De komst van de afstandsbediening heeft ongetwijfeld invloed gehad op het menselijk gedrag. Elke technische vinding en sociale innovatie vormt de manier waarop generaties functioneren en hun leven inrichten. Wie scherp waarneemt ziet de uitwassen in de vorm van een `hangbankgeneratie`. Met één hersenhelft denkende zappers, wier enige lichaamsbeweging bestaat uit het inkloppen van patronen op remote controls met honderdveertig knoppen en zodoende vastheid inbouwen in een structuurloos bestaan.
Vroeger werd er in ieder geval nog zware arbeid verricht door met de hand platen om te draaien en de arm/element-combinatie te tillen. De huidige generatie is zó virtueel aan het worden dat er grote afstand wordt genomen van elk denkbaar apparaat en van mensen. Zelfs een elektrische tandenborstel komt tegenwoordig met een afstandsbediening.
De schaduwzijde van deze trendy afstandelijkheid uit zich in de enorme hoeveelheid afstandsbedieningen op de salontafel. Niet dat we gebukt gaan onder de enorme vrees, die de vier knoppen op de allereerste televisietoestellen teweeg brachten bij het cohort dat de babyboomers ruimschoots voorging, maar vijfentwintig van die dingen om je heen kunnen al snel de grens van je vernuft passeren. De al een tijdje gangbare alternatieve concurrentiestrategie van bedrijven zoals Logitech, voorziet in een afstandsbediening die de functie overneemt van vrijwel alle afstandsbedieningen in huis. Dat is feitelijk een geavanceerde doorontwikkeling van eerdere concepten, die in staat waren om zich de hele dag suf te leren en zodoende, binnen grenzen, een aantal remotes te kunnen vervangen.