Binnen de razend populaire vintage markt voor hifi zie je dat gewilde items steeds moeilijker te vinden zijn. Probeer nog maar eens Shigeo Takahashi’s TA-E88b te vinden, ook naar huidige maatstaven nog steeds een van de beste voorversterkers. Vintage apparatuur met uitzonderlijke prestaties heeft al lang onderdak gevonden bij de verzamelaars die dat weten. De spoeling wordt steeds dunner en veel apparaten zijn onvindbaar, onbetaalbaar of allebei. Onbetaalbaar is natuurlijk niet belangrijk zolang de eerste conditie geldt.
De zeer beperkte beschikbaarheid geldt ook voor EMT-draaitafels. Vooral de EMT 927 wordt gezien als de holy grail. Inmiddels al weer twee jaar geleden deed zich plotseling een kans voor om daar eens naar te luisteren en zodanig werd een al lang voelbare emotie geconcretiseerd.
Fotografie: Hans van Vliet
Uw auteur is vanaf zijn vierde jaar met platenspelers bezig. Het ouderlijk huis werd frequent bezocht door vertegenwoordigers van onder andere EMI en een van die personen beloofde een niet meer in gebruik zijnde professionele draaitafel ter beschikking te stellen. Het apparaat had zelfs ook heliumkoeling, zo vertelde de official van EMI. Zo’n prestigieuze belofte hakte er even in voor iemand van pakweg acht jaar oud en zorgde voor slapeloze nachten. Na een lang traject van steeds terugkerende beloftes verscheen deze persoon uiteindelijk met een Philips draaitafel. Een teleurstelling, hoewel ondergetekende nu wel een platenspeler had, maar het bleef jarenlang een vraag wat een professionele platenspeler met heliumkoeling voor had moeten stellen.
Veel later realiseer je je dan dat het natuurlijk ging om een Neumann snijtafel, die inderdaad heliumkoeling heeft. Het loopwerk daarvan kun je ook alleen als platenspeler gebruiken, zoals je vaak ziet in Japan en was meestal voorzien van een SME 3012-toonarm. EMI heeft indertijd vast een stokje gestoken voor de beloofde overdracht van dit apparaat naar de child’s cave van deze auteur.
Vintage
Verder in de tijd ontmoette uw auteur een aantal personen met veel kennis en ervaring in de vintage hifi en de professionele markt. Representatief daarvoor is de al eens eerder genoemde Japanner die inmiddels met pensioen is. Hij had toegang tot zo’n beetje alle vintage apparaten die de moeite waard zijn en heeft die steeds ter kennismaking beschikbaar gesteld. Veel items van Leak, QUAD, McIntosh, Acrosound, JBL, Krell, Levinson, Fisher, Dynaco, Sansui, Unitran, Sony, Technics, Thorens, EMT, Denon, Luxman, Siemens, Klangfilm, Lawo, Studer, Marantz, Telefunken, Audio Note, Sugden, Ortofon, Nagra, Garrard, Audiomaster, Goldmund, Stellavox, Pioneer, Unitran en vele andere merken zijn hier langs geweest en die werden door de Japanner of door ondergetekende gerestaureerd. We hadden jarenlang een wederzijdse uitwisseling van technische documentatie, onderdelen en kennis.
Dat avontuur gaf een beeld over hoe die apparatuur geluidsmatig presteert en wat er overgebleven is, is een leuke fotoverzameling van al die onbereikbare spulletjes. Een bevinding is dan ook dat er vroeger voortreffelijke apparatuur werd gebouwd, die vandaag nog probleemloos op minimaal hetzelfde niveau presteert in vergelijking met veel moderne spullen. Het bevestigt de hypothese dat er niet veel nieuws is onder de zon en dat veel moderne apparatuur weinig duurzaam is gebouwd. Uitzondering zijn luidsprekers. De meeste exemplaren tot eind tachtiger jaren wil je echt niet meer beluisteren, maar er zijn vroeger natuurlijk ook een beperkt aantal zeer goede luidsprekers geweest.
Elektromesstechnik
Het Duitse EMT is bij vrijwel iedereen bekend. Vanaf de vijftiger jaren bouwde het bedrijf onder andere platenspelers. Die waren uitsluitend bedoeld voor omroepen en platenmaatschappijen en waren in die tijd zelfs voor professionele gebruikers erg duur in aanschaf. Je ziet in die jaren dat sommige artiesten als privé-persoon de beschikking hadden over professionele apparatuur, maar dat was uitzonderlijk. Frank Sinatra had thuis een professionele Ampex recorder en John Lennon had in zijn Engelse studio (Tittenhurst / Ascot) een tweetal Studer B62’s.
