De TEAC TN-5BB platenspeler is het topmodel in het brede assortiment van maar liefst negen verschillende platenspelers die deze Japanse hifi fabrikant op de markt brengt. Een zeldzaam hoog aantal dat in het betaalbare segment alleen geëvenaard wordt door specialisten als Thorens of Pro-Ject. TEAC neemt vinyl als geluidsdrager dus zeer serieus. Er is voor elk wat wils, van een uiterst betaalbaar instapmodel met een eenvoudig handbediend OEM loopwerk tot de hier besproken TN-5BB, die in eigen huis is ontwikkeld en serieuze high end aspiraties heeft.
Op mijn verzoek werd de bijpassende PE-505 phonotrap meegeleverd, die een aantal bijzondere features biedt die het leven van de veeleisende vinylofiel veraangenamen. De importeur had er ook nog een verrassing bij gedaan in de vorm van de bijzondere Washi Turntable mat. Een uitermate plezierig analoog samenzijn volgde.
Hifi van TEAC
TEAC is één van de overgebleven ‘grote Japanse hifimerken’ die in de loop er jaren het hoofd boven water hebben weten te houden. Zoals zoveel merken zitten ze inmiddels in de portfolio van een investeringsmaatschappij, maar dat is niet noodzakelijkerwijs slecht nieuws. In tegendeel zelfs, in dit geval, want de TEAC Corporation omvat ook het absolute high-end merk Esoteric en het beroemde pro-audio merk Tascam, en allen doen het uitstekend. De afgelopen jaren schreven verschillende collega’s enthousiaste reviews over TEAC producten (recentelijk nog over de TEAC UD-701 netwerkspeler en een bijbehorende AP-701 eindversterker) dus toen ik de vraag kreeg of ik mijn Thorens TD125 en PhonoDude phonotrap aan de kant wilde zetten voor deze TEAC set stemde ik enthousiast in.
TEAC TN-5BB Platenspeler in detail
De TEAC TN-5BB is een strak en luxueus ogende snaar-aangedreven platenspeler die een aantal interessante technieken bevat. Zo heeft de speler een bijna 9 kilo wegend hybride chassis uit verschillende materialen, die samen voor een reductie van ongewenste resonanties zorgen. De pianozwart gelakte onderkant van het chassis is gefreesd uit een 36 millimeter dikke MDF plaat met een hoge inwendige demping. Op dit deel van het chassis is de vibratie-arme motor gemonteerd. Het lager en de toonarm zijn gemonteerd op de 12 millimeter dikke bovenplaat van synthetisch marmer, eveneens zwart van kleur maar met een subtiele ‘sparkle’ erin.
Tussen deze twee materialen, die samen al voor een ‘méér dan de som der delen’ demping van resonanties zorgen, is als pakking een laag traditioneel Japans Washi-papier aangebracht. Na te hebben geëxperimenteerd met meer voor de hand liggende materialen als rubber en metaal kwam TEAC tot de conclusie dat Washi-papier de meest natuurlijke muzikale klank bracht. De speler staat op in hoogte verstelbare metalen voeten die van dempende anti-slip pads zijn voorzien. De bijgeleverde stofkap wordt met kunststof scharnieren aan de console bevestigd. De kap is relatief eenvoudig te verwijderen, voor wie omwille van het uitsluiten van akoestische feedback de voorkeur geeft aan ‘dakloos’ platen draaien. Maar ik nam geen klankmatig verschil waar tussen ‘kap eraf’ en ‘kap open’ dus je hoeft hem er niet per se af te halen.
De toonarm werd ontwikkeld in samenwerking met de roemruchte Japanse toonarm specialist SAEC. Deze arm is voorzien van een ‘knife-edge’ bearing, oftewel een meslager, een techniek die we uit vervlogen hoogtijdagen onder andere nog kennen van de legendarische SME 3000-serie armen, maar ook van de laatste generatie Jelco armen. De armbekabeling is eveneens door SAEC ontwikkeld volgens het PC-Triple C proces, waarbij Triple C (of CCC) staat voor Continuous Crystal Casting. Een gegoten kabel die uit één enkel kristal bestaat derhalve.
Het 20 millimeter dikke en 1,8 kilo wegende plateau van acryl heeft een gat voorzien van een messing binnenring. Het valt daarmee nauwsluitend rond de centrale as, die uiterst soepel in het gesloten middenlager draait. Het plateau is voorzien van een markering voor een sensor waarmee eventuele variaties in de draaisnelheid worden teruggekoppeld naar een servo die de rotatie stabiel houdt. Hierdoor wordt zelfs het minimale snelheidsverlies gecompenseerd dat wordt veroorzaakt door de mechanische weerstand die de naald in de groef ondervindt, beter bekend als needle drag. Dit Platter Rotation Sensing Servo System (PRS3) geeft dus een betere snelheidsstabiliteit dan alleen de inertie van het bijna twee kilo wegende plateau.
