REVIEWGrimm Audio

Review Grimm Audio PW1 (ofwel Phono Wizard 1): magische phonotrap van eigen bodem

Max Delissen | 24 maart 2025 | Grimm Audio

SAMENVATTING

Peter van Willenswaard is echt een tovenaar, een Phono Wizard, en Grimm Audio heeft met deze phonotrap echt een meesterworp gedaan. Hij kruipt onder je huid en spoort je aan tot luistersessies die tot diep in de nacht uitlopen omdat je nóg een plaat wil draaien, en nóg een.

PLUSPUNTEN

  • Magische muzikale weergave
  • Laat óók betaalbare elementen shinen
  • Bijzondere schakelingen en technieken
  • Volkomen ruisvrij
  • Gemakkelijk plaatsbaar
  • Breed instelbaar
  • Strak design
  • Zeer fraai en degelijk gebouwd
  • Laat je vergeten dat je naar apparatuur luistert
  • Niet goedkoop, toch concurrerend qua prijs

MINPUNTEN

  • Minpunten? Ik heb ze niet kunnen vinden, maar als je spijkers op laag water zoekt:
  • Geen gebalanceerde ingangen (ook al zijn die niet nodig)
  • Het design is niet zo spectaculair

Tijdens het Dutch Audio Event van 2024 bezocht ik de ruimte van Grimm Audio om informatie en muzikale indrukken te vergaren voor een zogenaamde Beursvisit. Speurend naar de noviteiten bleef mijn blik steken bij een vitrine waarin een rechthoekige zwarte behuizing stond die ik nog niet eerder in hun assortiment was tegengekomen. Het bleek de nieuwe Grimm PW1 phonotrap te zijn.

Mijn vinylminnende hart sprong op, en na de overtuigende demo trok ik Guido Tent, Technical Director en medeoprichter van Grimm Audio, aan zijn mouw voor een review-exemplaar. 

De productie was al begonnen, werd me verteld, maar ik moest nog heel even geduld hebben. Dat was geen probleem, omdat ik net bezig was met het aanschaffen van een nieuwe platenspeler. Begin februari kreeg ik het verlossende bericht dat er een PW1 voor me klaarstond en na mailcontact met distributeur Terrason Audio en Eelco Grimm kon ik hem ophalen bij het Veldhovense hoofdkwartier van Grimm Audio.

Het zou een gedenkwaardige logeerpartij worden.

Wie mijn omzwervingen in de hifi bijhoudt weet dat ‘plaatjes draaien’ mijn ding is. Hoewel ik ook een overtuigd streamer ben gaat mijn voorkeur voor een avondje relaxed muziek luisteren nog steeds uit naar vinyl. Het zal wel iets met mijn vorderende leeftijd te maken hebben, maar het trage ritueel ervan (en het ontbreken van de mogelijkheid totzappen) geeft me gewoon méér ontspanning en plezier dan albumcovers aanklikken op de iPad. Het grotere bedieningsgemak van streamen is voor mij van relatieve waarde. Enfin, we dwalen af…eerst maar eens kijken wat ik in huis had gekregen.

Grimm Audio PW1: het design

Om met de vormgeving te beginnen, de behuizing van de Grimm PW1 is ontworpen door Michiel Uylings, die ook tekende voor het design van de MU1 en MU2 muziekspelers van Grimm Audio. Het was nadrukkelijk de bedoeling dat het uiterlijk van de PW1 complementair zou zijn aan de MU1 en MU2. De strakke belijning van de langwerpige behuizing wordt op subtiele wijze doorsneden door de schuine spleet die ontstaat omdat het front aan de rechterkant dieper naar achteren doorloopt dan aan de linkerkant. En het piepkleine witte LEDje, dat als puntje op de i van Grimm laat zien dat het apparaat aan staat, is een verrukkelijk speels detail.

Aan de achterzijde vind je de enigszins verdiept gelegen aansluitingen: aparte ingangen voor MM en MC, een aardpunt, en twee uitgangen: single ended en gebalanceerd. Géén gebalanceerde ingang dus, daar kom ik later op terug. Op de achterkant vind je verder nog de aan/uit knop, boven de tweepolige IEC netentree – een ander interessant detail waar ik zometeen óók meer over zal vertellen.