Dat laatste had in principe al een zakelijk doel. Daar stond trouwens ook een EMT 140-plate reverb. De EMT’s werden door de komst van de cd in de tachtiger jaren uitgefaseerd bij de omroepen en productiemaatschappijen. Ze verdwenen in de kelders of gewoon in de container. Medewerkers van omroepen en productiebedrijven haalden die machines vervolgens uit de container en namen ze mee naar huis. Ze waren gehecht aan de apparaten waar ze jarenlang mee hadden gewerkt.
Japanse jacht op vintage audio
Die spelers werden vervolgens ontdekt door audiofielen die platen bleven draaien, met name in Japan. Deze professionele machines kregen dan ook een tweede leven in particuliere handen. Tweederde van die spelers staat waarschijnlijk in Japan, zijnde de grootste audiomarkt in de wereld. In de afgelopen jaren is er rondom de EMT-machines een ware hype ontstaan, met gevolgen voor de prijs en de beschikbaarheid. De 927 ‘Grosser Studioplattenspieler’ wordt beschouwd als de holy grail onder de draaitafels en door velen gezien als de beste platenspeler ooit. In die tijd zijn er helaas geen duizenden van gebouwd.
Bedenk dat er een groot aantal zijn weggegooid, gesloopt voor de onderdelen en sommigen staan vast nog in verlaten magazijnen te roesten. Wat er over is, is uiteraard in (veel)gebruikte staat en vraagt om restauratie. Hans van Vliet is daar wereldberoemd mee geworden. Hij brengt deze machines terug in absolute nieuwstaat en verkoopt die aan zeer bemiddelde muziekliefhebbers. Hans gaf aan dat er nog een tijdje een aanbod is geweest van EMT’s vanuit de kinderen en nabestaanden van die vroegere omroepmedewerkers. Maar die stroom is langzamerhand ook opgedroogd.
De holy grail
Rondom de EMT 927 en EMT 930 zijn hele legendes gebouwd. Ze hebben een mythische status. Het internet barst dan ook uit de voegen met verhalen over deze draaitafels. Hoe kan zo’n speler uit de vijftiger jaren dan beter presteren dan een moderne TechDas of andere ambitieuze uit glas en staal opgetrokken bouwwerken? De meningen en opvattingen vliegen om je oren. Het is opvallend dat er velen zijn die zo’n speler nog nooit hebben gezien, laat staan gehoord, maar wel een mening hebben. Met name op fora is het een merkwaardig en vast patroon dat iemand een vraag stelt over een platenspeler. Vervolgens gaat er dan iemand overheen met de opmerking dat hij de Dis(c) Aster Spinner Mark II heeft met dubbele naverbranders achter de gelijkrichter, die uiteraard veel beter klinkt. Ja,..vast. Over de platenspeler van de vraagsteller gaat het dan niet meer.
Het is in ieder geval bijzonder als je ooit een gelegenheid zou krijgen om een 930 of 927 te mogen beluisteren. Staat gelijk aan een rondje te mogen rijden in een Lamborghini. Van de 930 en 927 zijn verschillende versies bekend. Zo is er bijvoorbeeld een 927 met twee toonarmen. Die is zeldzaam want deze uitvoering werd alleen gebouwd voor de Zweedse omroep (SR). Je kunt dan bijvoorbeeld 78-toeren platen en vinyl draaien.
Omroepen lieten vaak speciaal aangepaste versies maken. De NRU (Nederlandse Radio Unie) gebruikte 930-machines met een Acoustical toonarm (de All-Balanced) en een zelf ontwikkelde phonoversterker van zeer hoge kwaliteit. Ondergetekende kwam die machines vroeger tegen in de studio’s van Hilversum 3 (1975 tot 1987, Muziekpaviljoen).
Beoordeling van platenspelers
EMT’s bieden een realistisch(er) geluid. Feitelijk ‘by design’. Waar komt dat vandaan en waarom worden de 930 en de 927 door velen gezien als de beste platenspelers die er zijn? Voor uw auteur natuurlijk een fascinerend vraagstuk. Twee jaar geleden was er plotseling een mogelijkheid om intensiever naar met name de 927 te kunnen luisteren. Niet helemaal voor de eerste keer want ondergetekende zit in een circuitje, waardoor er al jarenlang regelmatig kon worden geluisterd naar alle typen EMT-platenspelers. In Nederland zijn er pakweg vier personen die zich intensief en professioneel bezig houden met EMT en een bron van kennis en ervaring vormen. Ook in Duitsland zijn er enkele specialisten.
