Hoofdtelefoon versterkers

Michel Hazen | 18 mei 2006 | Musical Fidelity

“It’s life Jim, but not as we know it”

In meerdere eerder gepubliceerde artikelen en reviews op deze site over versterkers en in de overige vakpers worden behalve kritische opmerkingen t.o.v. het apparaat vaak ook ontwerptrends besproken en de mate waarin het onderwerp van review hierbij aansluit. Bestonden in de jaren ’80 versterkers nog uit een indrukwekkende hoeveelheid schakelaars, (VU-)meters en andere goedbedoelde of vanuit marketing standpunt noodzakelijke prullaria, later doet een soort van ‘nouvelle cuisine’ stroming binnen de HiFi haar intrede: minder is meer. Een stroming waarin we aan de ene kant nog steeds zitten, maar waar we aan de andere kant, door de voortschrijdende analoge- en digitale technieken, ook weer meer technisch complexe ontwerpen zien. Neem nu bijvoorbeeld een 47 Labs aan de ene kant en een Lyngdorf digitale versterker aan de andere kant.

In eerdere artikelen hebben we al een spreekwoordelijke traan gelaten over het (jammerlijk maar begrijpelijk) verdwijnen van de phono voortrappen in versterkers, in dit artikel gaan we in op de stilletjes zeldzaam geworden hoofdtelefoon aansluiting. Vroeger een verplicht nummertje, nu een zeldzame verschijning. Of, indien aanwezig, krijgt het slechts secundaire aandacht in ontwerpen van voor- of geïntegreerde versterkers waarbij een eenvoudige opamp van een paar euro’s de aansturing verzorgt. Jammer.

Maar gelukkig zijn we niet vrij van retro gevoelens en zowel de phono voortrap als de hoofdtelefoonaansluiting maken in een andere verschijningsvorm hun rentree. De ene gedreven door de weer toegenomen vraag naar vinyl, de andere door... tsja waardoor eigenlijk? Mijn gevoel zegt dat kwalitatief hoogwaardige portable MP3 spelers zoals de iPod een bijdrage hebben gehad. Hierdoor zouden mensen weer meer via een hoofdtelefoon naar muziek zijn gaan luisteren, maar aan de andere kant kunnen heel andere oorzaken hieraan ten deel liggen. Bijvoorbeeld het voor enkele honderden euro’s in bezit kunnen komen van een hoofdtelefoon met studio referentiekwaliteit. Vooral in de Verenigde Staten is er een cult ontstaan m.b.t. het bereiken van de ‘ultieme kwaliteit’ op hoofdtelefoongebied. Soms als een uit de hand gelopen DIY ontwerp ontstaan, bestaat er een breed spectrum van losse hoofdtelefoonversterkers met daarbij (ook tot mijn eigen grote verbazing) weer losse hoofdtelefoonversterkers van vele duizenden euro’s. Kijk maar eens naar een site als www.head-fi.org.

Hoe dan ook, ze zijn terug in de niet professionele geluidsmarkt, maar nu in een andere verschijningsvorm. Om met Dr. Spock van de Enterprise te spreken “it’s life Jim, but not as we know it”.
 
 
Functionaliteit

Wat doen ze eigenlijk? Hoofdtelefoonversterkers versterken het lijnniveau van een geluidsbron naar een niveau dat geschikt is om een hoofdtelefoon aan te sturen. Als je dat zo hoort zou dit wel eens het kortste artikel van HiFi.nl kunnen worden, toch is er gelukkig nog meer over te vermelden. Op de eerste plaats moet deze versterking zo nauwkeurig en authentiek mogelijk plaatsvinden. Niets eraf, niets erbij.

Buiten de kwaliteit van de signaalversterking moet het ook op voldoende luid niveau aan de hoofdtelefoon aangeboden worden. Geen trommelvlies verscheurende decibellen, maar wel voldoende luid. Iedere hoofdtelefoon heeft zijn eigen elektrische eigenschappen waarbij in dit geval impedantie (interne weerstand) een belangrijke rol speelt. De impedantie van luidsprekers varieert gemiddeld tussen de 2 en 16 Ohm, de impedantie van hoofdtelefoons kan oplopen tot meer dan 600 Ohm. De hoofdtelefoonversterker dient dus met deze grote impedantie bandbreedte om zien te gaan, en toch tot een acceptabel volume te komen.


Cross Feed

Een groot verschil tussen het luisteren via een hoofdtelefoon en via luidsprekers is iets wat “cross feed” genoemd wordt: zodra je met beide oren naar geluid luistert, neem je geluid dat van rechts komt ook, vaak gereflecteerd, met je linker oor waar (en andersom). Geluid komt dus niet absoluut van rechts of van links. Dit schijnt ook een belangrijk element te zijn voor het bepalen waar het geluid vandaan komt en voegt een ruimtelijk gevoel toe. Met een (gesloten) hoofdtelefoon is het echter wel mogelijk om een absoluut rechter- en linker kanaal te hebben. Onze hersenen missen dan de toegevoegde akoestische informatie over de locatie van geluid, gaan zich bezighouden met de locatiebepaling wat uiteindelijk een soort van luistermoeheid kan veroorzaken. Sommige hoofdtelefoonversterkers hebben een cross feed mogelijkheid waarbij informatie opzettelijk ‘gelekt’ wordt tussen beide kanalen om dit effect te voorkomen en een natuurlijker, ruimtelijker geluid te produceren. De beide versterkers in dit artikel beschikken echter niet over deze mogelijkheid. Overigens heeft Meier Audio een passieve cross feed filter (Corda Cross-1) dat ook voor een hoofdtelefoonversterker geschakeld kan worden mocht je een cross feed mogelijkheid later toe willen voegen. Zie hiervoor http://www.meier-audio.homepage.t-online.de.

MERK





EDITORS' CHOICE