Grimm PW1: de magie onder de motorkap

Grimm Audio biedt met hun MU1 of MU2 muziekspelers en de Grimm Audio LS1 luidsprekers een compleet systeem aan dat volledig aan hun filosofie voldoet. Hoewel…compleet? Daar hoort eigenlijk óók een phonotrap bij. Het initiatief hiervoor werd acht jaar geleden genomen door Eelco Grimm, en het was meteen al duidelijk dat het een extern apparaat moest worden.

De behuizing van de MU muziekspelers is geen goede omgeving voor een interne phonotrap, laat staan eentje van bijpassende kwaliteit. En dus wendden Eelco en Guido zich tot Peter van Willenswaard, de oud-medeoprichter van het bedrijf en zonder twijfel één van de beste ontwerpers van phonotrappen in Nederland en omstreken. Hij is dé Phono Wizard. Dus voor degenen die het nog niet in de gaten hadden: PW staat zowel voor Peter van Willenswaard als voor Phono Wizard.

Peter zag zich voor een interessante uitdaging geplaatst. Zijn custom phono-ontwerpen zijn eigenlijk zonder uitzondering gebaseerd op buizenschakelingen, maar Grimm Audio gebruikt geen buizen. Commercieel gezien zijn die namelijk niet ideaal. Ze vereisen frequente vervanging en goede buizen zijn niet goedkoop, hun levensduur is onvoorspelbaar en de uiteindelijke geluidskwaliteit hangt sterk af van de kwaliteit van de buis. Volgens Grimm Audio horen zulke variabelen niet thuis in een seriematig geproduceerd topproduct dat hun naam draagt.

En wat phonotrappen betreft moet er ook nog eens rekening mee worden gehouden dat er – doorgaans zeer kostbare – MC-elementen zijn die door hun soms zeer lage uitgangsspanning niet optimaal samenwerken met buizen. Bij hoge versterkingsfactoren begint ruis namelijk een rol te spelen. Een goed ontworpen buizen-phonotrap kan behoorlijk stil zijn, onder andere afhankelijk van de kwaliteit van de voeding en van de gekozen buizen, maar nooit zo stil als een solid-state schakeling. Een phonotrap waarmee je álle MM en MC elementen die ooit op de markt zijn verschenen goed kunt versterken (dus ook de legendarische Audio Note IO II met zijn krankzinnig lage uitgangsspanning van slechts 0.04mV) is gemakkelijker te realiseren met transistoren. En dan liefst FET’s, omdat die zich qua klankkarakter vaak toch een beetje als een buis gedragen.

Hier begint de magie. Peter wilde op basis van eerdere ervaringen graag een superstille en goed klinkende JFET van Toshiba gaan gebruiken, maar dat ene type wordt niet meer gemaakt. Dan zijn er twee mogelijkheden: óf je gaat op zoek naar een alternatief, óf je koopt de laatst overgebleven voorraad van deze fraaie FET in zijn geheel op. En dus liggen ze nu allemaal bij Grimm Audio in Veldhoven. De schakeling die hij voor deze FET in gedachten had moest zo eenvoudig mogelijk worden, in navolging van zijn favoriete buitenschakeling: één superstille FET per kanaal als ingangstrap voor MC, dan weer één (ander type) FET voor de MM-ingangstrap, daarna de RIAA-correctie en ten slotte nog weer één FET om het MM-gebeuren af te ronden. Waarbij totaal geen feedback wordt toegepast. Dat klinkt beter, als je weet wat je doet, maar stelt veel hogere eisen aan de kwaliteit van componenten zoals weerstanden en koppelcondensatoren, én aan de voeding. Voor de cruciale posities in de schakeling zijn die allemaal op het gehoor uitgekozen, waarbij door Peter alleen de oversturingsmarges en het gedrag qua ruis werden gemeten.

You are what you eat 

Hoewel er voor elektronische schakelingen geen ‘Schijf van Vijf’ bestaat is het belang van een goede voeding evident. Zonder goede voeding zal zelfs de mooist ontworpen schakeling niet zijn maximale prestaties kunnen leveren. Laten we eerst kijken naar de kleine, lokale voedingen in een schakeling, die de verschillende secties van hun eigen stroom voorzien. Het nadeel van traditionele voedingen is dat ze, wanneer de vraag naar stroom toeneemt, die stroom elders in de schakeling ‘lenen’ waardoor andere delen tijdelijk tekort kunnen komen. Het is niet zo dat alles dan als een kaartenhuis in elkaar zakt, maar het is verre van optimaal.