Basis
Hifi is in principe bedoeld om de realiteit zo dicht mogelijk te benaderen. Dat idee is vaak ondergesneeuwd door fabrikanten die hun eigen ‘sound’ gingen maken en de consument die ook vindt dat zijn/haar geluid het beste is. Tegenwoordig is connectivity, vormgeving, integratie, het hebben van een app, een flashy display, draadloosheid en een klein formaat veel belangrijker dan geluidskwaliteit. De kerngedachte van hifi staat dus zwaar onder druk.
Over wat realistisch geluid is kun je natuurlijk complete fora vullen. De ervaring leert echter dat muzikanten en studiotechnici een realistische weergave veel beter herkennen. De EMT-machines zijn specifiek ontwikkeld om het geluid te laten klinken zoals het in de groef staat en dat is heel dicht in de buurt van de kwaliteit die de mastertape laat horen. Plaat en tape benaderen dus het geluid zoals het in de studio of op een andere opnamelocatie klonk. De EMT’s werden dan ook gebruikt om de kwaliteit van platen te controleren. Saillant detail dat RTI (platenperserij) dat tegenwoordig doet met Pioneer spelers.
Niet consumentgericht
EMT’s waren niet ontworpen om in een etalage te staan en de consument te verleiden. Het bedrijf heeft geen enkele poging gedaan om iets te ontwikkelen voor de consumentenmarkt. Later in de geschiedenis kwam je wel EMT-cartridges tegen in de hifi-markt. Het uitgangspunt was ook niet om een speler te bouwen met een eigen soundje. Essentieel was om een deck te ontwerpen dat geen invloed zou hebben op het geluid als gevolg van externe (en ook interne) resonanties. De zogenaamde ‘glass-platter’, waar vroeger de EMT’s voor kwaliteitscontrole mee werden uitgerust, is dan ook een subplateau dat bijdraagt aan een zo nauwkeurig mogelijke reproductie van het geluid dat in de groef staat. Realiseer je even dat een plaat maar twee groeven heeft. Voor studio’s was de EMT dus eigenlijk een meetinstrument. Dat werkt nog steeds. Als je op een EMT een sublieme persing draait, dan gaan de poorten naar de hemel open. Maar, een mindere persing valt door de mand. Je krijgt dus een zo eerlijk mogelijk beeld over de kwaliteit van een persing. Als je dat niet wilt moet je een meer ‘vergevingsgezinde’ platenspeler kopen.
EMT-draaitafels klinken meer live en realistischer dan veel andere platenspelers. Realisme in weergave is van meerdere factoren afhankelijk en je kunt daar nog mee spelen. Bijvoorbeeld door de keuze van cartridges en phono-versterkers. Realiteit in een audiosysteem is niet alleen afhankelijk van de bron. Er zijn versterkers en luidsprekers die net even realistischer klinken dan andere exemplaren. De vaak gebruikte interne phonoversterker voor de 930 en 927 is de 155st. Een versterker die neutraal en realistisch klinkt. Voor vroege serienummers van de 930 en voor de 927 was en is ook de 139st buizen-phonostage beschikbaar. Hans van Vliet maakte vorig jaar zomer de allerlaatste serie gereproduceerde 139st’s en die zijn nu uitverkocht. Hij bouwt inmiddels een kopie van de beroemde Neumann WV2. Beschikbaar voor de 927 en vroege exemplaren van de 930. De veel gebruikte toonarm voor de 930 is de EMT 929. De 927 en 930 werden oorspronkelijk met Ortofon-armen (RF-297 voor de 927) geleverd. Eerst voor mono en later voor stereo.
Eigen toonarmen en cartridges
Later bouwde EMT zelf de 997 ‘banana’ (12 inch). Meestal vind je op de 927 of een 930 dus een Ortofon of een EMT-arm. EMT maakte ook gebruik van Ortofon-cartridges en later van de eigen EMT-cartridges. Het is ook mogelijk om een third party cartridge te monteren. De klassieke Ortofon en EMT-armen hebben een hogere effectieve massa. Je hebt dus een mm of mc nodig met een lage compliantie. EMT bouwt tegenwoordig nieuwe versies van de 929 en 997 (de 909 en 912). Die hebben een lagere effectieve massa en zijn geschikt voor moderne high-compliance cartridges.
