“The Rake’s progress” opera van Igor Strawinsky, een zwarte komedie, gemodelleerd naar voorbeelden van komische opera’s uit de 18e eeuw, dus gemaakt naar het voorbeeld van o.a. Mozart, is desondanks toch meer een werk voor kenners dan voor de meest doorgewinterde operaliefhebbers gebleken.
Echt populair is deze opera nooit geworden, al was de wereldpremière op 11 september 1951 in Venetie onder leiding van de componist en met grote sterren als Elisabeth Schwarzkopf, een geweldig succes.
Die niet duurzame populariteit ligt natuurlijk primair aan de muziek. Strawinsky maakt in deze neoklassieke of beter: “klassistische” opera weliswaar dankbaar gebruik van “nummers”, dus keurig afgeronde aria’s en recitatieven, maar hij geeft die toch, bijvoorbeeld met behulp van wisselende toonsoorten en grote of kleine intervallen en zich weinig aan gevestigde tonaliteiten gelegen liggende harmonische vondsten een merkwaardige eigentijdse “toets”, waarmee hij zijn quasi-mozartiaanse intenties zelf min of meer om zeep geholpen heeft.
Dat betekent uiteraard niet dat het werk daarmee onzingbaar of zelfs onspeelbaar zou zijn geworden; het stuk blijft het aanhoren en -zien wel degelijk waard.
Zeker als het in een zo voorbeeldige muzikale en theatraal inventieve en solide samenwerking wordt vorm gegeven als je te zien en te beluisteren krijgt in deze inmiddels al weer ruim 30 jaar geleden opgenomen Glyndebourne-produktie uit 1975, onder muzikale directie van Bernard Haitink en in de regie van John Cox.
Maar de enscenering van niemand minder dan de grote Britse kunstenaar David Hockney verleent het dolle verhaal van Tom die zijn ziel en zaligheid, zijn liefde en geluk verkwanselt aan de duivel een rijk geschakeerde aan stemmingen steeds wisselende entourage. Hockney, vermaard graficus, lijkt met deze in zachte pasteltinten gesitueerde decors en veelvuldig lijnenspel te willen benadrukken dat het verhaal is gebaseerd op een serie 18e eeuwse kopergravures van William Hogarth. Dit “stripverhaal” vond Strawinsky zo fascinerend dat hij besloot er een opera van te maken.
De Londense voorstelling, nu op dvd, is absoluut van klasse. De sopraan Felicity Lott als Anne en de bariton Leo Goeke zijn uitnemend en de bassen Richard Van Allan als resp. Truelove, Annes vader en Nick Shadow, de kwade genius, leveren vocaal en dramatisch expressief prachtig werk. Ook de kleinere rollen behoren tot een bovengemiddeld vocale klasse. Het Londens Philharmonisch Orkest en het Glyndebourne Koor olv Haitink klinken bewonderenswaardig. De regie had hier en daar wat meer actie kunnen realiseren. De videoregistratie is prima en de stereoklank voldoet aan de eisen.
Aanvullende gegevens:
“The Rake’s progress”, opera van Strawinsky.
PCM St.
Ondertitels: D, E, Fr. Sp.
Dvd-video.
145 min.
ArtHaus Musik.