Daarom worden in de PW1 voor de verschillende secties van de schakeling uitsluitend in eigen huis ontwikkelde Shunt-regulatoren toegepast als voeding. Ik zal je het technische verhaal besparen, maar een stuntvoeding geeft onder alle omstandigheden een stabiele stroom af zonder de omliggende circuits te belasten. Het bijkomende voordeel is dat de signaal-ruisverhouding van shunt regulatoren tot wel 60dB beter kan zijn dan van traditionele regulatoren, wat voor een phonotrap natuurlijk zeer prettig is.

Zowel Guido als Peter hebben in het verleden zeer fraaie shunt-voedingen ontwikkeld en beide soorten vonden in de PW1 hun specifieke toepassing. Zelfs de enige OpAmp in de PW1 (die er aan het eind van de schakeling voor zorgt dat de uitgangsimpedantie laag genoeg is om een stabiele, volledige en breedbandige signaaloverdracht naar de (voor)versterker van het audiosysteem te garanderen) wordt gevoed met een shunt-regulator. Dat is een beetje overkill, maar Peter wilde niets aan het toeval overlaten.

Maar het begint natuurlijk bij de systeemvoeding, die zijn stroom krijgt uit het stopcontact en de hele schakeling in een apparaat van stroom voorziet. Voor een extreem gevoelige schakeling als een phonotrap wordt de voeding, om bromproblemen door uitstraling van EMI te voorkomen, meestal buiten de behuizing gehouden. Vaak in de vorm van een schakelende muurtrafo of, als het wat meer geld mag kosten, een gestabiliseerd lineair exemplaar. Maar dat levert dan weer gedoe op met extra kabels en stekkers en vooral met de onvermijdelijke ‘upgrade-itis’ die zich op enig moment meester kan maken van de eigenaar van het apparaat. Om de holistische ontwerpfilosofie van Grimm te kunnen handhaven werd er dus gekozen voor een interne voeding. De PW1 is dubbel geïsoleerd om hem nog beter af te sluiten van externe invloeden. Vandaar dat de IEC-netentree ook maar twee polen heeft en geen randaarde, waardoor er dus óók geen kans is op aardlussen.

En de voeding in de PW1 is niet de eerste de beste. Er bestonden namelijk geen trafo’s die qua uitstraling voldeden aan de zeer hoge eisen van Grimm. Daarom werd in samenwerking met Amplimo, een Nederlandse fabrikant van transformatoren, een unieke, dubbel afgeschermde ringkerntrafo ontwikkeld die zó weinig uitstraling heeft dat hij letterlijk op 5 cm naast de MC-trap in de PW1 had kunnen worden geplaatst. Uiteraard werd daar niet voor gekozen, de trafo zit helemaal vóór in de behuizing, zo ver mogelijk van de MC-trap vandaan die achterin de behuizing vlakbij de inputs zit. In het ontwerp van de PCB’s is sowieso rekening gehouden met een zo hoog mogelijke ongevoeligheid voor instraling. Qua ruis resulteerde dat, zo kan ik wel vast verklappen nu we het zometeen toch over de klankmatige prestaties gaan hebben, in de ‘stilste’ phonotrap die ik ooit heb mogen beluisteren. Alle muziek die uit de Grimm PW1 kwam, of ik nu een MC of MM element gebruikte, stond tegen een inktzwarte achtergond. De muziek, de hele muziek, en niets dan de muziek.

Dat is een belangrijke reden waarom je geen gebalanceerde ingangen op de PW1 vindt. Hij is van zichzelf al zó stil dat je de extra 6dB signaal/ruis verhouding van een gebalanceerde verbinding helemaal niet nodig hebt. Bovendien zou de phonotrap er aanzienlijk complexer en duurder door zijn geworden, als ze er überhaupt plek voor hadden kunnen vinden in de schakeling. En tot slot hebben veruit de meeste platenspelers, óók de hele dure, geen gebalanceerde uitgangen. Ook een praktische benadering dus, die ik ten volle onderschrijf.