De oorspronkelijke Ortofon en EMT cartridges klinken neutraal. Een third party cartridge dient ook neutraal te zijn. Liefst geen soft ‘zoefhoog’. In principe zorgt elke cartridge in een exotische behuizing voor vervorming (kleuring). Denk aan de cartridges met behuizingen van hout en natuursteen. Kan ‘lekker’ klinken, maar het wijkt meestal af van natuurlijk geluid. Een EMT is dus niet ontworpen om een bepaald geluid te produceren, maar bovenal om neutraal te klinken. Zoals al opgemerkt was het de bedoeling om het geluid zowel mechanisch als elektrisch niet te manipuleren. Voor die tijd resulteerde dat in een compromisloos ontwerp.
De omroepen in Europa hadden schier oneindige budgetten om al die dure machines van EMT, Studer, Telefunken, Nagra en anderen te kopen. Het is tegenwoordig onbetaalbaar om professionele apparatuur en ook hifi-apparatuur uit het klassieke tijdperk opnieuw te bouwen. De Revox B77 is onlangs opnieuw beschikbaar gekomen en daar is niet eens sprake van een nieuw ontwerp. De prijs is rond de 16K. Studio's zoeken tegenwoordig vintage opname-apparatuur en daar worden hoge prijzen voor afgetikt.
EMT hoort in de pro-markt thuis. Daar ging en gaat het alleen maar om de absolute kwaliteit. Geluidsmatig, mechanisch en met betrekking tot levensduur. EMT’s kunnen 24/7 draaien en dat decennialang volhouden.
16-inch platen
De 927 heeft een plateau met een grote diameter (44 cm). Dat was indertijd bedoeld om de gangbare 16-inch platen af te kunnen spelen. Daar stonden complete radio-uitzendingen op. Aan de kant van de BBC waren dat de zogenaamde transcription records. Zulke platen maakten een tour langs omroepen en ook langs kazernes (in de US). De bedoeling was dat die platen daarna vernietigd zouden worden, maar een aantal hebben dat overleefd. Een van de voordelen van de 927, naar huidige opvattingen, is de aanwezigheid van 12-inch armen. Je hebt over het hele plaatoppervlak dan een kleinere fouthoek en dat is geluidsmatig zeer goed waarneembaar. Die arm werd indertijd absoluut niet gebouwd om een kleinere fouthoek te hebben, maar om die 16-inches af te kunnen spelen. Nu wordt die armlengte door audiofielen gewaardeerd om geluidstechnische redenen.
Analoog geluid
De essentie van wat de EMT-draaitafels doen raakt de definitie van ‘analoog’-geluid. Uw auteur verstaat daaronder het geluid dat wij waarnemen bij een directe confrontatie met live-instrumenten, stemmen en de wereld om ons heen. In een studiocontext is het feitelijk het geluid, dat door de microfoons is opgevangen en zoals het op de tape staat. Iedereen weet dat je dan al iets mist ten opzichte van de realiteit.
Vervolgens is daar de mastering en het persen van de plaat. Dat kost ook weer een beetje ‘realiteit’, maar de betere platen bieden nog steeds een behoorlijk beeld van hoe de realiteit is. We moeten het er in ieder geval mee doen. Vergeet niet dat de praktische ‘realiteit’ datgene is dat op de plaat of tape staat. Dat krijg je in huis en is een beperkte maar zo goed mogelijke weergave van de realiteit.
Audiosysteem en luisteren
De kwaliteiten van een EMT en in principe van elke betere draaitafel hoor je alleen in de meest optimale vorm als je ook een audiosysteem hebt met kwaliteiten. Dat moet in ieder geval snel, dynamisch, ruimtelijk, neutraal en gedetailleerd kunnen klinken. Het komt erop neer dat je geen systeem bouwt dat een beperkende factor vormt voor een EMT. Er is even tijd voor nodig om uit te vinden hoe een EMT-draaitafel maximaal kan presteren. De cartridge, de match met de arm, de arm zelf, de plinth, de afstelling, kabeltjes, netspanning, de phonoversterker en het tunen van het hele achterliggende audiosysteem. Eerst werden de platenspelers ingeregeld met de in rood vinyl uitgevoerde testplaten van de NRU, de bekende reeks testplaten van CBS en meetapparatuur. Vervolgens het tijdelijke audiosysteem getuned en tenslotte een paar superopnames uit het archief gehaald.
