Solosound bouwt al vanaf 1974 elektrostatische luidsprekers. Het bedrijf reviseert ook modellen van andere fabrikanten. Elektrostaten kunnen heel lang mee maar vragen, na soms tientallen jaren, om een stukje service. Daarna is zo’n luidspreker weer als nieuw. Er is inmiddels lang gewerkt aan de halfactieve hybride Solostatic 188. Het full-range karakter, maar ook het design zijn hier de unique selling points. We gaan er eens uitgebreid naar kijken, maar duiken eerst in de broodnodige elektrostaten-achtergrond, ook richting een MartinLogan-review van eenzelfde soort speaker later deze week.
Elektrostaten
De allereerste elektrostaten uit de jaren vijftig vielen op vanwege het neutrale en gedetailleerde karakter. Professionele gebruikers kochten ze daarom voor in de studio’s. In die tijd waren er vrijwel geen neutrale conusluidsprekers en zeker geen exemplaren met het detailleringsniveau van elektrostaten.
Na de professionele gebruikers volgden particulieren. In de vijftiger jaren was er nog geen enorme hifi-markt en de audiofiel, zoals we die kennen, bestond niet. Dat gaf rust. Veel kopers van geluidsapparatuur hadden vaak een technische achtergrond en/of waren muziekliefhebbers.
Voor die tijd waren luidsprekers, versterkers, tuners en draaitafels ook relatief dure artikelen. Wat je dan kocht ging heel lang mee. Er zijn vandaag de dag nog consumenten die nog steeds naar hun elektrostaten luisteren die eind jaren vijftig werden gekocht.
Het venijn zit in het simplisme
Het is niet makkelijk om een betrouwbare elektrostaat te bouwen. Hoewel het principe erg simpel is, geldt dat niet voor de praktische uitvoering. Elke fabrikant heeft eigen technieken ontwikkeld om de ontwerp- en productieproblemen te overwinnen. Nederland is eigenlijk een erg succesvol elektrostatenland. Er zijn drie bekende fabrikanten die fraaie en betrouwbare elektrostaten bouwen. Het vroegere probleem dat een elektrostaat alleen een goed beeld geeft als je precies ‘ín het midden’ luistert is al jarenlang totaal achterhaald.
Dynamische systemen hebben de laatste decennia natuurlijk best een inhaalslag gemaakt. Hoewel absolute neutraliteit niet bestaat zijn veel dynamische systemen gedetailleerder en neutraler geworden. Anderzijds krijgen veel dynamische systemen bewust een stukje kleuring en vervorming mee om in de smaak van het publiek te vallen. Als je naar een luidspreker luistert zou het op moeten vallen of iemand op een Jellinghaus Signature doubletop speelt of een Jim Redgate Lattice. Die hebben in het ‘echt’ een onderscheidend geluid. Niet dat je hoort dat er een luidspreker klinkt van merk X. Dat treedt met elektrostaten minder snel op. Die zijn ongekleurder en hebben veel minder een eigen soundje. Vrijwel alle dynamische systemen zullen beter presteren in een actieve vorm. Bij elektrostaten en ook bij dynamische luidsprekers geldt het ontbreken van passieve wisselfilters als een groot voordeel. Bij hybride elektrostaten is meestal een actief wisselfilter voor het laag. Dus niet in het ‘stemgebied’ en actieve filters zijn superieur aan passieve versies.
Afmetingen
Een elektrostatisch paneel moet groot zijn om het volledige frequentiebereik weer te kunnen geven. In een tijd waar luidsprekers vooral zo klein mogelijk moeten zijn (waarom?), kan dat problemen geven. Om full-range te kunnen zijn moet een elektrostaat minimaal twee meter hoog zijn en zestig centimeter breed. Veel elektrostaten zijn daarom hybrides. De panelen zijn dan kleiner en worden voorzien van een ingebouwde of externe (sub)woofer. Zo’n combi kan dan een gelijke hoogte hebben als gemiddelde dynamische vloerstaanders, hoewel er ook hybrides zijn vanaf 1.60 meter. Met een hybride heb je dus the best of both worlds. De neutraliteit, geweldige ruimtelijke weergave en detaillering van het paneel en vervolgens het diepe laag en de power van een dynamische subwoofer.
Sommigen komen dan met het argument dat zo’n dynamische woofer ‘minder snel’ is dan het elektrostatische paneel. Dat is deels waar, hoewel de grotere massa van een wooferconus een zekere inertia heeft met betrekking tot het starten en stoppen. Snelheid gaat dus over de start- en stoptijden van een luidspreker. Een goed ontworpen woofer volgt zeer exact het gedrag van het ingangssignaal. Daar komt bij dat de vermeende ‘snelheid’ nauwelijks een rol speelt bij de lage frequenties die een woofer produceert.
