HI-VISITRhapsody

HiVisit Rhapsody: luistersessie met Estelon Extreme en Thorens New Reference

Ruud Jonker | 13 november 2024 | Fotografie Ruud Jonker

Onderdeel van de altijd goed gevulde showagenda van Rhapsody was onlangs een demonstratie van een high-end systeem rondom de Estelon Extreme luidsprekers. Niet alleen voor uw auteur was dat een shocking ervaring, maar ook voor de andere aanwezigen. Het toonde aan dat Rhapsody zich thuis is gaan voelen in de nieuwe luisterruimte, die na de verhuizing uit Hilversum uiteraard nog om enige akoestische finetuning vroeg.

Daarnaast bereikte dit systeem een heel nieuw level. Ondergetekende kent maar enkele systemen die daar min of meer in de buurt komen. De prestaties daar in Brabant waren uitzonderlijk. Dit is wat je wil en het verlaagt de drempel om 'even te pinnen'. 

Hoe kan het dat dit systeem zo'n uitzonderlijke prestatie neerzet? Het gaat hier namelijk over realiteitsweergave van een ongekend niveau. Dat werkt zowel voor analoog geluid als voor digitaal. Met analoog, in de vorm van tapes en platen, is het mogelijk om een hoog niveau van realisme te bereiken. Dat werkt ook niet altijd en er is veel kennis en ervaring voor nodig om zoiets te bereiken. De klacht over digitaal is vaak dat het erg goed klinkt, zeker de laatste tien jaar, maar nog niet altijd realistisch. Toch is er een ontwikkeling in converters en zijn er exemplaren beschikbaar die een realistischer geluidsbeeld presenteren. Op het hoogste niveau liggen analoog en digitaal momenteel erg dicht bij elkaar, maar Mark Levinson vertelde uw auteur laatst dat digitaal nog enkele fundamentele problemen kent die een natuurlijke ervaring in de weg staan.

Het bouwen van high-end weergave

Geluid weergeven dat realistisch klinkt, zoals het systeem bij Rhapsody dat presenteert, is nooit toe te schrijven aan een enkele component. Toch zijn er best individuele componenten en ook opnames die net even realistischer klinken dan andere exemplaren. Luidsprekers van onder andere ATC, Lyngdorf, PMC, Soundprism en Grimm presenteren een realistischer geluidsbeeld. Het systeem bij Rhapsody valt in een iets hogere budgetklasse maar dat betekent niet dat dit de enige manier is om een realistischer geluid te krijgen of per definitie een goed geluid. Veel uiterst kostbare systemen klinken welliswaar niet onverdienstelijk maar maken niet altijd hun prijskaartje waar. Dat komt vooral omdat de meeste consumenten een systeem door de jaren heen opbouwen en dan steeds een enkel component vervangen dat dan een rave review krijgt of de laatste trend vormt. Je eindigt dan meestal met een systeem dat bij elkaar een niet heel optimale match vormt.

De beste manier om een systeem te bouwen is om het in een enkele work run vanaf scratch te ontwerpen en te bouwen. Je krijgt dan een systeem met een perfecte match en bijbehorende prestaties. Wie die vaardigheid volledig beheerst weet ook dat er veel perfectie mogelijk is voor een bescheidener investering.

Perfecte systemen bouwen doe je niet door met geld te smijten maar door het toepassen van kennis en ervaring. Dan kun je met een Dynaco ST-70 – een van de meest verkochte versterkers ter wereld – en goed gekozen moderne luidsprekers enorme prestaties realiseren. Aan de andere kant zijn er componenten met een hoger prijskaartje die daar dan wel een aantoonbaar hoger prestatieniveau voor bieden.

Bij Rhapsody beheersen ze volledig de kunst om vanaf scratch een systeem te bouwen dat sublieme prestaties neerzet. Regelmatige bezoekers van de shows hebben dat door de jaren heen ervaren. Dat hoge weergaveniveau kom je een heel enkele keer tegen bij de verschillende winkels in de Benelux, in demoruimtes van importeurs en op shows. Toch beweegt Rhapsody zich continue op dat zeer hoge level en klinkt elke set, binnen de grenzen van de prijsklasse, optimaal.