Wat er dan gebeurt is verbijsterend. Next level vinylweergave. Dat was een nacht waarin je de ene na de andere plaat op het vilt legt, ontdekt wat er in het vinyl schuilt dat je nog nooit zo hebt gehoord en alleen maar bivakkeert in een soort driedimensionale turbotrip naar audiofiel luilekkerland. Er zijn nauwelijks woorden voor, maar de musici staan voor je neus, in een enorme stage, aanraakbaar, met een enorme dynamiek en het komt levensecht over. Zo'n EMT heeft een enorme dynamiek, geen greintje rumble, heeft een zeer stille achtergrond, een gigantische ruimtelijke projectie, een warm en vol klinkend midden, lage tonen waar je betonnen muren mee kunt slopen, een voelbare energie, een fabelachtige snelheid, een enorme rust en een geweldige detaillering en resolutie. Ook een enigszins moeilijk te omschrijven begrip als een betrokkenheid afdwingende timing en ritme.
Met een EMT sta je in de beleving van uw auteur een stukje dichter bij hoe die realiteit zich voordoet. Iemand die in een studio werkt of in een band speelt zou het direct herkennen. Daarmee is het luisteren naar de EMT’s wild aantrekkelijk. Tussen de 930 en 927 zijn verschillen. De 927 heeft een streepje meer rust en autoriteit en wellicht iets meer ‘grandeur’. Het geluid is ook net iets ‘warmer’ dan van de 930, hoe vreemd dat ook klinkt. De gigantische drive in het laag gaat bij de 927 een stukje verder.
De enorme energie achter percussie en per definitie achter elk weergegeven geluidje is een eigenschap die weinig draaitafels zullen verbeteren. De piano-aanslagen op ‘Third Stream Recompositions’, een album van Ran Blake uit 1977, hebben de impact zoals je dat ervaart gezeten achter een Steinway Concert Grand Model D. Die enorme drive is mede verantwoordelijk voor het gevoel van realisme dat deze beide draaitafels presenteren.
Verschillende spelers
Uw auteur heeft in de loop van de jaren in de verschillende luisterruimtes en een enkele keer buiten de deur, kennisgemaakt met Goldmund, Versa Dynamic, allerlei Sony’s (ook de PS-9), professionele spelers van Denon en Technics, Micro Seiki, TechDas, Thorens (onder andere de Reference), Garrard, Döhmann, Continuum Audio Labs, Lenco, Pluto, Thales, Kuzma, VPI, Forsell Air Reference, Verdier, Kronos, SME, ERA, Dual, PE, B&O, Revox, Vyger, Transrotor, Audio Note, Linn, Sota, Clearaudio, Bergman, Brinkmann, Russco, Walker, Acoustic Signature, Rolf Kelch en tientallen anderen. De meesten zijn hier voor korte tijd geparkeerd door de Japanner en het zijn allemaal spelers die geweldige prestaties neerzetten. De EMT’s maken toch nog net een verschil met de meeste hierboven genoemde typen en maken ook een verschil met veel moderne platenspelers. Een EMT klinkt net iets meer ‘analoog’. Er gebeurt iets dat ook plaatsvindt als je naar livemuziek luistert. Een vibe, een zekere aantrekkelijkheid, een afstand van het gevoel van ‘mechanische reproductie’ en hifi-geluid.
Digitale perfectie
Of een draaitafel echt analoog en realistisch klinkt is een complexe kwestie. Er spelen veel variabelen, waaronder de gekozen cartridge en de match tussen de toonarm en de cartridge. De match is uit te rekenen, maar soms zijn er samenwerkingen tussen een arm en cartridge die afwijken van wat de berekening aangeeft, maar een absoluut (realistisch) supergeluid neerzetten. Sommige cartridges klinken, om de een of andere reden, ook realistischer dan andere exemplaren.
Een waarneming van uw auteur is dat veel moderne platenspelers vaak minder analoog klinken. Dat betekent dat het geluid eerder lijkt op een vorm van digitale perfectie. Alsof je naar een super cd-speler met een zeer goede converter luistert. Het is een gepolijst geluid. Het valt op dat veel dure mc-cartridges ook super smooth en haast digitaal klinken. Die draaitafels en cartridges, met prijzen tussen de 500 euro en 300.000, belichamen de ultieme perfectie in balans, fijnzinnigheid, gebrek aan vervorming en volstrekte foutloosheid.
