In een uitgebreid verslag van collega Edouard lees je alles over de show bij Alpha High End in Brasschaat gewijd aan Canor Audio, Isotek, Manger Audio en Perlisten. Maar omdat er op die show ook boeiende figuren zoals Daniela Manger en -van Canor- Ivan Bosnovic en Igor Ovad blijven we ook wat langer hangen voor een paar snelle interviews. Het zijn nu eenmaal boeiende merken, al is er verder geen link tussen de twee.
Een oude nieuwe naam
Voor veel hifi-liefhebbers is Canor Audio wellicht een relatief nieuwe naam. Iets van de voorbije jaren. Maar het bedrijf uit het oosten van Slovakije is er al lang, zegt international sales executive Ivan Bosnovic: “Het werd opgericht in 1995, dus we zijn bijna dertig jaar oud. We bouwen ook al heel die tijd onze eigen toestellen. Die vonden hun weg ook naar buiten Slovakije en de buurlanden."
"Onlangs was er nog een Nederlandse klant van het eerste uur die een toestel binnenbracht ter reparatie. Maar in die eerste twintig jaar staken we niet veel energie in die eigen producten. We waren heel druk bezig met het bouwen van audioproducten voor anderen. Die OEM-business was (en is) heel groot.”
Ivan en z’n technische collega Igor Ovad willen liever niet formeel vertellen voor welke merken ze toestellen bouwen, maar het gaat inderdaad om een paar grote namen uit de hifi-industrie. Zo gek is dat allemaal niet, want wel meer audiobedrijven laten de productie van (bepaalde) toestellen door derden uitvoeren. Bijvoorbeeld omdat de eigen productiecapaciteit op is of de eigen fabriek gericht is op bouwen van een ander type apparaat.
“Vijf jaar geleden kwam het besluit dat we meer wilden doen met onze eigen Canor-producten. Toen ben ik erbij gekomen om het merk te promoten in het buitenland en de wereld kennis te laten maken met Canor Audio”, legt Bosnovic uit. Inmiddels is dat goed gelukt, want Canor vind je in de Benelux wel bij een aantal dealers. Bij de vier winkels van Alpha High End, waar we de Canor-lui ontmoetten, bijvoorbeeld. Een aantal reviews is de revue ook al gepasseerd, zoals van de Canor DAC 2.10, en er staat nog wel wat op de planning.
Maar wat is nu typisch Canor? “We gebruiken altijd een buizen-luik, ook in hybride designs. Nu ja, bijna ‘altijd’. De AI 1.20 is onze enige solid-state versterker. Die hebben we gebouwd omdat we ons afvroegen hoe goed het kon klinken”, zegt Ovad, “En dat is heel goed gelukt. Het is een uitstekende versterker, maar hij klinkt wel anders dan alle andere Canor-toestellen.”
Wie bij buizenversterking denkt aan retrotoestellen die trots een bosje gloeiende lampen etaleren, zal bij Canor op zijn honger blijven zitten. De strakke lijnen van hun toestellen verraden op eerste zicht niet dat er een tube-stage onder de motorkap schuilt. Alleen de consequente keuze voor oranje verlichting en displays verraadt het een beetje. Van industrieel design hebben ze kaas gegeten daar in Slovakije, want alle Canors pronken met hetzelfde modern design. En die typische ‘tube-sound’? Die is er ook niet echt.
“We steken veel energie in het uitzoeken van de juiste buizen. We verkiezen exemplaren die niet extreem dat typisch buizengeluid verspreiden, maar die meer helder zijn. Canor heeft zelf een aantal machines gebouwd om buizen te matchen en selecteren. Een goede matching van buizen zodat beide stereokanalen gelijk klinken vinden we heel belangrijk. Eerst onderwerpen we buizen die geleverd worden aan een intense stresstest, dan meten we elk exemplaar om zo koppels te vormen. Fabrikanten leveren ze ook wel als gematchte koppels, maar na onze tests blijken altijd andere combinaties beter bij elkaar te passen.”
