeeldâ bij de luisteraar arriveren, dan klinken ze niet natuurlijk. De claim to fame van de Uni-Q-driver is net dat ze heel coherent zijn en dat muziek natuurlijk klinkt.
Het grote nadeel van coaxiale drivers is dat ze veel moeilijker zijn om te bouwen. Het ophangen van de tweeter in een andere driver is lastig, want het moet akoestisch ontkoppeld zijn zodat de ene driver niet de andere stoort. KEF is echter al vele jaren bezig met het Uni-Q-design, zonder al te veel noemenswaardige problemen.
Ook de nieuwe Q Series heeft op alle modellen de Uni-Q-driver, net zoals voorheen. Een kleine aanpassing bij de nieuwe Qâs is dat de tweeter in de Uni-Q-driver een andere buisje gebruikt voor tube loading, wat de helderheid van het hoog zou verbeteren en breakup â vervorming, zeg maar â vermijdt.
KEF Q Series: Plaatsing
In deze stereotest bekijken we de Q350-boekenplankspeakers en de Q750-vloerstaanders, voornamelijk aangestuurd door een Hegel Röst. We hebben ze ook even aan een Devialet Expert 200 gehangen, maar dat was meer een experimentje. De SAM-speakerprofiling van Devialet ondersteunt niet de goedkopere Q-speakers van KEF, en er was te weinig tijd om te onderzoeken hoe groot de invloed van de Devialet-processing zou zijn op âonbekendeâ luidsprekers. De Hegel Röst is natuurlijk een uitstekende versterker die probleemloos beide Q Series-modellen kan aansturen. Niet geheel toevallig wordt het Noorse merk in ons land ook verdeeld door dezelfde partij als KEF (al was de distributeur niet op de hoogte van onze matching). Zoals we al opmerkten in onze test van de Röst passen beiden heel goed bij elkaar.
De boekenplankspeakers uit de Q Series zijn vanaf deze generatie uitgevoerd met een bass-uitgang aan de achterkant. Dat betekent dat ze lage tonen langs de achterkant uitsturen â iets waar je rekening mee moet houden bij de plaatsing. Vlak tegen een muur is geen goed idee, maar een enorme afstand is nu ook weer niet nodig. Een 50-90 cm lijkt ons wel goed, want de Q350 is geen enorme vette basproducent.Â
De Q750 is wat gemakkelijker te plaatsen. Hij lijkt weinig last te hebben van de plaatsing en door de Uni-Q-driver is de juiste toe-in bepalen minder cruciaal dan bij sommige andere speakers. Neen, we zouden hem niet plat tegen de muur zetten - daarvoor moet je een Dali hebben. Maar een kleine beetje indraaien lijkt ons voldoende voor een goed geluid. Die waveguide op de Uni-Q doet echt wel zijn werk goed.