Het productie gamma van Atoll omvat zowel stereo apparatuur als surround versterkers. En zijn al lange tijd drie geïntegreerde versterkers leverbaar (IN type) van respectievelijk twee maal 50, 80 of 100 watt aan 8 Ohm. Daaraan sterk verwant zijn een zestal eindversterkers die of in stereo zijn uitgevoerd (AM type, te bridgen om het vermogen te verdubbelen) of beschikbaar zijn voor drie kanalen (AV type). En twee voorversterkers die rechtstreeks van de IN serie komen en luisteren naar de naam PR100 en PR200. Het stereo gamma zou niet compleet zijn zonder een tuner en drie CD spelers, de CD50, CD80 en CD100.
Het gehele concept is voorbereid op de mogelijkheid tot bridging, bi of zelfs tri-amping en zowel uiterlijk als intern zorgen de verwantschappen binnen de ranges (50, 80 en 100 serie) ervoor dat er ruim gecombineerd kan worden. De PR200 voorversterker heeft model gestaan voor de PR5.1, een 5+1 voorversterker met onder meer twee zeskanaal ingangen. Daarmee geschikt voor surround weergave van DVD-Video en DVD-Audio, maar ook voor SA-CD multichannel. Optioneel is een surround board leverbaar dat ingeklikt kan worden en dat de Dolby en DTS processing voor zijn rekening neemt. Een in eigen huis ontwikkelt board waarvoor ruim 4000 regels software zijn geschreven in zowel C++ als assembler. Ter aanvulling van de surround serie zagen we een prototype van een vijfkanaals eindversterker, wederom gebaseerd op de bestaande AM reeks en in staat tot het leveren van twee maal 100 watt in stereo of vijf maal 80 watt in surround. Een tweede optioneel board dat in alle voor en geïntegreerde versterkers past is een MM phono versterker.
Nieuw in het gamma van Atoll is een luxe serie apparatuur met een iets hoger vermogen, betere specificaties en geoptimaliseerde klank (= nog verder geneutraliseerde klank). Opvallend aan de buitenkant is de 8 mm dikke frontplaat die is afgewerkt met een gefreesd profiel. Het front wordt eerst in zijn geheel gestraald met glasbolletjes en daarna wordt het bovenste gedeelte geborsteld. Intern treffen we de nieuwe schakelingen die voortborduren op de bestaande serie, maar waarin grotere voedingen zijn ingezet en nog betere individuele componenten. Tot nu toe bestaat de serie uit een IN200 geïntegreerde versterker van 2 x 120 watt, een PR300 voorversterker en een AM200 eindversterker. Kenmerken onder meer een volledig symmetrische opbouw, dubbele MOS-FET’s per kanaal, buffering per apparaat met 62.000 uF, volledig discrete opbouw en bedienbaar met de systeem afstandsbediening van Atoll.
Dat in de PR300 voorversterker een 330 VA trafo met 62.000 uF buffering een plek heeft is typisch iets voor Atoll. Grote overbemeten voedingen die voor enorme reserves zorgen. Net als snelle stijgtijden en een frequentiebereik tot minimaal 100 kHz gelden voor elke Atoll versterker. Volgend jaar wordt de 200/300 serie afgemaakt met een CD speler die nu in de ontwikkelfase is. Het prototype is veelbelovend met een Delta-Sigma Burr-Brown d/a converter. In het maken van een eigen DVD speler ziet Atoll (nog) geen brood zolang de markt nog zo veranderlijk is en de prijzen door dumping heftig onder druk staan. De reden voor Atoll om het duurdere segment ook op te zoeken is tweeledig, vraag vanuit de markt van hen die Atoll al jaren trouw zijn en een upgrade zoeken en het gegeven dat tegenover elke verkochte AM50 vier verkochte AM100 versterkers staan. Voor het duurdere segment zijn er gek genoeg meer klanten. Toch blijven de prijzen bescheiden en kost de inmiddels in Haute Fidelité gerecenseerde IN200 (zeer goed bevonden met een ijzersterke prijs/kwaliteit verhouding) ongeveer 1600 euro. Het is lang niet de eerste keer dat Atoll apparatuur een dergelijk goede recensie heeft. In het verleden won Atoll al prijzen als de Diapason d’Or.