Tijdens de show in Brasschaat vonden we met name de high-end-lijn sterk presteren. De Hyperion-voorversterker en twee Virtus M1-eindtrappen, met dCS als leverancier van muziek en Perlisten s7t’s als weergevers… het was een wel heel geslaagd systeem. Dit was natuurlijk de top van wat het merk te bieden heeft. Maar ook de lagere 2.10- en 1.10-lijnen klonken heel aardig. Uit onze gesprekken met Ivan en Igor werd snel duidelijk dat Canor een heel technisch bedrijf is. Trots ook, op hun designs en productie-aanpak. Later dit jaar hopen we ter plekke een blik te gaan werpen bij Canor zelf en te ontdekken hoe ze het aanpakken.
Een heel eigen visie
Een luisterkamer verder bij Alpha High End Brasschaat ontmoeten we een dame die in alle rust prachtige muziek staat te demonstreren. Dat op luidsprekers die we al heel lang graag eens wilden beluisteren: Manger. Maar het is een kleiner Duits merk dat niet zo zichtbaar meer is in de Benelux en je niet vaak op shows ontmoet. Het wordt wel geïmporteerd door Alpha High End voor België, maar in Nederland is het merk momenteel niet beschikbaar. Dat ook de eigenaar en ingenieur Daniela Manger erbij is, betekent dat we meteen alles te weten komen over de bijzondere weergevers van het merk, onmiddellijk herkenbaar aan een opvallende stervorm rond hun drivers.
Een sleutelrol is inderdaad weggelegd voor die Manger Sound Transducer. De ontwikkeling van deze driver startte eind jaren zestig bij Josef M. Manger, de oprichter van het bedrijf die in 2016 overleed. Hij vond dat luidsprekers met dynamische drivers – het type die het meest gebruikt worden – nooit realistisch klonken.
Hij concludeerde dat dit kwam door de relatief hoge massa van die drivers en hoe ze werken, legt Daniela Manger uit: “Door die massa en de veeractie behouden conventionele drivers veel energie, waardoor ze transiënten (de korte, piekende aanvangsfase van elk geluid) niet goed reproduceren. Sommige luidsprekers klinken hierdoor heel helder of agressief.”
“Onze driver heeft geen piston, maar heeft een membraam dat buigt. Het is geconstrueerd uit meerdere lagen in verschillende diktes, waardoor het mechanisch andere frequenties produceert. Hoge tonen aan de binnenkant, lagere tonen aan de buitenkant. De stervorm aan de buitenkant voorkomt dat die lagere frequenties naar de kern worden weerkaatst.”
“Een ander voordeel van de transducer is dat het heel snel is en muzieksignaal heel correct weergeeft. Het kan ook een heel breed frequentiebereik weergeven. In onze luidsprekers begint de transducer vanaf 360 Hz. De woofer die erbij hoort moet dus over een kleiner bereik spelen dan bij een typische luidspreker.”
Dat de Manger-luidsprekers een eigen sound hebben, dan konden we tijdens de demonstraties wel horen. Heel licht, snel, detailrijk. Het bedrijf bouwt zowel passieve luidsprekers als (volledig analoge, een DSP wordt niet toegepast) actieve modellen, telkens verpakt in slanke behuizingen met afgeronde hoeken. We waren vooral onder de indruk van de actieve s1 die afwisselend met de passieve p2 werd gedemonstreerd. Al klonk die laatste zeker niet slecht, onder meer in combinatie met een Linn Klimax DSM die zorgde voor een geslaagd laagfundament. Bij de demonstraties viel wel op hoe het indraaien echt wel een must is.
Het is een speaker voor de kritische luisteraar en detailzoeker, was onze indruk. “Wij verkopen inderdaad veel aan muzikanten en kenners”, hoorden we van Daniela – en dat werd later toevallig ook door Chris van Alpha High End herhaald. De natuurlijke timbre en beeldvorming is voor zo’n kritisch oor wellicht een verademing.
Lees ook het showverslag van het event bij Alpha High End eerder deze maand.