Na een vruchtbaar en aangenaam bezoek aan AudioTempel in Zwolle, waar een dag lang is geluisterd naar diverse modellen Opera luidsprekers, is een handelbaar model achterin de auto gezet om thuis uitgebreid naar te luisteren. Voor een review is nu eenmaal veel meer tijd nodig dan voor een luisterimpressie. Gekozen is voor de Opera Callas monitor, een tweeweg systeem dat zich aan de top van het leveringspakket van Opera Loudspeakers uit Italië bevindt.
De Opera Callas monitor is een model met een luxe uitstraling in glas, leer en gefineerd hout, dat gezien de ervaring opgedaan in de winkel hoge verwachtingen schept. Opera luidsprekers waren voor ondergetekende bekend als naam, het is de eerste keer dat ik ook thuis uitgebreid kennis mocht maken met deze Italiaanse hoogstandjes. Gemaakt in de regio van Venetië waar meer audiobedrijven een plekje hebben gevonden.
Opera Callas: kennismaking
Opera Loudspeakers is een gevestigde naam, het bedrijf is in 1989 opgericht en produceert in Italië. Opera heeft momenteel twee lijnen luidsprekers, de Classica lijn in een populaire prijsklasse die ook ingezet wordt voor home cinema toepassing en de Callas lijn als hoogste lijn. Opera betrekt zijn units bij Scan-Speak in Denemarken of bij SEAS in Noorwegen en maakt voor de filters gebruik van luchtspoelen en condensatoren van Mundorf.
De Callas Monitor waar het hier over gaat is in alles een echte Opera Callas, alleen ontbeert het model de tweeters aan de achterzijde die een vloerstaand-Callas model wel heeft. Daarvoor is de kast te klein.
De basunit is gelijk aan de middentoonweergever van de grotere Callas Diva en de Grand Callas. Het is een zeven inch SEAS unit met polypropyleen conus en in het midden een faseplug. Via een scheidingfilter met hellingen van 12dB/octaaf op 2kHz is de unit gekoppeld met een één inch Scan-Speak 9700 tweeter met een zijden dome. De Callas meet 42x24,5cm en is 42cm hoog doordat de luidspreker aan de achterzijde oploopt.
De Callas Monitor weegt per stuk 15 kilo. Het akoestisch gehoekte front en de achterzijde is bekleed met kunstleer, de zijkanten met hoogglans walnoot of mahonie houtfineer en de bovenplaat is van zwart glas. De vorm van de kast is die van een luit (waar kennen we dat toch meer van?). Aan de achterzijde zit een bi-wire terminal met een schakelaar om de lage tonen wat te reduceren als de luidspreker heel dicht op de wand staat of in een hoek. Vaak prettig, juist bij een basreflex model zoals ook de Callas Monitor is. Opera geeft aan dat versterkers vanaf 10 Watt voldoende zijn, met zijn rendement van 89dB en een impedantie van 4 Ohm die kan zakken tot 3,2 Ohm vind ik dat aan de bescheiden kant.
Italiaans met Italiaans
Leuk om een Italiaanse luidspreker te koppelen aan mijn eveneens 100 procent Italiaanse Audia Flight versterkercombinatie bestaande uit Strumento No.1 en FLS4. De FLS4 is potent genoeg met 2x 380 Watt aan 4 Ohm. Bron is een keten van Roon software draaiend op een NUC, Melco Audio N10 opslag met S-100 ethernetswitches, Auralic Aries G2.1 streamer en Metrum Acoustics Pavane DAC3.
Kabels AudioQuest, Inakustik en CrystalConnect. Netfilter een AudioQuest Niagara 5000. Callas Loudspeakers levert geen eigen stands, daarom beveelt de importeur bijvoorbeeld de Music Tools Tool One zowel visueel als klankmatig aan. Ik kreeg een paar stands van Solidsteel mee uit Zwolle die mij de juiste hoogte boden. Die plaatste ik op hun beurt op Townshend Podiums om te ontkoppelen van de zwevende vloer. Muziek bestaat uitsluitend uit eigen rip’s van cd of gedownloade en opgeslagen muziek files, zodat de invloed van muziekdiensten niet voor verstoringen in waarneming kan zorgen.