Instellen van de Grimm Audio PW1 

Om hem optimaal op het aangesloten element te kunnen aanpassen is de Grimm PW1 aan de onderzijde voorzien van een aantal muizenklaviertjes (dipswitches) die je met de meegeleverde kunststof pen kunt bedienen. Deze dipswitches zitten achter een metalen paneel dat je kunt verschuiven wanneer je twee messing duimschroeven losdraait. Dat is niet alleen een fraaie oplossing, het metalen paneel houdt ook nog eens instraling buiten de deur. Het aantal instelmogelijkheden is legio. Vanaf de inputs gezien vind je eerst de keuze tussen MC en MM, geflankeerd door een 10dB boost die voor beide ingangen geldt.

Dan de instellingen (per kanaal) voor de aanvullende MC gain (+20dB of +30dB) die je mag optellen bij de standaard 37dB gain van de MM trap. En ja, ik heb het beluisterd, de +30dB MC gain klinkt net wat beter dan de +20dB gain plus de 10dB boost die je aan het begin kunt instellen. Bewaar die maar liever voor MC elementen die zelfs aan 67dB gain niet genoeg hebben, je komt ze maar weinig tegen… Op de tweede rij vind je ook de instelling voor de capacitieve load van de MM trap. Je kunt kiezen uit 47pF, 100pF en 220pF. Daar kun je, net als met de afsluitweerstand van MC elementen, naar hartelust mee experimenteren. Hoe hoger de capacitieve belasting, hoe ‘frisser’ je MM element klinkt. Vaak wordt aangeraden om de capacitieve belasting zo laag mogelijk te houden, anders wordt het misschien té fris, maar de van zichzelf wat ingesloten klinkende Ortofon 2M Red bloeide duidelijk op van 100pF extra capaciteit.

De laatste rij dipswitches is voor de afsluitweerstand van je MC element. Hierbij heb je de keuze uit 33, 100, 330 en 1000 ohm, slim gekozen standaardwaarden waarmee je al heel ver komt, maar omdat de weerstanden parallel staan kun je ook andere waardes creëren door ze te combineren. Door bijvoorbeeld 330 ohm en 100 ohm beide ‘aan’ te zetten hou je 75 ohm aan load over, en dat is toevallig een afsluitwaarde waar zowel de Denon DL-103 als de Audio-Technica AT33PTG/II zich erg prettig bij voelen.

Naast de dipswitches voor de MC-load zitten er trouwens ook nog twee waarmee je 330pF en 680pF (of 1010pF als je ze allebei gebruikt) capacitieve load kunt toevoegen aan de standaard ingestelde (en niet uitschakelbare) capacitieve load van 330pF die wordt gebruikt voor het onderdrukken van hoogfrequente instraling. Als een MC element een bepaalde capacitieve load nodig heeft wordt dat meestal vermeldt in de gebruiksaanwijzing. Net als met de capacitieve load van MM elementen en de afsluitweerstand van MC elementen kun je ook hiermee risicoloos experimenteren. Ik ben zelf geen liefhebber van hoge capacitieve belastingen voor MC elementen, ik vind dat de muziek daar vaak een beetje ‘geknepen’ van gaat klinken, maar luister vooral zélf zou ik zeggen.

Luisteren naar de Grimm PW1 

Een aantal weken vóór ik de PW1 ophaalde arriveerde de nieuwe platenspeler. Mijn trouwe, volledig ‘on point’ gebrachte vintage Thorens TD 125 mk1 met Jelco arm en Holistic Audio HA-SE element, die me jarenlang goed diende bij reviews van elementen en phonotrappen, kreeg een blij nieuw baasje in Amsterdam. Zijn vervanger is een gloednieuwe Technics SL-1300G, waar ik twee nieuwe elementen bij koos: een Audio-Technica AT33PTG/II low output MC en een Sumiko Amethyst MM. Samen met de reeds aanwezige Denon DL-103 en Ortofon 2M Red (allen uiteraard volgens de regels der kunst ingebouwd) heb ik nu een mooi arsenaal aan elementen om phonotrapen mee aan de tand te voelen.

Tot mijn vreugde arriveerde een week vóór de Grimm PW1 weer terug naar Veldhoven moest ook het nieuwe XX-2a element van Dynavector, een fraai en kostbaar low output MC element met een prijskaartje dat heel goed bij de PW1 past. Daar kom ik in een aparte review nog uitgebreid op terug, maar ik neem hem nu wel kort mee in de beschrijving van mijn luisteravonturen met de PW1.

