The Veils brengt met Asphodels een nieuw album uit dat meer en meer naar less is more neigt. Wat er dan overblijft? Iets buitengewoon fraais.
De Keuze van Kroese is een (semi-)wekelijkse rubriek van Menno Bonnema. Op vrijdag bespreken we een nieuw muziekalbum (lp, cd of bluray audio) getipt door (online) platenzaak Kroese – kroese-online.nl.
The Veils
Eén van de meest indrukwekkende momenten die ik ooit meegemaakt heb tijdens concertbezoeken, was het concert van The Veils in De Oosterpoort. Dat is alweer een tijdje geleden, we schrijven oktober 2006. De band rond zanger Finn Andrews had net haar tweede album Nux Vomica uitgebracht. Volgens mij had ik dat album net aangeschaft voordat er afgereisd werd naar het concert. Ik denk dat ik het album hoogstens één keer had beluisterd. De overtuiging om naar Groningen en het concert te gaan, kwam vooral door het debuutalbum The Runaway Found met daarop het fantastische nummer Lavinia. Wat een song, echt zo’n nummer dat je de hele dag kon meezingen, dan wel meefluiten. Anyway, waarschijnlijk zat ik een beetje in de vibe van dat nummer voor aanvang van het concert. Maar The Veils startte het concert in een heel andere modus, namelijk in de zesde versnelling met het titelnummer Nux Vomica van het tweede album...
Alle registers leken meteen opengetrokken, de drummer deed De Oosterpoort met zijn drumstel schudden, om mij heen zag ik mensen verschrikt op zoek gaan naar oordopjes om nog snel in te doen. Nadat de drummer opgewarmd was en helemaal in het staccato ritme zat deden de slaggitaar, de toetsenist en de bassiste er nog een schepje bovenop. Ik heb gelukkig nog nooit een aardbeving meegemaakt, maar ik had toen het idee dat er veel los begon te rammelen in De Oosterpoort. Zanger Andrew leek al helemaal begeistert alsof een wilde Nick Cave in hem getreden was. Het was totale overgave in een beginnummer waaraan maar geen einde leek te komen. En dat hoefde van mij ook helemaal niet. En iedere keer dat het hoogtepunt bereikt leek te zijn, werd er even gas terug genomen, maar niet door de drummer, die hield de trein gaande, waarna weldra weer een nieuwe eruptie aan geluid volgde. Tja, erg gedurfd om zo een concert te beginnen. Na dat eerste nummer dacht ik nog ‘ik ga nu naar huis, want beter wordt het toch niet meer’. Achteraf een terechte constatering, maar ja, ‘Lavinia’ moest nog komen en kwam natuurlijk ook nog ergens aan het eind.
Ook erg mooi, maar lang niet zo indrukwekkend als die opening. Tussendoor volgde warempel ook nog een Bruce Springsteen cover (‘State Trooper’), ook erg mooi, vooral door de onderkoelde uitvoering. Maar toch was het concert als een soort aan het begin te hard opgepompte fietsband, die daarna langzaam leegliep. Sorry, ik zeg het een beetje oneerbiedig, maar zo voelde dat toen.
In de herinnering bleef nog heel lang dat openingsnummer, Nux Vomica. Eerlijk gezegd heb ik The Veils daarna nauwelijks meer gevolgd. Niet omdat de band slechte platen uitbracht daarna, maar omdat ik ze ‘gewoon’ uit het oog (en oor) verloren was. Toevallig stuitte ik twee jaar geleden op het album …And out of the Void came Love. Nou ja toeval, ik had mijn cd ‘The Runaway Found’ opgezet, smolt gelijk weer bij ‘Lavinia’ en dacht ‘zou die band nog bestaan?’ Nou ja dus, hoewel ik ook ontdekte dat Andrews de band een tijd had stilgelegd.
In 2019 volgde een soloalbum (One Piece at a Time). Daarna werd The Veils weer opgetuigd, met nieuwe leden, en zo zat ik naar ‘Bullfighter (Hand of God)’ te luisteren en wist ik weer waarom ik The Veils zo leuk vond. Die bezieling! Ongeveer dezelfde als die destijds bij Sixteen Horsepower (David Eugene Edwards).
Nu is er dan het tiende album, Asphodels. De titel verwijst naar de Griekse mythologie, waarbij asphodel een bloem (narcis) is die vaak wordt geassocieerd met de onderwereld, met dood en rouw. En dan verwacht je inderdaad geen vrolijke plaat. Maar Asphodels vind ik geen sombere plaat, eerder een album met ingetogen, bijna ‘verstilde’ muziek. Finn Andrews zingt ook heel anders dan ik van hem gewend was.
Niet meer dat schreeuwerige, manische. Ook het beetje hese stemgeluid lijkt verdwenen. Daarvoor in de plaats hoor je een zanger die ‘ineens’ een prachtige zangstem blijkt te hebben.
Die stem valt waarschijnlijk nu ook veel meer op, omdat die veel meer centraal gesteld is met de instrumenten er meer om heen, dan wel naar de achtergrond. De gitaren hebben plaatsgemaakt voor stemmige pianoklanken met af en toe invallende strijkers. Ik las ergens dat Andrews zich tegenwoordig beweegt tussen geboortestad Londen en ‘rustplaats’ Nieuw-Zeeland. Dan vermoed ik dat de meeste nummers zijn geschreven in die rustige omgeving. Op dit album zijn minstens vijf prachtige nummers te vinden, die gaan over de dingen die voorbijgaan, over verlies, waarschijnlijk over dood, hoewel niet expliciet benoemd. Namen, rugnummers? Oké, ‘Asphodels’, ‘O Fortune Teller’, ‘The Ladder’, ‘Melancholy Moon’ en last but not least het overweldigende nummer ‘Mortal Wound’. Het zijn stuk voor stuk nummers die ervoor zorgen dat ik denk: ik ga toch nog maar eens die vorige albums van The Veils beluisteren. Welcome back, The Veils!
(ps: Toch ook maar het concert van The Veils in Vera Groningen bezocht. Dit keer Nux Vomica als afsluiter. Het was – weer – prachtig….)
Muziek: 8,5
Klank cd: 8.5
Label: V2
Speelduur: 30 min 38 sec
Te bestellen bij Kroese-Online