Vrienden worden
Er zijn van die luidsprekers waarmee je vanaf het begin vrienden bent geworden. De Opera Callas is zo’n model. Laat zich gemakkelijk opstellen, zelfs vrij dicht op de achterwand zodat hij maar weinig leefruimte wegneemt. Daarna is elke soort muziek welkom, van swingende jazz tot lastig klassiek werk, pop, wereldmuziek en meer.
Tot de wereldmuziek wordt vaak de Ierse zangeres Mary Black gerekend, waarvan op dit moment een oude cd speelt: “Babes in the wood”. Van die heerlijke muziek die nooit verveelt en zelfs na tientallen malen spelen aangenaam blijft. De Callas weet de muziek los te maken van zichzelf en te projecteren ergens net voor de virtuele lijn die de baffles vormen. Niet opgedrongen, juist mooi op afstand gehouden zonder naar achteren te verdwijnen. Dat naar achteren doorlopen doet het stereobeeld wel, dat zelfs in een opstelling dichtbij de muur verrassend goed overeind blijft.
De stem van Black staat op een aanvaardbare hoogte, de muziek wat lager. Haar stem is zuiver en voor mij herkenbaar, zelfs al is het jaren geleden dat ik een concert van haar kon bezoeken. De bandleden zijn individueel te volgen, piano steekt er op sommige tracks bewust bovenuit, ik denk met dank aan het stevige middengebied dat de weergave opentrekt. Terwijl de bas beheerst onder controle is en de hoge tonen zich niet laten overheersen door een te enthousiast afgestelde tweeter, die dan vervolgens al snel als irritant zou worden ervaren. De Opera Callas is een weergever die rustig zijn werk doet, met veel plezier om de luisteraar te pleasen, zelf niet het middelpunt van de show wil zijn. Geeft ruimte aan de muziek. Hoezeer het mij ook spijt, “Adam at the window” is het laatste wat speel van deze cd. Steeds een stapje harder, omdat het kan en mag met de Callas. De weergave blijft volkomen intact.
Patricia Barber is een artieste die met haar briljante muziek werd omarmt door het audiofiele volk, daarna teveel is gedraaid en vervolgens werd verguisd. Ten onrechte, want het in 2021 uitgekomen album “Clique” bevat veel mooie tracks. Gebleven is het vaak overmatige laag in haar opnames dat kleine monitors laat zingen en de vloerstaander de luisterruimte bol kan laten staan van de staande golven. Juist met een reflexpoort is het slecht hazen vangen met Barber. Oh jee, de Callas heeft een poort aan de achterzijde.
Gelukkig, net als de tweeter is de afstemming rustig gehouden, ondersteunend aan de woofer, mee-ademende, het laag niet opbollend maar naar beneden aan het rekken. Daarom heeft de bas een melodielijn, is slagwerk nadrukkelijk aanwezig, is Barbers stem net als haar pianospel helder en krachtig. De 192/24 FLAC file verbergt de nodige dynamiek en de Callas neemt die ruimhartig over. Barber kan met haar stem ineens luid uit het midden komen, strak gepositioneerd, omgeven door musici, haar piano veel breder onder haar vingers.
De stem van Barber heeft een natuurlijke grootte, is menselijk zoals ze zingt. Niet komende uit een paar onterecht uitvergrotende luidsprekers. De Opera Callas Monitor is nog steeds niet de ideale weergever in deze wereld, maakt wel heerlijk muziek is eigenlijk onopvallend en heel belangrijk: geeft weer zonder dat er nare eigenschappen te herkennen zijn. Er is juist evenwicht, losheid, dynamiek en een mooi stereobeeld.
