Sinds het befaamde Franse klassieke label Erato eind jaren-90 zijn verbintenis met Ton Koopman, het Amsterdam Baroque Orchestra & Choir voor de gevorderde serie Bach-cantates had verbroken, heeft de dirigent de cyclus vervolgd onder zijn Franse, eigen naam: Antoine Marchand.
Intussen is Erato helaas onder de commerciele en artistieke eisen des tijds bezweken en van de markt verdwenen. Zo niet echter de serie cantates van Bach onder artistieke supervisie van dirigent, clavecinist, organist, musicoloog en inmiddels prof. dr.Ton Koopman.
Hij heeft zijn label “Antoine Marchand” zakelijk verbonden aan Challenge Classics, waarmee het vervolg van de Bach- cyclus verzekerd werd. Ook de succesvolle cyclus “Opera Omnia”, vokale werken van de grote Lübeckse Bach-voorloper, Dieterich Buxtehude (1637-1707) heeft nu een thuishaven bij Challenge Classics.
Terug naar Bach. Een van de recent verschenen cd’s biedt de Kaffee Kantate: Schweigt stille,plaudert nicht BWV 211, de Bauernkantate Mer hahn en neue Oberkeet BWV 212 en de bas-solo-cantate Amore traditore BVW 203. Opnieuw blijkt dat temidden van alle prominente opnamen die momenteel worden uitgebracht onder vermaarde Bach-vertolkers als Gardiner, Herreweghe, Suzuki e tutti quanti, de stilistisch en historisch-autentieke visie van Koopman c.s. op deze meesterwerken een onaantastbaar hoge standaard vertegenwoordigt.
Die opvatting is heel vertrouwen-wekkend. Eigenzinnige dynamische wendigen en contrasten blijven achterwege, zonder de met name in de komische Koffie- cantate hier en daar enigszins naar een wat Napolitaans neigende stijl van dit zwierige werk te vermijden. Koopman weet exact waar de karakteristieke waarden in dramatisch-komische muzikaal “vertaald” of beschreven moeten worden en dat maakt zowel deze Kaffee Kantate als de inderdaad nog wat “lompere” Bauernkantate tot ware feesten van herkenning, met prachtige, stilistisch uitnemende bijdragen van de solisten, i.c. sopraan Anne Grimm, tenor Paul Agnew en de al jaren met Koopman cs samenwerkende Duitse bas Klaus Mertens, die ook in de Italiaanse solo-cantate Amore traditore BWV 203 de barokke lyriek prachtig laat blinken. Overtuigend is ook Els Bongers naast Mertens in de Bauernkantate.
Ook de cd met de vier “Bruiloftscantates”, resp. Dem Gerechten musz das Licht BWV 195, Der Herr denket an uns BWV 196, Gott ist unsre Zuversicht BWV 197 en Weichet nur, betrübte Schatten BWV 202, is weer een schot in de roos. Bach componeerde deze overwegend luisterrijke, onbekommerde werken in opdracht van destijds prominente, al dan niet adelijke personages voor huwelijkse festiviteiten na de kerkelijke ceremonies. De verbintenis is al gesloten en zelfs de fysieke voltrekking van het huwelijk in twee van de vier cantates wordt ook muzikaal gesymboliseerd met de aantekening: “post Copulationem”, waarna een koraal volgt in BWV 196 en deel 2 in BWV 197. Sex voor het huwelijk was kennelijk in die tijd een enorm taboe…
Onberispelijk en inspirerend is wederom het aandeel van de diverse solisten: Johannette Zomer, Sandrine Piau, Barbara Schlick, sopranen, Annette Markert en Bogna Bartosz, alten, Guy de Mey en James Gilchrist, tenoren, en Klaus Mertens bas. Ook de fraaie, transparante en polyfoon fijn transparante koorklank is opnieuw optimaal, terwijl van opsmuk die de expressie zou kunnen verstoren, absoluut geen sprake is.
De cantate Weichet nur, betrübte Schatten BWV 202 waarmee deze opname wordt besloten, wijkt af van de andere, omdat hier een solo-sopraan, in een kamermuzikale setting begeleid en zonder koor, aan het woord is. Lisa Larsson doet dat met een weliswaar bescheiden stem, maar innig muzikaal, doorleefd en vol overgave. Of Koopman zelf de continuo-partij aan het klavecimbel aanvoert, is niet duidelijk. Wel dat de afwisselende soli oa viool en hobo de richesse van deze fijne solocantate kleurrijk accentueren.
Luthers reformatie heeft destijds een eind gemaakt aan de talloze heiligen- feesten van de RK Kerk, behalve die van de twaalf apostelen, St.Michael en de H.Maagd Maria, de moeder van Jesus. Ook Bach heeft die Maria-verering muzikaal in zijn cantatewerk vorm gegeven met de cantates Wie schön leuchtet der Morgenstern BWV 1, Mit Fried und Freud ich fahr dahin BWV 125 en Komm, du süsze Todesstunde BWV 161. Ook deze drie cantatas zijn op een cd in deze Challenge-serie uitgebracht. Er wordt weer uitmuntend gezongen en gemusiceerd door diverse solisten en the Amsterdam Baroque Orchestra & Choir olv Ton Koopman. De m.i.minst geslaagde is BWV 161, een wat gezapige, voortkabbelende compositie die ondanks prachtige zang van Elisabeth von Magnus, alt en Paul Agnew als tenor-solist, niet overtuigend genoeg is: een wat plichtmatig routine-stuk waar zelfs de grootmeester uit Leipzig niet altijd aan wist te ontkomen.
Aanvullende informatie:
J.S.Bach:
1. Wedding Cantatas BWV 195, 196, 197 en 202.
2. Kaffee Kantate BWV 211, Bauernkantate BWV 212 en Amore traditore BWV 203.
3. Cantatas for Marian Feasts BWV 1, 125 en 161.
The Amsterdam Baroque Orchestra & Choir, div solisten olv Ton Koopman.
Challenge Classics/Antoine Marchand cd’s. resp. CC772280, CC72281 en CC72284.