De SL-1300G werd middels een Chord Company Epic X RCA (ook ideaal voor MM elementen vanwege zijn lage capaciteit) op de Grimm PW1 aangesloten, en van de PW1 naar mijn PrimaLuna EVO400 geïntegreerde versterker gebruikte ik een single ended AudioQuest Water. De stroom van de PW1 kwam via een AudioQuest Monsoon kabel die normaal mijn PrimaLuna EVO100 Tube Phono van peut voorziet.

Met de Audio-Technica AT33PTG/II 

Als algemene observatie wil ik allereerst nogmaals zeggen dat de Grimm PW1 echt ongelooflijk stil is. Overigens is hij ook compleet ongevoelig voor waar je hem in je meubel neerzet. Soms moet je met MC phonotrappen echt experimenteren met de standplek om een brom weg te krijgen, maar alles wat ik hoorde wanneer ik mijn oor tegen de tweeter van mijn luidsprekers legde was de op de luisterplek onhoorbare thermionische ruis van de buizen in mijn PrimaLuna EVO400. De AT33PTG/II mocht het spits afbijten met het wonderschone album Ophio van Die Wilde Jagd. De schitterend opgenomen combinatie van akoestische folk en elektr(on)ische krautrock op dit album werd met veel ruimtelijkheid en dynamiek weergegeven. En met veel ruimtelijkheid bedoel ik véél ruimtelijkheid. Potverdorie, wat was het beeld dat de Grimm PW1 neerzette gigantisch groot. Ik ben wat dat betreft al redelijk verwend met mijn PrimaLuna buizenphono, maar de Grimm projecteerde voorwaar een nóg groter tableau in mijn luisterruimte. Breder, dieper en vooral ook hoger. Ik viel er niet van uit mijn stoel, om maar eens een nogal sleets audiofiel cliché van stal te halen, maar het verschil was wel significant. Qua dynamiek was het ook een genot om naar de akoestische gitaaracrobatiek van Al Di Meola te luisteren, op zijn bloedmooi opgenomen album Cielo e Terra. Deze spannende muziek werd verfijnd en toch supersnel, explosief dynamisch en zeer strak getimed weergegeven, zonder door te schieten in felheid. De PW1 was heer en meester over de muziek.

Met de Denon DL-103 

De Denon DL-103 is niet voor niets een klassieker. De speelvreugde die dit betaalbare MC element liet horen met de avantgardistische post-wave van Mick Karn op zijn album Titles, of de vloeiende funky soul van Jan Akkerman en Kaz Lux op hun meesterwerk ELI was zeer aanstekelijk.

Het wat dikkige lage mid dat de DL-103 in sommige combinaties wel eens laat horen werd al goed onderdrukt met een spacer van cocobolo-hout tussen element en headshell, maar de Grimm PW1 liet me, met de voor de DL-103 perfecte afsluitweerstand van 75 ohm, vooral intens van de muziek genieten. De elastieken fretloze bas van Karn stond als een huis en de emotionele tenor van Kaz Lux vormde een perfect contrapunt met de lekker losse grooves van Jan Akkerman en de hemelse harmonieën van ‘achtergrondzangeressen’ Maggie MacNeal, Margriet Eshuis en Patricia Paay. Mijn oude Nederlandse persing van Eli is nog in mooie staat en dat was ook heel goed te horen.

Met de Ortofon 2M Red 

Door met de MM elementen. De Ortofon 2M Red wordt door verwende analoogliefhebbers wel eens een saai element genoemd, en als je hem op de standaard MM phono-ingang van een geïntegreerde versterker aansluit klopt dat vaak ook wel. Als je dit element lekker aan de gang wil krijgen moet je hem een extra capacitieve load voorschotelen. Na wat experimenteren bleek het toevoegen van 330pF (waardoor het geheel op 660pF uitkwam) voldoende te zijn voor een heerlijke luistersessie. De weidse spacerock op het album Shimmer Into Nature van Ozric Tentacles frontman Ed Wynne werd groots en ruimtelijk neergezet.

