Kleine hifi met grote spierballen, dat is samengevat waar Cyrus Audio voor staat. En dat de Built-in-Britain-versterkers niet per se alles-in-één-modellen zijn, dat blijkt ook als we de nieuwe Classic PRE en Stereo 200-versterker op bezoek krijgen. Of hoe je een traditionele en krachtige voor- en nacombinatie dankzij een compacte vorm tóch de woonkamer binnengesmokkeld krijgt.
Cyrus Audio
Moet échte hifi per se een ton wegen en veel plaats innemen? Vraag het pakweg aan McIntosh en co, en het antwoord is een volmondige “ja”. Stel de vraag echter aan de Britten van Cyrus en je krijgt iets heel anders te horen. Het bedrijf hamert er al vele jaren op dat een grote omvang en veel kilo’s in de weegschaal leggen geen vereiste zijn voor een goede geluidskwaliteit. En dus blijven ze koppig apparaten bouwen met een kleine voetafdruk maar wel veel technologie onder de motorkap. Het heeft het merk een schare trouwe fans opgeleverd.
Eerder bekeken we van Cyrus Audio alles-in-één een versterker met streaming ingebouwd: de One Cast. “Aha”, zegt de klassieke audiofiel dan, “maar is zo’n alleskunner met allerlei streamingtoestanden wel volbloed-hifi?” Dié vermoeiende discussie gaan we hier echter niet voeren, want in deze test kijken we naar de PRE-voorversterker en de Stereo 200-eindtrap van Cyrus. Een pre/power-combinatie? Veel meer ‘hifi’ kan het niet worden, lijkt ons.
Nieuw en oud
Het brein in dit Cyrus-systeem is de Classic PRE. Als je het toestel onder ogen krijgt en al vertrouwd bent met die kenmerkende Cyrus-ontwerptaal, denk je misschien: “Deze ken ik al”. Maar dat zegt meer over de conservatieve kijk qua industrieel design die het merk aanhoudt, dan over het toestel zelf. De PRE is namelijk een grondige update van een voorversterker die nu bijna tien jaar oud is. Het is zelfs een van de twee nieuwe toestellen binnen de geactualiseerde Classic-lijn van de Britten (de andere toestellen volgen nog, luidt het).
Een van de nieuwe zaken is dat er verder wordt gewerkt met inzichten die voortkwamen uit de hogere XR-lijn. Die verscheen in 2021 en betekende voor Cyrus een herbronnen op vlak van technologie. Het topmodel, de i9-XR, wist ons een jaar geleden te overtuigen. Bij de nieuwe PRE leidde die inzichten tot het volledig hertekenen van de circuits en het vervangen van de meerderheid van de onderdelen, zegt Cyrus.
De Stereo 200 is dan weer wat langer op de markt, maar blijft actueel. Officieel levert deze kleine eindtrap dapper 203 Watt per kanaal. Dat is bij 6-Ohm speakers; omgerekend naar 8 Ohm kom je uit op iets meer dan 150 Watt per kanaal. Dat mag je gerust een zeer respectabel cijfer noemen. En toch zo klein? Dat kan omdat Cyrus klasse D-technologie gebruiken (die ze overigens ook elders toepassen). Zelf laat de fabrikant het woord ‘hybride’ vallen, maar dat wil niet zeggen dat er solid-state met buizenversterking wordt gecombineerd. Wel wil Cyrus hiermee aangeven dat het de zuinige klasse D-versterking huwt met een lineaire voeding.
De kin trots vooruit
Bescheiden afmetingen vormen de kern van de Cyrus-identiteit. De meeste toestellen die de Britten bouwen delen bovendien een heel eigen look. De hoogte en breedte is daarbij beperkt gehouden, terwijl de diepte ongeveer gelijk is aan een typisch hifi-apparaat. Hierdoor zijn de toestellen langwerpig, en kun je ze makkelijk kwijt op een tv-meubel of een lage kast. Dat is wel echt een troef. Qua breedte zitten ze tussen een derde en de helft van het standaard gevormde Primare PRE35/A35.8-systeem dat ernaast in de testruimte geparkeerd staat (de review daarvan volgt later deze maand, red.). Als je dan bekabeling bij de Cyrus slim aanpakt en wegwerkt, kun je eindigen met een bescheiden muziekset die heel discreet in de kamer staat.
De Cyrus-toestellen pronken onder meer met een heel herkenbaar voorpaneel, met een ‘kin’ die op ongeveer een kwart van de onderkant naar voren springt. Die uitstulping wordt aan beide kanten begrensd met driehoekige vlakken, heel wat boeiender om naar te kijken dan vele hifi-apparaten.
De PRE pakt bovendien uit met een klein schermpje. Een groene display uiteraard, ook dat is typisch voor het merk. Hierop zie je tijdens het luisteren de gekozen ingang; zet je muziek stiller of luider, dan zie je even ook het volumeniveau. Basisinformatie, dus. Samen met het betrekkelijk ruim aanbod aan knoppen en het hoekig design geeft dat schermpje een wat technische uitstraling aan de voorversterker.
