Anno 2011 een stille film maken, geheel in de stijl van de eerste decennia van het medium. Of dat idee van de Franse regisseur Michel Hazanavicius tot succes zou leiden stond bepaald niet vast, maar de film werd de grote winnaar van alle belangrijke prijzen: Oscars (maar liefst vijf stuks, uit tien nominaties), BAFTA, Césars en een Gouden Palm. De moed om iets totaal afwijkends te maken werd dus dik beloond. The Artist is dan ook een bijzonder verleidelijke film.
Het verhaal speelt in Hollywood, eind jaren twintig. George Valentin (Jean Dujardin) is een gevierd filmster, die het publiek om zijn vinger windt. Met zijn succes is het snel gedaan als de gesproken films hun intrede doen. Hij weigert mee te werken aan de zogeheten ‘talkies’. Zijn ontdekking Peppy Miller (Bérénice Bejo) ziet dat anders. Al snel snelt zij George voorbij in populariteit. Hij volhardt en ruïneert zichzelf door stille films te blijven produceren.
Het betekent het einde van zijn luxe leventje. Zelfs zijn trouwe butler Clifton (James Cromwell) moet hij wegsturen. Als het helemaal misloopt zijn er Peppy en Valentin’s onafscheidelijke hondje om hem te redden. De briljante Jack Russell Uggie veroorzaakte overigens een oproep om een speciale Oscar voor dieren in te stellen.
The Artist ontroert door het spelplezier dat van het scherm spat. Naast de genoemde acteurs mag John Goodman met zijn uitbundige mimiek niet onvermeld blijven, als goedlachse producent in de periode waar films enorme zalen vulden. Het verhaal is romantisch en melodramatisch, en daarmee van alle tijden. Bij een kijken is een voortdurende glimlach niet van je gezicht weg te branden.
Zoals Michel Hazanavicius in een lang interview dat als extra te vinden is op het blu-ray schijfje uitlegt is The Artist zeker niet bedoeld als een getrouwe weergave van films uit de periode van het verhaal. Hazanavicius liet zich inspireren door de hoogtepunten uit de hele zwart-wit periode van de cinema, inclusief meesterwerken uit de jaren `50 als Sunset Boulevard.
Kleding, decors en de verdere aankleding komt authentiek over, maar het dynamische cameragebruik en de snelle montage zijn zeker niet trouw aan de manier van filmen anno 1930. De film is dan ook gemaakt voor een hedendaags publiek, dat op deze wijze optimaal duidelijk gemaakt krijgt wat het maken en bekijken van films destijds betekende. De openingsbeelden van een vertoning met live orkest en een toegift van de cast illustreren prachtig hoe een voorstelling er destijds uitzag. Iedereen die denkt dat zo’n “ouderwetse” film nooit leuk kan zijn wordt van zijn vooroordeel afgeholpen – wie niet geraakt wordt door deze in alle opzichten hartstochtelijke film moet wel van steen zijn.
Anders dan in de bioscoop is de Blu-ray voorzien van Franstalige tussentitels met de dialogen. Wellicht vanwege het ten dele Franstalige Benelux karakter van de verspreider, Cinéart. Natuurlijk zijn er wel gewoon Nederlandse ondertitels.
De film ziet er dan wel oud uit, de beeldkwaliteit is uitstekend. De extra’s zijn interessant, met vlot gemonteerde bloopers en behind the scene fragmenten. Zeer belangrijk is de door twee Belgische orkesten gespeelde muziek die voortdurend klinkt. Ludovic Bource inspireerde zich op filmmuziek uit de periode, een heerlijke cocktail van symfonische en jazz elementen die ook zonder beelden prima weet te vermaken.
Aanvullende informatie:
Frankrijk/VS, 2011
Speelduur: 100 minuten
Regie en scenario: Michel Hazanavicius
Muziek: Ludovic Bource
Camera: Guillome Schiffman
Met: Jean Dujardin, Bérénice Bejo, John Goodman, James Cromwell
Extra: Bloopers (2 min), Behind the scene (4 min), Interview met Bérénice Bejo (14 min),
Interview met Michel Hazanavicius (30 min)
Beeld: 4:3 zwart-wit, extra’s 16:9 kleur, 1080 24 HD
Geluid: DTS HD 5.1
Website
Soundtrack