De RPM app in mijn iPhone gaf een voorbeeldige 33.33 rpm aan, op 45 rpm was de afwijking minder dan 0,2 rpm. De platte, nauwkeurig geslepen riem zonder lasnaad valt om de buitenkant van het plateau en draait op de messing pulley van de links achteraan gemonteerde 12 Volt DC motor. De motor en pulley worden afgedekt met een los meegeleverd (gedempt!) metalen kapje dat voorzien is van twee verticale sleuven waar de riem doorheen loopt, en een kleine uitsparing die zodanig over een nokje op het chassis valt dat de riem het kapje nooit raakt. Uiterst doordacht en perfect uitgevoerd!
De arm heeft een S-vorm en is voorzien van een uit aluminium gegoten headshell die middels een zgn. SME-connector kan worden losgekoppeld. Puristen zullen betogen dat een arm en headshell uit één stuk een hogere rigiditeit biedt, en dat klopt ook, maar de uitgeoefende krachten zijn zodanig klein dat dat nauwelijks hoorbaar verschil maakt. Bovendien kan een goede ontkoppeling tussen arm en headshell juist behulpzaam zijn bij het tegengaan van ongewenste resonanties, en een losse headshell maakt het monteren van een ander element ook een heel stuk eenvoudiger en veiliger.
De arm is ‘static balance’ wat betekent dat hij puur op de zwaartekracht gebalanceerd wordt, zonder ondersteuning van een veer (dynamic balance). De armbekabeling is gemaakt van PC Triple C koper, een ontwikkeling van SAEC, maar loopt niet door tot aan de RCA connectoren. De TEAC TN-5BB is namelijk voorzien van zowel een ongebalanceerde RCA uitgang als van een gebalanceerde XLR uitgang. Een gebalanceerde verbinding met de phonotrap is alleen zinvol bij MC elementen, maar de speler komt af fabriek met een (overigens perfect ingebouwd) Ortofon 2M Red element. Zo heb ik de speler dan ook beluisterd en beoordeeld. Mocht je er een ander (MC) element in willen bouwen, dan kun je voor het instellen van de juiste offset-geometrie gebruik maken van de meegeleverde protractor.
MM en MC - hoe zat dat ook weer?
De arm is middels inbusboutjes in hoogte te verstellen (VTA) maar ook de axiale rotatie (azimut) kan worden aangepast, waardoor de naald altijd onder de juiste hoek en perfect recht in de groef kan staan. Een gebalanceerde kabel zit er niet bij, maar een eenvoudige doch deugdelijke RCA kabel wordt wél meegeleverd, evenals een losse aarde-draad.
De bediening is zeer intuïtief. Door de speler met de On/Stand-by knop op de achterzijde ‘aan’ te zetten kun je de met de vier-standen draaiknop op het chassis het plateau in beweging brengen (0, 33, 45 of 78 toeren). De elektrische armlift bedien je met een drukknop die voorzien is van een gele LED indicatie voor ‘omhoog’.
Aan het eind van de plaat wordt de arm automatisch uit de eindgroef getild en stopt het plateau met draaien. Wanneer je de arm vervolgens naar de rustpositie brengt - en de knop voor de snelheid niet terug op 0 hebt gezet - start het plateau weer met draaien. De armlift-automaat werkte bij elk afgespeeld album feilloos. De motor van de armlift maakt wel enig geluid, maar storend is het niet. De motor die het plateau aandrijft draait overigens doodstil en trillingsvrij.
De TEAC PE-505 Phonotrap in detail
De fraaie en degelijk gebouwde behuizing van de PE-505 phonotrap staat op drie metalen voetjes met ingebouwde spikes. Een setje zelfklevende antislip-pads voor onder de voetjes wordt meegeleverd. De kleine handvatten links en rechts op het front zijn mijns inziens meer een knipoog naar de pro-wereld dan dat ze echt een doel dienen, maar ik vind het een mooi en markant ontwerpdetail. De PE-505 is aan de achterzijde voorzien van zowel ongebalanceerde als gebalanceerde in- én uitgangen en een aardpunt. De elektronische schakeling is ook écht van input tot output volledig dubbel-mono opgebouwd.
De achterzijde is keurig overzichtelijk ingedeeld, maar de voorzijde is waar ‘the magic happens’. Uiterst links zit de ‘on/stand by’ knop, met daarnaast de schakelaar om de gain voor zowel MM als MC elementen te verhogen als dat gewenst is. Het verschil tussen Low Gain en High Gain is 12dB. Dat is ruim, maar zelfs met de 12dB boost is de gain van de MC ingang ‘slechts’ 66dB, wat aan de lage kant is om bepaalde super low output MC elementen op een betrekkelijk normaal volume laten spelen. Naast de gain-booster zit een grote draaiknop waarmee de ‘load’ van zowel MC als MM elementen kan worden ingesteld.