Bij een goed ontwerp sluit de woofer naadloos aan op het elektrostatische paneel en hoor je geen verschil in ‘snelheid’. Als de Solosound hybrides aangestuurd worden met een Lyngdorf versterker, dan kunnen er nog subtiele digitale correcties plaatsvinden waardoor de woofer en het paneel exact in de tijd gaan lopen.
Solostatic 188
Voor uw auteur is de attractie van de echt grotere elektrostatische weergevers dat die een imposant podium in de luisterruimte zetten. Niet dat instrumenten en stemmen groter worden afgebeeld dan dat ze zijn, maar grote luidsprekersystemen komen dichter in de buurt van een grootschaliger live-belevenis. Er is meer betrokkenheid. Dat kan met een heel groot volledig elektrostatisch paneel, maar ook met een hybride van zo'n twee meter hoog.
Uw auteur volgt al jaren het wel en wee van de Nederlandse fabrikanten van elektrostaten. Solosound werkt al heel lang aan de nieuwe modellen. Prototypen werden al vaak steels beluisterd (de bekende sneak-previews). Tijdens de hete zomer, waarbij de luisterruimte leeg was en verkeerde in een comfortabele staat van rust, kwam het telefoontje dat de nieuwe Solostatic 188 klaar was om te kunnen beluisteren. Dus, waarom ook niet?
De Solostatic 188 Full Range Hybride is de grotere uitvoering van de Solostatic 125. Beide luidsprekers zijn half actieve hybrides. De 188 meet 1916 x 364 x 284 mm inclusief stands en de 125 meet 1250 X 260 X 155 mm. Deze modellen zijn zeer luxe uitgevoerd. In deze reeks zijn ook nog een tweetal volledig passieve panelen beschikbaar. In de luisterruimte stond afgelopen zomer de Solostatic 188. Het paneel is rechthoekig met een diepte van 10 cm. Er is een omlijsting van massief aluminium die in elke denkbare kleur en afwerking geleverd kan worden. Het doek is beschikbaar in 170 kleuren. Het paneel staat op een luxe metalen voet.
De Solostatic 188 is een grote luidspreker, maar met een zeer slank profiel en valt vrijwel weg in een modern interieur. Er zijn twee elektrostatische panelen aan boord, een 8-inch woofer en een AMT-driver. De laatste straalt omhoog en voorziet het geluid van een extra stukje ruimtelijkheid. De woofer heeft een eigen stalen behuizing, maar deze valt optisch weg in het paneel. Het frequentiebereik reikt van 29-40.000 Hz (+/- 3 dB). Het paneel neemt over vanaf 175 Hz. Met de constructie is alles gedaan om resonanties uit te bannen. In de basis is er een van buitenaf niet zichtbaar metalen frame dat zeer sterk en resonantiearm is.
Doelgroep Solostatic 188
De Solostatic 188, met een hoogte van 191 cm, lijkt op papier een forse luidspreker. In werkelijkheid valt deze smalle en ondiepe luidspreker in een kamer nauwelijks op. Dat is de kracht van de slanke vorm, maar ook van de lichte kleurstelling van het hier aanwezige model en het slimme en elegante ontwerp. Het lijnenspel met de fraaie geanodiseerde lijsten aan de zijkanten suggereert een object dat niet dominant aanwezig is. Solosound geeft ook duidelijk aan dat dit model ontworpen is voor een specifieke doelgroep. Ten eerste natuurlijk de liefhebber van elektrostatische luidsprekers. Dit model past vervolgens specifiek bij degenen die naar klassiek, kamermuziek, jazz, world music, singer-songwriter en niet al te ruige pop luisteren.
Het laag gaat dan absoluut zeer diep, maar wie knetterharde rock of drum & bass wil draaien tijdens een uit de hand lopende summerparty, kan beter uitwijken naar de plaatselijke PA-boer. Toch biedt Solosound daar een optionele modificatie voor aan, bestaande uit een krachtiger en iets grotere laagdriver met een zwaardere ingebouwde versterker. Voor wie een hybride wil, die wel in staat is om bouwstenen van Egyptische piramides met behulp van luchtdruk te verplaatsen, heeft Solosound model 200 met corner-woofers in de aanbieding. Dat zijn vier torens voor de absolute muziekfreak.
Plug & play
Solosound gelooft heel diep in het principe van ontzorging. Wie heel zakelijk en nuchter naar de combinatie consument & hifi kijkt, komt snel tot de conclusie dat hier sprake is van een zeer problematisch mijnenveld. Er zijn simpelweg teveel variabelen die een rol spelen om een echt goed geluid te krijgen en voor vrijwel elke consument is de puzzel te complex. Wie heeft er kennissen, familie of vrienden met een set die echt perfect speelt? Uw auteur komt het een enkele keer tegen, maar meestal vormt de vaak heel dure hifi een broedplaats van voortdurende ellende. Problemen worden dan aangevlogen met kabels, de meest idiote accessoires en het continue inruilen van apparaten voor weer andere elektronica. Het lukt meestal niet om de echte oorzaak weg te nemen.