De apparaten zijn compact, de remote dus ook? Maar neen, als er een ding full-sized is bij Cyrus, dan is het wel de afstandsbediening. Het is een kloek ding dat je niet het gevoel zal geven dat je iets goedkoops in de hand gestopt krijgt. Een metalen bovenplaat met verlichte knoppen maken het gebruik makkelijk, ook in een woonkamer die bij het filmkijken verduisterd is.
Propvol aansluitingen
Het blijft toch verbazingwekkend hoe fabrikanten zoals Cyrus zoveel aansluitingen op een heel beperkte oppervlakte kunnen plaatsen. Bij de PRE is alles qua analoge in- en uitgangen bovenaan verzameld, met de MM-compatibele ingang voor de platenspeler in het midden. Rechts vind je verder nog vier cinch-paren om een bron zoals een cd-speler of streamer aan te sluiten. Onderaan zijn er vier digitale inputs (twee coaxiale, twee optische) als je liever de DAC van de PRE gebruikt. Terzijde: Cyrus is een van de weinige merken die nog zowel cd-spelers (met eigen DAC) als cd-transports (digitaal aan te sluiten) aanbiedt. Een van die optische inputs kun je trouwens ook inzetten om de PRE te verbinden met je televisie. Wil je muziek streamen? Dan moet je elders nog een oplossing zoeken.
Links van de phono-ingang zijn (bijna) alle uitgangen voorzien. Als je de PRE met cinchkabels aansluit op een eindtrap zoals de Stereo 200, zorg dan zeker dat je de Pre-out-paar neemt en niet de Fixed Out-uitgangen er net naast. Je kunt ook een gebalanceerde verbinding leggen naar een eindtrap, via de twee XLR-uitgangen helemaal links en rechts op het apparaat. Niet echt een pluspunt in combinatie met de Stereo 200. Wél interessant als je bijvoorbeeld de Classic PRE gebruikt om een analoge actieve speakers (zoals ELAC’s Navis-modellen) aan te sturen. De MC Bus-connecties zijn er als je een setje bouwt met Cyrus-apparaten. Het enige minpunt op connectievlak is de plaatsing van de hoofdtelefoonuitgang: ook op de achterkant. Om dit praktisch te houden – en zeker als je vaak van hoofdtelefoon wisselt – investeer je best in een kleine verlengkabel.
SID
En hoe zit het met die excentrieke DIN-connector op de achterkant van de PRE? Zoals wel vaker bij Cyrus kun je upgraden met een betere voeding. Dat doe je met de PSX-R. Je deze aan via een speciale DIN-ingang, en het wordt hoofdzakelijk gebruikt om het analoge gedeelte van stroom te voorzien. Dat is de voorversterker en alles wat volgt op de DA-converter, stelt de fabrikant. Opteer je niet voor de PSX-R, dan gebruikt de PRE de ingebouwde kloeke 74 VA-ringkernstroomtransformator.
De voeding is bij de Stereo 200 ook een aandachtspunt geweest. Als je onder de motorkap van de eindtrap loert, ontdek je dat meteen. Intern wordt een aanzienlijk deel van de beschikbare ruimte ingenomen door een kloeke ringkerntransformator, met voldoende ruimte errond om het hoofd koel te houden. Die grote voeding verklaart ook waarom we bij het uitpakken van de Stereo 200 iets meer te tillen hadden dan de label ‘klasse D’ laat vermoeden.
Een interessante toevoeging aan de Stereo 200 is een functie (SID) die bij het inschakelen het impedantieverloop van de aangesloten speakers checkt. Je moet dus zeker de weergevers aansluiten vooraleer de versterker in het stopcontact te steken. Sowieso een goed idee, dat moeten we je wellicht niet vertellen. Bij een volledige koude start hoor je vanwege SID even een licht pop-geluid en een seconde zacht gezoem.
Geen vrees: het is niet een probleem met je stroomvoorziening, maar wel de test die even wordt uitgevoerd. Als je de Cyrus-set in stand-by plaatst in plaats volledig van de stroom af te koppelen, wordt de test niet opnieuw uitgevoerd als je weer muziek gaat beluisteren.
SQ
Het Cyrus-systeem hadden we langer op bezoek, wat toeliet om verschillende luidsprekers uit te proberen. Zoals de Canton Townus 90 en de Bowers & Wilkins 703 S3 die we ook op test hadden, maar evenzeer onze vaste DALI Rubicon 2-boekenplankspeakers. We zouden wel argumenteren dat je bij de Cyrus passende luidsprekers moet zoeken. De DALI’s en de Bowers & Wilkins-vloerstaanders matchten mooi, het huwelijk met de Cantons leek in dit geval minder geslaagd. Wellicht iets dat onder ‘persoonlijke smaak’ valt.
Het lijkt ons heel fijn om een compact setje zoals deze te combineren met een draaitafel. We zien het al zo: de platenspeler centraal op een meubel, met daarnaast dit klein setje. Dat schijnt Cyrus ook te vinden, gegeven dat ze de PRE voorzien hebben van een phono-voorversterker. We sluiten hierop de ELAC Miracord 80 aan, voorzien van zijn standaard D96-cartridge (eigenlijk een Clearaudio Concept V2 in een ander jasje).