Er was ruim voldoende dynamiek en het tonale spectrum liet geen opmerkelijke pieken of dalen horen, wat voor een element in de budgetklasse een prima prestatie is. Qua prijs is het natuurlijk best een mismatch, een phonotrap als de PW1 combineer je realistisch gezien niet met een element van rond de 100 euro, maar ook het prachtig opgenomen jazz-album Goldbrun van het Yuri Honing Acoustic Quartet werd behoorlijk realistisch en met autoriteit weergegeven, waarbij met name de subtiliteit van het meesterlijke drumwerk van Joost Lijbaart goed uit de verf kwam. Het sprak zowel voor de verborgen kwaliteiten van het element als voor het vermogen van de Grimm PW1 om ook een eenvoudig element als de 2M Red te laten shinen.

Met de Sumiko Amethyst

Dat het qua MM absoluut beter kan bewees de Sumiko Amethyst. Dit fraaie Japanse element combineert de speelvreugde en de klankkleuren van een Nagaoka MP300 met de detaillering, de snelheid en de precisie van een Ortofon 2M Black. Dat werkte (in dit geval zonder toegevoegde capacitieve belasting) heel goed voor de recente vinyl-heruitgave van het prachtige Nits album Ting. De uitstekende MoV persing op transparant vinyl liet enorm veel diepte en dynamiek horen.

Ook Nits beschikt met Rob Kloet over een meesterdrummer, en zijn onalledaagse percussiegeluiden mengden heel mooi met de akoestische pracht van de vleugelpiano van Robert Jan Stips en de cello van Dieuwke Kleijn. Het is een ‘lief’ album, één van mijn favorieten binnen het oeuvre van deze bijzondere Amsterdamse band. Met de Amethyst aan de Grimm PW1 betrapte ik mezelf er meermaals op dat ik vochtige ooghoeken kreeg. Ik begin een sentimentele oude man te worden, maar wanneer de muziek me niet pakt valt er alsnog niks te snotteren. Dus opnieuw pluspunten voor de PW1.

Met de Dynavector XX-2a 

Tot slot nog een kleine vooruitblik naar mijn aanstaande review van het Dynavector XX-2a element. Ik wist dat het onderweg was, dus vroeg ik of ik de PW1 nog een weekje langer mocht houden. Ik wilde namelijk ook wel eens met een serieus high-end element horen waartoe deze phonotrap van eigen bodem in staat is. Nou, ik had best hoge verwachtingen, want ik heb in het verleden een tijd met een Dynavector 20-X2L gespeeld en daar bewaar ik warme herinneringen aan, maar wat ik hoorde toen ik naar de albums van Boris Blank (Resonance) en Joep Beving en Maarten Vos (Vision Of Contentment) luisterde veroorzaakte alsnog een shock. Ik heb er serieus over nagedacht om mijn hele arsenaal aan elementen op Marktplaats te zetten om deze XX-2a te kunnen kopen. De combinatie met de Grimm PW1 was, daar heb je het weer, ronduit magisch. Het is zinloos om over losse aspecten van de weergave te spreken, de muziek wás er, en ik zat er middenin. Het zijn dit soort momenten, waarop techniek en emotie samenvloeien, die onze hobby zo ongelooflijk fantastisch maken.

Conclusie 

Ik heb in de loop der jaren al heel wat phonotrappen aan de tand gevoeld, en de Grimm PW1 nestelt zich zelfverzekerd en comfortabel in een klein kopgroepje van ‘beste die ik ooit hoorde’. Ongeacht de prijs. Die ik overigens zéér concurrerend vind, ook al is het een hoop geld. Peter van Willenswaard is echt een tovenaar, een Phono Wizard, en Grimm Audio heeft met deze phonotrap echt een meesterworp gedaan. Hij kruipt onder je huid en spoort je aan tot luistersessies die tot diep in de nacht uitlopen omdat je nóg een plaat wil draaien, en nóg een. Het verschijnsel ‘ruis’ is hem volkomen vreemd, het enige dat er versterkt wordt is de emotie in de muziek. Tel daar de ruime instelmogelijkheden en de extreem brede inzetbaarheid qua elementen bij op en je hebt als fabrikant pardoes een vijfsterrenreview te pakken. Ik kan niet anders, de PW1 is een fantastische en zeer bijzondere phonotrap.

Grimm Audio PW1 Phonotrap
4.990 euro | zwart | terrason-audio.nl
Beoordeling 5/5

MERK





EDITORS' CHOICE