Niet voor niets is Van den Hul ook letterlijk een wereldmerk. Hij doet zaken in 65 landen en zou in dat opzicht overigens probleemloos de verbreiding van Shell pompstations – meer dan 90 landen - naar de kroon kunnen steken, indien hij de lijst niet weloverwogen beperkte. Zo gaan zijn producten niet in de richting van het Afrikaanse continent. In een interview met het Duitse ‘image hifi’ magazine vertelt hij waarom: “Daar kunnen ze het geld beter aan scholen en ziekenhuizen besteden dan aan HiFi. Dus moet je het niet naar Holland laten afvloeien.”
We waren gewaarschuwd, kun je achteraf stellen. Ook de prominente vermelding ‘greencare products’ op al zijn producten is veelzeggend.
Al blijft het opmerkelijk. We hebben hier immers te maken met een firma die het begrip ‘welvaartsproduct’ nieuwe diepgang verleent. Alles draait om het ultieme genieten van muziek. Aalt Jouk van den Hul ontwikkelt en produceert immers pick-up elementen, kabels en ander fraais dat het laatste beetje verfijning en emotie aan een plaat weten te ontworstelen. Vinyl, als het even kan.
Onder liefhebbers over de hele wereld heeft AJ in elk geval een bijna mythische reputatie opgebouwd. De unieke vormgeving van de ‘naald’ in zijn elementen draagt bijvoorbeeld ook zijn naam. Zo kun je in Duitse magazines lezen over de ‘Van den Hul Schliff’. Kennelijk hoort het allemaal op de allerbovenste plank thuis, want het mag wat kosten. De prijslijst loopt door tot vier mille voor zijn met speciaal edelmetaal draad gewikkelde Colibri XGP/XGM pick-up element. We maken er kennis mee op de immense luisterzolder boven zijn woonboerderij. Vloer en wanden zijn waar mogelijk bedekt met een onafzienbare hoeveelheid boeken, platen en audio apparaten. Hier geeft Van den Hul de laatste afstelling mee aan de pakweg 750 elementen die hij jaarlijks bouwt. Slechts heel weinig bezoekers zijn ooit in zijn ‘akoestische schildersatelier’ geweest.
We luisteren er naar onze meegebrachte LP’s. Nooit eerder heeft ons ‘No Nukes’ album uit ‘79 een dergelijk transparant geluid geleverd. Van den Hul luistert met gesloten ogen mee. Geconcentreerd. In trance bijna. Zelf prefereert hij klassiek. Alles draait om een groot en diep geluidsbeeld, precieze plaatsing van de muzikanten. Hij geeft overduidelijk zeer terzake kundig commentaar op de opnametechniek van de plaat. Het kan zijn goedkeuring wegdragen. Je ziet Jackson Browne, Graham Nash, Carly Simon en James Taylor inderdaad bijna staan. Zonder twijfel voor het eerst in deze ruimte.
Het geluid komt uit futuristische meer dan manhoge torens met als opvallendste onderdelen de hoornluidsprekers. De hoge tonen komen uit futuristische plasma ionen tweeters, een soort zingende vlam. Lees: ionenstroom. We moeten wennen aan zoveel helderheid. Zelf prefereren we daarom in eerste instantie het wat minder onthullende element dat in de luisterruimte als tweede zijn kunsten vertoont, een treetje onder de Colibri: de Condor.
Het geluid van een kabeltje
De wonderbaarlijke tocht door luisterland gaat ‘s avonds thuis verder met een viertal setjes geleende stereo kabels. Overigens is die tak goed voor 91 procent van de omzet van Van den Hul. Wat kan een kabeltje nu voor verschil maken, denk je in je onschuld? Het effect blijkt zelfs voor een ongeoefend oor echter meteen hoorbaar. Basismodel The Name – vijf tientjes voor een setje – betekent in de plaats van een standaardexemplaar al een fikse stap vooruit, een ‘middenklasser’ doet het allemaal nog even beter en dan komt de First Ultimate kabel aan de beurt. We zijn bij wijze van spreken opeens terug in Van den Huls luisterruimte. Niet dat onze installatie helemaal van hetzelfde niveau is, maar het ‘karakter’ is verbluffend herkenbaar. Alsof een laatste zweem mist in het geluidsbeeld optrekt en iedereen wat verder uit elkaar gaat staan. Het betreft een geheel uit koolstofvezel vervaardigde kabel, zo ontdekken we later. Hoe kan het ook anders. Kennelijk een favoriet van AJ van den Hul, want we horen hem aan de andere kant van de telefoonlijn bijna de wenkbrauwen optrekken bij onze mededeling dat ‘deze ook weer zo enorm transparant is, maar naar onze smaak bijna té helder’.
Misschien heeft het te maken met onze voorliefde voor buizenversterkers? De vierde kabel – The Orchid – kunnen we in het assortiment aanvankelijk niet thuisbrengen, maar staat ook na regelmatig omwisselen telkens als één genoteerd. Net iets minder ‘doorzichtig’ dan de koolstofkabel, maar ook hier zie je iedereen bij wijze van spreken op het podium staan en de balans in ‘hoog en laag’ pleziert meer. We scoren daarmee punten, want pas nu blijkt dat C-sharp de wereldprimeur van een compleet nieuwe en nog te lanceren kabel had gegeven. Driehonderd euro per setje, dat wel, maar voorlopig kan AJ er naar fluiten. We maken er een duurtest van.
Het interview met Aalt Jouk van den Hul is eerder verschenen in C-sharp magazine.
C-sharp informeert het topmanagement in Nederland over de wijze waarop zij IT kunnen inzetten als strategisch bedrijfsmiddel. Naast scherpe analyses, bevat het maandelijks verschijnend tijdschrift best practices, business cases, trendverhalen en achtergrondverhalen. Maar ook is er ruime aandacht voor de ‘prettige kant’ van het leven, met reportages over zaken als golfen, limousines en hi-fi.