The blues
Totaal ander genre, de Franse zanger Renaud duwt zijn schorre stem door de conus. Herkenbaar, duidelijk intonatie, ik durf het woord verstaan niet te gebruiken omdat mijn Frans te slecht is. Weer staat de zanger voor de band, is zijn stem op de juiste maat, blijft hij op aangename afstand. Ik ga vermoeden dat zulke eigenschappen zijn ingebakken in het DNA van de Callas. Je hoeft er niet naar te zoeken.
Er is ook geen highres file nodig om de Callas te laten zingen, Renaud is gewoon een gekochte cd, geript en opgeslagen op een Melco combinatie. Toegeven, niet de minste combi, wel eerlijk en als iets slecht is opgenomen dan maakt Melco dat echt niet ineens tot een cd voorzien van een gouden randje. Ik vind het prettig dat naast de stem ook de instrumenten een juist plaatje scheppen. Vullend van links naar rechts en daaraan voorbij. Een muurtje van geluid bouwend, met genoeg openingen om transparant te blijven. Als laatste de gevoelige track “La batterie” van de cd die als titel de naam “Renaud” draagt, uitgebracht in 2016. Mooi, meeslepend en interessant. Zelfs al beluister ik liever een Française, het is mijn echtgenote die Renaud in een Espace Culturel van een Franse supermarkt figuurlijk heeft omarmd.
Into the Blues met Clapton en B.B. King, want “Three o’clock blues” ontsnapt uit een MQA samples compilatie. Dat MQA doet er weinig toe op mijn system, is eerder een nadeel, maar de Opera Callas houdt de muziek overeind. Twee heren die een gevecht op gitaar met elkaar leveren. In een heel breed stereobeeld. Losgekomen van de weergevers die zelf lijken te verdwijnen uit de ruimte. Op een transistorversterker, weliswaar een Italiaanse versterker, maar zonder één buis aan boord. Terwijl de Opera luidsprekers best vaak met buizen worden gecombineerd. Het bedrijf zelfs het pand deelt met Unison Research.
Het maakt de Callas kennelijk niet uit met “wat” hij wordt aangestuurd, wel “hoe” hij wordt aangestuurd. Stop er kwaliteit in en dan maakt hij de luisteraar gelukkig. Want de Callas is transparant genoeg om tekortkoningen in een systeem duidelijk naar voren te brengen. Of in een opname, zoals de gebrekkige dynamiek in Clapton en King waardoor achter de twee gitaren een niet te benoemen, slechts bombastisch geluid opdoemt.
Een heel stuk imposanter is een blues stuk van “Blues Company” op een compilatie-cd van Inakustik. Vette basgitaar, koperblazers, achtergrondzang en een Leslie orgel. Hiermee laat de Callas even horen dat als er BAS moet zijn er ook BAS is. Gecontroleerde bas, strak en kort, niet overheersend. Ineens is de muziek klaar, veel te snel naar mijn zin. Ik pik van dezelfde cd nog “Send for me” met Monty Alexander en swing mee op het open midden, de opzwepende pianoklanken, de bas en de aangetikte bekkens. Prachtig in balans op de Opera Callas.
Zwijmelen bij klassiek
Ik doe mijzelf een plezier en speel “Habanera” gecomponeerd door Pablo de Sarasate. Twee dames spelen het werk: Quirine van Hoek op viool (Combattimento) en Ellen Zijm op accordeon. Een weinig voorkomende combinatie van instrumenten die verassend goed samengaat. Opgenomen in een kerkje door een vakman, hij heeft zowel het directe geluid van de twee instrumenten vastgelegd als de natuurlijke akoestiek. Uitgegeven door de dames in eigen beheer onder de naam “Tapas, De Thuiskomst in Spanje”. Op de laatste track van het album heeft de accordeon de taak van een orgel volledig overgenomen. Het is genieten van de klanken die hun oorsprong vinden in de Spaanse componist en orgelspeler Antonio de Cabezón. Mooi is een understatement.