Nieuwe referentie

Het luisteren naar dit systeem vormde een nieuwe referentie. Hier werd de lat echt hoger gelegd. De aanwezigen nemen dan plaats in de Brabantse luisterruimte, waarschijnlijk lichtelijk geïmponeerd door de fysieke uitstraling van de apparatuur, en zijn gewend aan wat er gaat komen. Het was dit keer alleen even anders. De demo begon met het Cantate Domino Canticum Novum (Psalm 95) van Arvo Pärt. Dat is een opname met een koor van dames en heren en een orgel. Zulke opnames zijn altijd tricky. De meeste systemen vallen er direct mee door de mand, klinken te helder, soms als een cirkelzaag en laten een fikse dosis vervorming horen in het hoog. Uw auteur heeft diverse uitvoeringen met grotere en kleinere koren opgenomen. Denk aan werken van onder andere Bach. Dat geeft een referentiekader over hoe een koor en een orgel in werkelijkheid klinken. Harry startte deze track en na letterlijk drie seconden was het duidelijk dat hier sprake was van een uitzonderlijke weergave. Een nieuw en spectaculair niveau van echtheid en realisme. Je schrikt je echt kapot. Die ervaring werd ook absoluut gedeeld door de andere aanwezigen.

Hoe klinkt dat dan?

De lezers die dit soort muziek uit een livesituatie kennen weten dat een koor een enorme energie heeft en dat je de stemmen pinpoint kunt aanwijzen. Je hoort elke stem individueel, zeker als je op een korte luisterafstand bent, zoals de 3-4 meter in de luisterruimte van Rhapsody. Er is geen scherpte en de tonaliteit is realistisch. Soms is er met koren en orgelmuziek sprake van een geluid dat lijkt op een soort intermodulatievervorming in de hoge frequenties. In dit geval niet bij Rhapsody, maar zoiets wordt meestal veroorzaakt door de akoestiek van de opnamelocatie. In situaties waar veel galm is, kunnen die hoge stemmetjes elkaar wel eens in de weg gaan zitten.

In andere akoestische omgevingen kan het geluid dan loepzuiver zijn. Hoe dan ook, het systeem bij Rhapsody komt griezelig dicht in de buurt van een live-ervaring. Realistisch in de presentatie en klank, naar voren komend, met veel energie en focussering. Elke stem heeft een eigen space. Die ervaring was echt shocking om te beleven want zoiets hoor je vrijwel nooit uit luidsprekers. Vandaar dat het publiek bij Rhapsody, met over het algemeen veel luisterervaring, meteen op het puntje van de stoelen zat.

De eerste gedachte bij uw auteur, na die drie seconden, was dat het geluid vrijwel identiek was aan de beleving die je hebt als je tijdens een opnamesessie voor zo'n koor staat. Ook de andere weergegeven muziek bieden dat spot-on niveau van echtheid en realisme. Toch is in woorden niet helemaal te omschrijven wat er dan bij Rhapsody gebeurde. Voor wie luistert is het eigenlijk meteen duidelijk. Het is echt van een hoger niveau.

Analyse

De vraag is altijd uit welke geluidsmatige eigenschappen zo'n ervaring wordt opgebouwd en hoe je zoiets voor elkaar krijgt met een audiosysteem. Het realisme wordt veroorzaakt door de extreem goede focussering van de stemmen en instrumenten. Elk geluid heeft een eigen gedefinieerde plaats binnen de stage en manifesteert zich met een enorme achterliggende energie. Dat is ook wat waargenomen wordt tijdens het luisteren naar een echt koor.

De klank is ook zeer goed en draagt bij aan het realisme, net zoals de dynamiek. Er is ook sprake van de obligate black background en dan in sterke mate. Technisch krijg je dat alleen maar voor elkaar als er in een systeem geen versmering is. Versmering ontstaat door tijdsvertraging, resonanties, na-ijlen van drivers en elektronica, jitter, frequentie-afhankelijke vertraging in kabels, faseproblemen in converters en andere elektronica en waarneembare vervorming. Ook achtergrondruis, veroorzaakt door de elektriciteitsvoorziening en instraling maakt dat die scherp gefocusseerde afbeeldingen verminderen.