Natuurlijk behoort luisteren tot de mogelijkheden en we zoeken de luisterruimte op waar Jean-Marie Reynaud speakers staan en in een hoek verstopt een set ASA monitors. Vroeger stonden in de luisterruimte grote Triangle luidsprekers, maar die kleurden teveel naar de zin van Stéphane en Emmanuel, iets wat beoordelen lastig maakt. Atoll heeft inmiddels een sterke band met JM Reynaud die gebaseerd is op wederzijds respect voor elkaars producten. Dat de match uitstekend is bewijst een IN200 die aangesloten is op JM Reynaud Evolution 3. Gevoed vanuit een CD100 CD-speler.
De luidsprekers staan in eerste instantie te ver uit elkaar naar onze zin, maar dat verbergt niet wat een rotsvaste plaatsing Atoll apparatuur heeft. Een zangstem staat werkelijk onbewegelijk in het midden tussen de speakers. Zo onbeweeglijk dat het gedeeltelijk a capella gezongen werk uit een center lijkt te komen of uit een mono bron. Als meer instrumenten deel gaan nemen of orkestwerk aan de beurt komt, blijkt dat we wel degelijk luisteren naar een stereo installatie. Het opgebouwde beeld loopt ver naar buiten, geeft hoogte en diepte informatie weer en beeldt stemmen en instrumenten af op ware grootte. Het luisteren is zonder meer plezierig en detailrijk, zonder te verliezen in een onaangename analytische weergave. De klank is rijk, zonder overdrijving, waar de grote ruimte mede debet aan zal zijn. Staande golven heb je weinig last van. Zowel jazz, pop als klassiek komen voorbij en vormen samen een prettige afsluiting van een dag in Brécey.
Natuurlijk discussiëren en filosoferen we onder het genot van de muziek nog wat door met de broers Stéphane en Emmanuel, vooral over techniek. Ze zijn beiden open. Zo kost het kost maar weinig moeite om Stéphane zover te krijgen dat hij de uitspraak doet dat een huidige elektronische volumeregelaar, die werkt op basis van een chip waarin halfgeleiders weerstanden in serie schakelen met de signaalweg, beter klinkt dan een ALPS traditionele potentiometer. Reden dat in de duurdere Atoll’s geen ALPS meer te vinden is. Een andere uitspraak van hem is dat de eindtransistor van elke eindversterker steeds dezelfde MOS-FET is, gemonteerd op een eigen koellichaam per transistor, wat een aantal voordelen met zich meebrengt als: geen lekstromen, geen reden tot isolatie van de transistor wat warmte overdracht in de weg zit en modulaire goedkope bouw is mogelijk. Tijdens het gesprek blijkt nogmaals dat de heren met beide benen op de grond staan en apparaten willen leveren die een betaalbare prijs koppelen aan degelijkheid, duurzaamheid, stabiliteit en een uitstekend geluid. Wie instapt bij Atoll betaald ca. 550 euro voor een geïntegreerde versterker. Voor nog eens 400 euro heeft u de mogelijkheid tot bi-ampen. Het duurste product is de PR5.1 processor die met een zilver front, AB, surround board en phono print net over de 1800 euro gaat.
Na het afscheid van Stéphane en Emmanuel druilt buiten de regen nog steeds, wat te zien is aan de foto’s van het pand. We laten Brécey achter ons op weg naar de Pont de Normandie. Het was een bezoek dat inzicht heeft gegeven in de mensen achter Atoll. Wat heeft aangetoond dat met goed ondernemerschap, slim handelen en door materialen breed in te zetten Europees en in het geval van Atoll Frans handwerk nog steeds geleverd kan worden. Tegen een zeer schappelijke prijs, met een uitstekend geluid en een minstens zo hoge prijs/kwaliteit verhouding.