MC elementen moeten worden ‘afgesloten’ met een bepaalde weerstand om een rechte frequentiekarakteristiek te krijgen, MM elementen kun je ‘tunen’ met een capacitieve belasting. Voor MC kun je kiezen voor afsluit-impedanties van 10, 22, 47, 100, 220, 470 en 1k?, voor MM elementen kun je een toegevoegde capaciteit van 0, 100, 220, 330pF kiezen. Het voert te ver om hier de exacte werking van ‘cartridge loading’ uit te leggen, maar als vuistregel kun je aanhouden dat zowel een hogere impedantie als capaciteit resulteert in een toename van de hoge tonen. De draaiknop voor de loading heeft ook een demagnetiseerstand voor MC elementen met een ijzeren kern of een ingebouwde step up trafo (bepaalde SPU’s van Ortofon hadden dat). De procedure wordt duidelijk uitgelegd in de handleiding en is - in tegenstelling tot de indianenverhalen die je er soms op fora over leest - volkomen veilig. Af en toe demagnetiseren van MC elementen houdt de weergave fris en fruitig.
Aan de rechterkant van het front zit een tweede draaiknop waarmee de standaard RIAA-EQ curve kan worden gekozen, alsmede de twee meest gebruikelijke historische curves van Decca en Columbia. Uiterst rechts zitten een bronkeuzeschakelaar voor de MM of MC ingang, en drukknoppen voor mono en het subsonic filter. De meest opvallende feature op het front is echter de centraal geplaatste ronde meter waarvan de verlichting met een drukknop ernaast in vier stappen te dimmen is.
De meter kan desgewenst zelfs helemaal uitgeschakeld worden. Deze meter heeft twee functies. In de normale stand geeft hij aan hoe groot het aandeel subsonisch geluid in het afgetaste signaal is. Een te hoge hoeveelheid subsonisch geluid laat de woofers ‘dansen’ terwijl er geen geluid is, en tijdens muziek veroorzaakt dit een hoorbaar zwevend ‘doppler’ effect dat nog het meeste lijkt op het geluid van een choruspedaal. Als het aandeel subsonisch geluid te hoog is kun je dat wegfilteren met behulp van het, de naam zegt het al, ‘subsonic filter’. Een andere functie van deze meter, en die vind ik echt superdeluxe, is dat je er de optimale afsluitweerstand van je MC element mee kunt vaststellen, en die vervolgens met de draaiknop links kunt kiezen. Zeer handig!
Luisteren naar de TEAC TN-5BB en PE-505
Zoals ik aan het begin van deze review al schreef namen de TEAC platenspeler en phonotrap de plaats in van mijn gerestaureerde Thorens TD125 met 10 inch Jelco arm en HA-103C element, en de buizen-Phonodude. De gebruikte versterker was als altijd mijn PrimaLuna EVO400i, aan Kharma prototype luidsprekers. Alle bekabeling was van AudioQuest.
Het eerste album dat ik direct op het gematteerde acryl van het plateau neervlijde was Knot van de Amsterdamse band NITS. Deze prachtige opname (gemaakt in hun Werf studio, waarvan ik ten tijde van deze review nog niet wist dat die op maandag 16 mei 2022 tot de grond zou afbranden, een zware slag…) is intiem maar toch zeer open. Het mooiste nummer vind ik The Concrete House op kant A. Een trage, melancholieke ballade waarin stilte en (enórme) ruimtelijkheid een even rote rol spelen als dynamiek en klankkleur.
Het klonk zeer goed, ik verbaasde me zelfs over de verfijning en detaillering van het relatief eenvoudige Ortofon 2M element, maar toch hoorde ik ook weer waarom ik er geen fan van ben om platen rechtsreeks op een acryl plateau neer te leggen. De materiaal-eigenschappen mogen dan wel heel dicht bij die van vinyl liggen, waardoor ongewenste resonanties naar verluidt effectiever worden afgevoerd, maar de matige ‘grip’ die een glad en hard plateau op het vinyl heeft geeft in mijn oren altijd - en hier dus ook - een verlies aan ‘drive’. Ook hoorde ik een bepaalde onrust in het hoog die naar mijn mening te maken had met reflecties tussen plaat en plateau juist omdát er geen dempende laag tussen zat in de vorm van een mat.