Akoestiek

Een (groot) deel van de prestatie van een systeem heeft te maken met de akoestiek. Wie goed rondgekeken heeft tijdens de demonstratie van dit systeem zal de diffusors achterin de luisterruimte hebben gezien, de strategisch opgestelde PSI Audio AVAA C214 en C20 Active Velocity Acoustic Absorbers (zie de review van ondergetekende in ME), alsmede de Schnerzinger Field Elimination devices. Daarmee veroorzaak je allemaal geen extreme verschillen, maar het zijn de tools voor finetuning die een systeem precies in de richting sturen die je wilt hebben. Al die kleine en soms iets grotere tuningacties samen zorgen dan toch voor waarneembare verbeteringen.

Systeemopbouw

Het systeem biedt deze prestaties zowel met analoge bronnen als met digitaal. De basis bestaat uit de Estelon Extreme luidsprekers. Die zijn ontworpen om een verdwijntruc uit te halen en om een immersive geluidsbeeld te presenteren. Er is geen enkel oppervlak in deze luidsprekers dat parallel loopt met een ander.

Samen met het materiaal van de behuizing staan hier luidsprekers die neutraal klinken en nagenoeg vrij zijn van resonanties en uitslingergedrag, dus kleuring. Er zal geen enkele overshoot te bekennen zijn bij de drivers en in de filters. Martin Odijk heeft zijn deskundigheid en kennis over de Estelon-luidsprekers ook ten dienste gesteld van Rhapsody om de resultaten maximaal te krijgen.

De aansturing is met versterkers van CH Precision uit de 10 Series. Die staan voor de kortst mogelijke signaalweg, zonder trafo’s en condensatoren in het signaalpad en met een minimaal aantal stages. Condensatoren geven in principe kleuring. CH Precision wil dat het signaal zonder enige vorm van verandering en aantasting door de versterker loopt. Er is heel veel gedaan om storingen en resonanties te onderdrukken.

Aan de kant van de bronnen speelt in het digitale domein de Pink Faun 2.16 Ultra server/streamer. Een apparaat waar alles is gedaan om een zo puur mogelijk signaal af te leveren. Zoals het bedrijf zegt: no sound, just music. In de beleving van uw auteur (zie review in ME) een van de beste servers in de markt. Deze Pink Faun communiceert bij Rhapsody met een prototype van de nieuwe CH Precision dac. Nog onbekend, maar het Zwitserse bedrijf zal hier ongetwijfeld fundamentele stappen mee hebben gezet.

Op analoog gebied speelt de Thorens New Reference draaitafel. De eerste Reference werd in 1980 gebouwd, heeft plaats voor drie toonarmen, weegt 90 kilo en was in die jaren te koop voor ongeveer 18.000 DM. Een absurd bedrag in die tijd. Uw auteur heeft ervaring met deze eerste Reference. Er was een gering aantal exemplaren in een witte uitvoering. Dat zijn heden ten dage zeer zeldzame en kostbare collectors items. 

Deze draaitafels hadden een subchassis met veersuspensie en de mogelijkheid om te tunen. Uiterlijk lijkt deze oude Reference op een massaloopwerk. Het plateau weegt echter maar 6 kilo en dat was mogelijk door de slimme constructie met het subchassis. De New Reference kent een unieke constructie. Uw auteur sprak daar recent over met Gunter Kürten, de eigenaar van Thorens, met Helmut Thiele van Analog Audio Design en met vertegenwoordigers van Seismion. Helmut Thiele is de ontwerper van de nieuwe Thorens Reference (interview binnenkort op HIFI,NL, red.).

Deze Reference heeft een actief vibratie-isolatiesysteem. Die technologie is afkomstig van Seismion. Dat is een Duits bedrijf dat actieve vibratie reducerende systemen ontwikkelt voor de industrie. Zulke systemen vind je bijvoorbeeld onder electronenmicroscopen, maar ook onder tonnen wegende machines die trillingen veroorzaken. Kort door de bocht meten sensoren de trillingen in de draaitafel. Er worden vervolgens contrakrachten gegenereerd en het eindresultaat is dat alle resonanties verdwenen zijn. Hetzelfde idee als het maken van twee uit-fase signalen die elkaar opheffen in balanced audioverbindingen en balanced power systemen.