Vergelijkbaar met de ongekende perfectie van Duitse en Japanse limousines. Verschillende moderne draaitafels zijn meettechnisch stiller dan een EMT. Ze hebben geen greintje resonantie. Denk aan de Thorens New Reference of de Thiele TT01. Dat is goed waar te nemen en een knappe prestatie. Het is de vraag welke invloed die stilte nou echt op het geluid heeft. Of zo'n eigenschap dan maakt dat een draaitafel realistischer gaat klinken. De achtergrondruis in platen is doorgaans hoger dan wat de draaitafel produceert en livegeluid hangt misschien wel af van andere en belangrijkere factoren. Een audicien in de kennissenkring had daar laatst een zeer interessante theorie over.
Echt autorijden
Echt autorijden doe je in een DB5 of een Morgan. Echt platen draaien doe je met een EMT.
Luisteren naar een 927 of 930 in een systeem waarin alles helemaal klopt is een ervaring die je een keertje moet beleven. Net zoals een beetje driften in een Formule 1 auto, de Annapurna beklimmen, snorkelen tussen de haaien of voor het eerst bij je schoonmoeder op bezoek. Luisteren naar een EMT biedt dan de meeste kans om te overleven, hoewel je er de rest van je leven hebberig door blijft.
Epiloog
Fascinerend om intensiever kennis te hebben mogen maken met deze EMT-draaitafels. Grappig dat ze binnen de professionele wereld in de jaren vijftig al wisten hoe ze een perfecte platenspeler moesten bouwen. Er zijn best andere professionele en ook semi-professionele spelers gebouwd die realistische prestaties leveren. Denk aan de Garrard 301, de Thorens TD 124, Russco en nog enkele zeer goede modellen. Maar, het blijft een uitdaging om het niveau van de EMT’s te benaderen. Er moet hier nog steeds een draaitafel komen die in de buurt komt van wat een 927 doet.
In een moderne studio zijn veel digitale mooimakers waarmee super gelikte en gestroomlijnde producties te maken zijn. Soms heel erg goed, maar veel oudere analoge live-opnames klinken realistischer. Livemuziek is doorgaans niet zo gladjes en geperfectioneerd. Een voorbeeld zijn Creed Taylor’s registraties uit 1972 van concerten in de Hollywood Bowl. Gemixt en gemastered in de Electric Ladyland Studio’s met een eindresultaat dat dicht bij het liveconcert is gebleven. Geen mooimakers en perfecte productietechnieken. Je hebt met die Hollywood Bowl-registraties dan analoge opnames waar weinig aan is gesleuteld, de opnamekwaliteit van deze concerten is enorm goed en je beleeft daarmee de toegevoegde waarde die een EMT-draaitafel heeft.
Een voorzichtige indruk is dat de betere mm-cartridges in algemene zin vaak een realistischer geluidsbeeld neerzetten. Hetgeen absoluut niet betekent dat er ook geen mc’s zijn die dat kunnen. Vooral mm’s van grote bedrijven zoals Ortofon, Shure (vroeger), Nagaoka en Audio Technika leveren vaak een enorm realistisch geluidsbeeld. Het leeft meer en kan je echt vasthouden. De slotgedachte is dat digitaal geluid niet per definitie realistisch klinkt en dat veel mc-cartridges en moderne draaitafels vaak een super gepolijst en haast digitaal geluid neerzetten. EMT-draaitafels kunnen een levensecht geluid neerzetten. Je moet echt wel een dagje tunen, afregelen, combineren, de juiste match vinden en goed opgenomen vinyl selecteren. Je hoeft daarvoor niet eerst een fles water in te stralen. Het was in ieder geval zeer indrukwekkend om met die EMT’s te stoeien en veel platen hebben nog nooit zo spectaculair geklonken. Die apparaten hebben echt een gat geslagen in de belevingswereld van uw auteur en je wordt hier enorm blij van. Wellicht zijn de 930 en 927 toch de beste draaitafels die er zijn en wisten ze in de vijftiger jaren bij EMT iets dat verloren is geraakt in de afgelopen decennia. Zal maandagochtend weer even wennen zijn aan de symphatieke Pro-Ject draaitafel.
Bezig zijn met EMT gaat niet alleen over hoe die machines presteren. EMT staat ook voor de na-oorlogse ontwikkeling van analoge techniek in Duitsland, samen met bedrijven zoals Studer, Telefunken, Siemens, Klangfilm, Lawo, Neumann, Gefell, VEB en anderen. Een uitermate fascinerend stukje geschiedenis. Hoe noem je dat? Jeugdsentiment?