Luisterend naar ‘The Boatman’s Call’ van Nick Cave – we zouden zeggen een album uit betere tijden van de zanger, maar de man is nooit echt happy geweest – zijn we zeer tevreden over wat we horen. De ELAC is verre van een instapmodel natuurlijk, maar de Cyrus-voorversterker toont zich zeker niet als een zwakke schakel in het verhaal. De interne phonotrap presenteert de nummers intimistisch op een donker achtergrond en met een voldoende hoog detailniveau, een waardig complement voor de ELAC-speler.
Op de aangesloten Bowers & Wilkins 703 S3-luidsprekers, die wat meer presence durven laten horen, was het snel opgevallen als er scherp kantjes werden aangebracht, bijvoorbeeld bij de piano op of de trage harmonica op ‘Black Hair’. Maar neen, het blijft heel aangenaam en organisch.
Later hingen we de iFi Audio Neo Stream aan de PRE. Dit zowel digitaal als analoog, om te proeven van het verschil tussen de Burr-Brown-DAC in de iFi Audio als de ESS-convertor in de Cyrus-voorversterker. De Neo Stream is op dit vlak een veelzijdig ding, én het is Roon Ready zodat we op de manier konden streamen die we gewoon zijn. Maar echt een uitgesproken voorkeur voor de DAC in de Cyrus of de iFi Audio hebben we niet – ze kwamen beide even competent over, met mogelijk een tikje meer detail bij de eigen DAC van de PRE.
Iets meer dan 65 jaar geleden dook John Coltrane de studio in voor een intense sessie die leidde tot ‘Blue Train’, een van de meest iconische jazzalbums ooit. Reden genoeg om de heruitgave met de Complete Masters boven te halen. Niet op vinyl, want die versie moeten we nog ontvangen, maar streamen via Qobuz kan ook. En wat een feest, want de sonische signatuur van de Cyrus-set met de 703 S3’s dompelt je overtuigend onder in deze jazzklassiekers. Een zweem van warmte en een open soundstage maakt voor een betrokken luistersessie waar niet enkel de hoornblazers fraai in de schijnwerpers worden gezet.
De vettige textuur van trombone van Curtis Fuller op ‘Moment’s Notice’ bijvoorbeeld, daar luisteren we op deze set met plezier naar, net als de bassolo met strijkstok in de verte die de opnamestudio heel groot laat lijken. Zonder opdringerig te zijn is er daarnaast een fijn detailgevoel, waardoor het vederlichte percussiespel van Philly Joe Jones altijd in de achtergrond rondwaart en fascineert.
Of de 703 S3’s nu extreem moeilijk zijn om aan te sturen, dat gaan we niet beweren. Maar het zijn speakers die toch wel baat hebben bij een betere aansturing, iets dat de Stereo 200 best wel goed aanpakt. De Franse techno op ‘Terre Promise’, een ode aan thuisbasis Bretagne van de artiest Blutch, weet het Cyrus-systeem zo met veel drive en overtuiging aan te leveren. Je zou het niet verwachten van zoiets kleins, maar het lukt heel goed om die dreunende beats groots naar buiten te duwen. En weer is dat omhullende, iets warmere karakter echt aanwezig, solide onderbouwd met een strakker laag. Het maakt voor een ontspannen luisterervaring.
Met de Rubicon 2’s is dat nog meer het geval. De singer-songwriter-deuntjes die Kurt Vile – ex-gitarist van War on Drugs – op ‘(watch my moves)’ tijdens de lockdowns schreef rollen knus uit de DALI-speakers. Fraai ook hoe de slide gitaar op ‘Hey Like a Child’ of het akoestisch gepingel op ‘Jesus on a Wire’ zijn eigen volwaardige plaats op het podium krijgt, terwijl de ingenieuze lyrics van Vile de hoofdrol blijven spelen. ‘Nachtlicht’ van Eef de Visser brengt de Cyrus-set met de DALI’s op gelijkaardige manier heel betrokken en lichtwarm de testruimte in. Het nodigde echt uit om het volume helemaal open te draaien, een neiging die de Cyrus-set moeiteloos kon volgen, ook bij nummers als ‘Stof’ die voorzien zijn van een stevige basonderbouw.
Conclusie
De Britten van Cyrus hebben niet enkel het bouwen van compacte maar toch volwaardige hifi helemaal onder de knie. Vooral het presenteren van muziek op een meeslepende, coherente manier is een sterke kant. De combine van de nieuwe Classic PRE met de Stereo 200 huwt flexibiliteit met verrassend veel vermogen, waardoor je met deze twee kleintjes van Cyrus Audio veel kanten uit kan. Het maakt ook voor een duurder systeem, dat echter wel de beloofde high-endprestaties levert.
Cyrus Classic PRE
2.995 euro | www.cyrusaudio.com
Beoordeling 4,5 op 5
Cyrus Stereo 200
2.895 euro | www.cyrusaudio.com
Beoordeling 4,5 op 5