De vraag of er klankverschillen bestaan tussen kabels van verschillende merken, is er een die al meerdere malen gesteld is en die wat mij betreft bevestigend beantwoord kan worden. In het verlengde daarvan is de stelling dat het inspelen een positief effect heeft op de klank van de kabel voor mij evenmin een punt van discussie. Eerder een punt van frustratie. Want bij iedere nieuwe kabel kijk ik aan tegen een lange periode waarin de klankmatige aspecten heel geleidelijk verbeteren terwijl ik me afvraag op welk moment de kabel zijn optimale niveau bereikt zal hebben.
Wanneer ik voor het eerst kennis neem van het bestaan van de Proburn komen er twee vragen bij mij op. Is het mogelijk dat het niveau dat de kabel na lang inspelen bereikt nog verder verbeterd kan worden door middel van een inbrandapparaat als de Proburn? En zo ja, kan dat dan in een tijdsbestek van 24 tot 48 uur? Want dat is wat Keith Martin, ontwerper en eigenaar van Blue Horizon belooft. Nu is de heer Martin natuurlijk niet de eerste de beste. U kent hem wellicht als de ontwerper/eigenaar van het Britse merk Isotek.
Ik ben dan ook geneigd hem het voordeel van de twijfel te gunnen. Ten eerste natuurlijk omdat ik als recensent regelmatig nieuwe kabels over de vloer heb en ik daarom de voordelen van een dergelijk apparaat wel zie. Maar ook omdat zijn verhaal in mijn oren heel waarschijnlijk klinkt. Door middel van specifi ek ontworpen technologie genereert het apparaat unieke ultra lage frequenties die de kern van de geleider penetreren en ultra hoge frequenties die zowel de geleider als het dielektricum beïnvloeden. Juist die grote bandbreedte is iets waar de cd-speler niet tegenop kan.
Martin stelt dat gereproduceerde muziek vooral in de hoge frequenties weinig energierijk is. Dat heeft meerdere oorzaken; niet alle microfoons lopen in het hoog even ver door en daarnaast produceren veel instrumenten maar weinig geluidsenergie boven de 40 kHz.