Solosound begrijpt dat en levert daarom een volledig compleet systeem. Dus, twee elektrostaten, een bijpassende Lyngdorf TDAI-3400 of TDAI-1120 met roomcorrectie, streaming en aansluitmogelijkheden voor externe bronnen. Ook worden er standaard bij dit pakket passende luidsprekerkabels en interlinks geleverd, waarmee de barre en frustrerende zoektocht naar geschikte kabels ook tot het verleden behoort. Voor de meeste luisterruimtes is de TDAI-1120 krachtig genoeg. Ingeval van de Solostatic 188 kan dit systeem in ruimtes tot pakweg veertig vierkante meter werkelijk snoeihard spelen en een geluidsdruk van 110 dB halen.
Luisteren
Zoals gemeld werden prototypen van de Solostatic 188 al eerder beluisterd in Solosound’s headquarters. Op de grote dag werd het systeem afgeleverd in een van de luisterruimtes. Als recensent speel je dan even de consument (Henk & Ingrid) en laat de Solosound treatment over je heen komen. Toch werd besloten tot een kleine interventie. De luidsprekers moeten in de basis op de goede plaats staan. Dat wordt hier bepaald met metingen op basis van testsignalen. Daarna kun je verder inregelen met RoomPerfect, zoals aanwezig in de Lyngdorf versterkers. RoomPerfect is zeer krachtig en kan ook deels een niet optimale plaats voor de luidsprekers corrigeren.
Na de verkorte inregelprocedure voor de positie van de luidsprekers werd het systeem gemeten en ingeregeld met RoomPerfect. Dat vroeg vrijwel niet om correcties vanwege de relatief goede akoestiek van de luisterruimte. Daarna snel wat tracks gedraaid vanaf een van de servers en het geluid stond meteen als een huis. De 188 biedt een gedetailleerd geluidsbeeld dat dynamisch is, een zekere live-impressie neerzet, een enorme ruimtelijke afbeelding presenteert en als hybride systeem zeer homogeen klinkt. Het laag gaat verrassend diep en heeft een enorme kwaliteit in definitie en neutrale klank.
Stapje verder
Na een dagje draaien belde Mark Huinder. Hij was nog niet gerustgesteld over het feit dat ondergetekende al zeer tevreden was met het systeem. De vraag was dus om in de kritische luistermode level 3 te gaan om mogelijkerwijs nog wat suggesties voor verbetering aan te kunnen dragen. Dus, opnieuw plaatsgenomen voor de set. Uw recensent werd eigenlijk getriggerd door een opmerking van een meeluisterend gezinslid. De gezinsleden zijn vanaf hun geboorte blootgesteld aan geluidsapparatuur en hebben daarmee een extreem kritisch gehoor ontwikkeld. De family gaat vaak mee naar audioshows. Na afloop worden alle beluisterde sets dan nabesproken en volgen er niets ontziende bevindingen die ook gewoon kloppen.
Ze worden nog niet gehinderd door een afgewogen mate van diplomatie, empathie en wellevendheid die je als recensent in de richting hebt van hard ploeterende en sympathieke importeurs en fabrikanten. Maar de bewuste opmerking bevestigde een al eerder opgemerkt issue, dat vervolgens nader onderzocht werd en richting Solosound gecommuniceerd. Mark draait daar zijn hand niet voor om. Gewapend met een soldeerbout en een set Torx-sleutels is het issue dan in no time gefixed en spelen de luidsprekers echt een niveau beter.
Epiloog
Los van de geluidsmatige kwaliteiten is wellicht het meest belangrijke aankoopargument dat de consument een compleet systeem krijgt dat door Solosound geplaatst en ingeregeld wordt. De enige aanpassing die je dan nog kan realiseren is een eventuele verbetering van de akoestiek, mocht deze te opvallende gebreken vertonen. Room correction, zoals Lyngdorf en andere fabrikanten toepassen, werkt uitstekend maar lost niet alle (grotere) problemen op.
Anno 2023 zou de hifi-industrie eigenlijk complete systemen aan moeten bieden die perfect matchen. Het is absurd dat veel consumenten audio kopen van tienduizenden euro’s en dat ze dan nog moeten gaan zooien met componenten en accessoires om het goed te laten klinken. Consumenten hebben niet die kennis en ervaring, dus raken ze in een frustrerend proces van trial & error. Stel voor dat je dat met een auto, keuken of jacht zou moeten doen.
De oplossing is dus om een echt goede dealer te zoeken die dat kan, of gewoon het Solosound Solostatic 188 systeem laten komen.
SoloSound Solostatic 188
Solosound 188: 10.300 euro per paar | solostatic.com
Solosound 188 i.c.m. Lyngdorf TDAI 1120: 12.500 euro
Solosound 188 i.c.m. Lyngdorf TDAI 3400: 16.100 euro