Tijd voor Bach, tijd voor Anne Akiko Meyers. Zoals zoveel Italiaanse luidsprekers lijken zij altijd te gaan zingen op dit soort klanken. Opera, Diapason, Rosso Fiorentino, Sonus faber, Chario, ik vergeet er zeker nog. Of dat te maken heeft met het uiterlijk, het gebruik van natuurlijke houtsoorten zoals dat ook het geval is in veel van de instrumenten, het gebruik van leer op de baffle, ik weet het niet.
De Opera Callas is een alleskunner, maar met Bach gaat hij echt stralen. Zo fraai neergelegd in de luisterruimte, met veel gevoel, emotie, fijnheid, alsof ik zit in een concertzaal waar iedere aanwezige de adem inhoudt. Violen pittig maar aangenaam, cello en bas aanwezig zonder te overdrijven. Soliste losgelaten maar niet verdwaald. Ik laat de muziek uitspelen en zoek de rest van de dag naar vergelijkbaar werk. De Opera Callas is mijn vriend in veel opzichten.
Andersom
Geheel tegen mijn eigen principe in is de bovenstaande tekst geschreven heel kort nadat de Opera Callas een plekje vond in de luisterruimte. Normaliter luister in naar diverse soorten muziek in een periode van pakweg twee weken om een product te leren kennen voordat ik ga tikken. Of het nu te maken heeft met het recent beluisteren van vier andere Opera modellen of met het aangename karakter van de Opera Callas dat direct naar voren kwam, dat weet ik niet. Feit is wel dat plaatsen van de luidsprekers een fluitje van een cent bleek, dat mijn Italiaanse versterker heerlijk aansloot op het muzikale hart van de Callas en ik mijn favoriete muziek allemaal met plezier kon spelen. De ruime week dat de Callas nog bleef staan is gebruikt om datgene te bevestigen dat mij in het prille begin al inspireerde om de review uit te werken.
Net als de beroemde diva waar deze luidpreker de naam aan dankt is de Opera Callas geen allemansvriend. Je moet ervan kunnen houden, het karakter en de DNA in de armen sluiten om je volledig over te geven de weergave. De Callas Monitor kent een soort weergave die ik als zeer aangenaam heb kunnen ervaren. Compleet en door het ontbreken van opvallende eigenschappen juist opvallend neutraal en volgend wat de aangeboden muziek vraagt. Geen eigenzinnige weergave die het merk zou markeren als “He, dat moet een Opera zijn”.
Een heel gelijkmatig verloop van de frequenties zonder een hoorbare overgang tussen tweeter en woofer. Een ruim stereobeeld dat zich laat uitspreiden in drie dimensies als de opname dat toelaat. Hoge tonen in balans met de basregionen. Middengebied sterk aanwezig zonder enige vorm van opdringerigheid, waar stemmen van gaan profiteren en waar solo-instrumenten door gaan stralen. Weergave in alle rust, wel degelijk levendig zoals het Italiaanse karakter behoort te zijn, opdat lang luisteren mogelijk is en de aandacht vastgehouden blijft.
Wennen aan de Opera Callas was nauwelijks aan de orde, een dag of twee spelen en je vraagt je af of de Callas mogelijk in een vermomming altijd al in de kamer heeft gestaan. Het was de eerste Opera luidspreker in mijn huis, terwijl het merk al sinds 1989 bestaat. Ik heb duidelijk iets laten liggen al die jaren. Recht uit mijn hart aanbevolen voor een grote schare muziekliefhebbers. Oh…. Helemaal vergeten te vertellen, de Opera Callas is voor wat hij biedt aan kwaliteit absoluut een voordelige koop.
Opera Callas Monitor
4.450 euro per paar | www.analogueaudio.nl
Beoordeling 4.5 / 5