Uw auteur heeft samen met Helmut Thiele gemeten en de draaitafel is dus volledig stil. Een phono-cartridge pakt namelijk elke resonantie op van de plinth, de motor, het lager, de arm, van zichzelf en van buitenaf. Zo’n cartridge kent niet het verschil tussen een muzieksignaal en door het mechaniek opgewekte trillingen. Bij de meeste draaitafels klinkt er dus een niet altijd direct waarneembaar stoorsignaal op de achtergrond dat toch de kwaliteit van de weergave verminderd. Bij de New Reference is het aantal storingsbronnen extreem verminderd. Je neemt alleen het muzieksignaal waar.

De Thorens is aangesloten op een phonoversterker van HSE Swiss. Dat is het bedrijf van Robert Huber, die daar in 1987 mee begon. Hij werkte voor Studer, Soundcraft en Harman in research en development. In de HSE Phono Preamp Masterline 7 (ML-7), met discreet gebouwde klasse A versterkermodulen, zijn ook de principes terug te vinden om straling (RFI en EMI) en resonanties te onderdrukken. Wie binnen de aluminium behuizing kijkt ziet onderdelen van topkwaliteit. Denk aan Neutrik, WIMA, Elna en Schurter. Elna levert topkwaliteit condensatoren. Die vind je onder andere terug in de professionele Sony cd-spelers en ook in vintage audio zoals Sansui-versterkers. Neutrik bouwt connectoren. High-end apparatuur en kabels van een professionele kwaliteit hebben chassisdelen en connectoren van Neutrik. Aan de top staat Switchcraft, maar die zie je nooit in de consumentenmarkt voor kabels.  

Systeem, geheimen en synergie

Wie alle componenten in dit Rhapsody-systeem bestudeert en even nadenkt vindt een grote gemene deler. Alle aanwezige apparatuur is ontworpen vanuit de gedachte om straling en resonanties te minimaliseren. Ook de akoestische voorzieningen trekken ongewenste resonanties, in de vorm van staande golven en reflecties, uit de luisterruimte. Schakelingen in de elektronica zijn zo simpel mogelijk.

Uiteindelijk blijft dan de pure muziek over. Dat resulteert in een ervaring van realistische weergave. Dat is logisch. Livemuziek wordt ook niet gehinderd door EMI, RFI, vervorming, faseproblemen, resonanties, jitter en tijdsvertraging. Een Stradivarius kent geen jitter, maar wel resonanties natuurlijk. De kennis en ervaring bij Rhapsody maakt dat zij met al die bepalende factoren kunnen manipuleren en door middel van tuning kunnen optimaliseren. Ze bouwen van nul af aan een systeem op met een perfecte synergie. Dat is de enige manier om de prestaties te krijgen die de betere high-end audio suggereert en die het prijskaartje waar kan maken.

Rhapsody beheerst dus het proces om een systeem te bouwen, maar zoals al gezegd heb je nooit alle touwtjes in handen. Er blijft altijd een klein stukje trial & error en soms heb je ook eens geluk. Het zou dus niet helemaal verbazen als de prestaties van dit systeem ook voor Rhapsody nog als heel verrassend werden ervaren.

Epiloog

Het systeem rondom de Estelon Extreme hoort bij het allerbeste dat Rhapsody ooit heeft neergezet. In de beleving van uw auteur kwam de set rondom de MBL 101, die in coronatijd werd gedemonstreerd (zie foto), daar zeker ook in de buurt. Ook met een heel overtuigende vorm van realisme.

Het toont aan dat Rhapsody nog steeds leidend is. Met alle respect, maar dit niveau is binnen de Benelux vrijwel niet op een andere plaats vertoond. Heel opmerkelijk ook dat de prestaties van de draaitafel en het digitale systeem zeer dicht bij elkaar lagen. Echt analoog geluid, zoals hier vaak wordt ervaren vanaf mastertapes of zeer goed opgenomen en afgespeeld vinyl, kan zeer realistisch klinken. Dat is echt anders dan waar het analoge geluid in de volksmond voor staat. Vinyl klinkt dan warm, soft, teruggetrokken enzovoorts. Als je dat denkt, lijkt het verstandig om eens een bezoek aan Rhapsody te brengen. 






EDITORS' CHOICE