Met de TEAC TA-TS30UN-BW Washi mat
Dus haalde ik de plaat eraf en legde ik de als verrassing meegeleverde TA-TS30UN-BW Washi mat op het plateau. Deze dunne maar stevige - en met 44 gram verrassend zware - mat bestaat uit drie lagen. De buitenste twee zijn traditioneel Washi papier dat in dit geval werd vervaardigd met vezels van de papiermoerbei boom. De variant die TEAC gebruikt bevat zeer grove vezels, die de mat niet alleen een fraai uiterlijk en een beetje reliëf geven, maar die door hun random oriëntatie ook zeer goed trillingen dempen. Tussen deze twee lagen Washi zit zogenoemd ‘steenpapier’. Dat ‘papier’ bestaat voor het grootste deel uit zeer fijngemalen calciumcarbonaat (oftewel kalk), waar samen met polyethyleen als vulstof een dun vel van wordt gemaakt met een relatief hoog soortelijk gewicht en - voor deze toepassing - een hoge inwendige demping. Een bijkomend voordeel is dat deze mat uitstekende antistatische eigenschappen heeft.
Omdat de TEAC Washi mat minder dan een millimeter dik is - en kaarsrecht - hoef je de VTA niet bij te stellen, en de verbetering van de weergave is wat mij betreft evident. Het vleugje ‘hardheid’ dat ik met de plaat rechtstreeks op het plateau hoorde was helemaal weg, zonder dat er aan detaillering en ruimtelijkheid werd ingeboet. Ook kreeg de muziek een betere ritmische drive, wat voor een grotere aanstekelijkheid zorgde. De Washi mat van TEAC heeft een sneeuwwitte en een grijze kant (op die laatste zijn de grove witte vezels goed zichtbaar) maar het verschil bleek uitsluitend esthetisch te zijn. Er is geen klankverschil tussen beide zijdes. Mooi is het echter wel wanneer er geen plaat op het plateau ligt. Ik vond de werking dusdanig goed dat ik om een factuur voor het demo-exemplaar heb gevraagd. Dit is mijn nieuwe go-to mat voor platenspelers met een massief, hard plateau zoals Acryl of Delrin, waarbij het eigenlijk de bedoeling is dat je de plaat direct op dat harde plateau legt.
De mat is de rest van de reviewperiode niet meer van de speler af geweest. De weidse elektronische ambient van het album Island People van Island People toverde een behoorlijk grote bubbel van geluid in mijn luisterruimte, met laag dat de bank regelmatig deed trillen. De dromerige psychedelica van het album Alien Subspace van Edward Ka-Spel en Motion Kapture bracht me zonder aanvullende genotsmiddelen (nou ja, een goed glas single malt…) in hogere sferen met de lethargische zang van onheilspoëet Ka-Spel en de traag evoluerende sequences van Stefano Rossello. De esoterische droompop van Rain Tree Crow, een eenmalig project van de leden van de groep Japan, is fantastisch geproduceerd en deze combinatie laat zeer goed horen dat de heruitgave uit 2019 niet onderdoet voor de originele persing uit 1991.
Tot slot nog een speciale vermelding voor een mooie uitgave op het Excelsior-label: het album Zwart Glimmend Chroom van Asfaltfeeën, een samenwerking van dichter Ingmar Heytze, gitarist Johan Borger en soundscape-artist Cor van Ingen. Niet alleen werd deze uitzonderlijk warme en ruimtelijke opname groots en meeslepend weergegeven, ook de verstaanbaarheid van de stem was erg goed.
Wat ik ook speelde, het klonk zelfverzekerd, kleurrijk en in balans. Hoe een platenspeler klinkt is enerzijds vooral toe te schrijven aan het element, maar in dit geval zeer zeker ook aan de gebruikte phonotrap. Ik heb het Ortofon 2M Red element (zonder extra toegevoegde capaciteit) nog nooit zo goed horen klinken. De weergave was krachtig, dynamisch en kleurrijk, maar ook ruimschoots gedetailleerd genoeg. Ik denk echter dat je in deze arm ook gemakkelijk een element tot pakweg 600 euro zou kunnen hangen.
De effectieve massa van de arm wordt niet gespecificeerd, maar gezien de specificaties zal die gewoon gemiddeld zijn, en dus komen ook de meeste moderne elementen in aanmerking. Niet alleen MM, ik zou er bijvoorbeeld ook wel eens het Audio Technica AT-33EV MC element in willen horen, of mijn eigen HA-103C. De PE-505 phonotrap laat zich moeiteloos op beide aanpassen.
Conclusie
TEAC heeft mij verrast met deze hoogwaardige combinatie van platenspeler en phonotrap. De TN-5BB en PE-505 kosten bij elkaar een aanzienlijk bedrag, maar daar krijg je ook wat voor. Zó hoort analoge weergave mijns inziens te werken en te klinken: probleemloos, intuïtief, kleurrijk, dynamisch en vooral heel erg lekker. Ik vind het strakke hoogglans zwart met mat zilveren uiterlijk van de platenspeler zeer geslaagd, en het glinsterende kunstmarmer geeft de speler een kostbare aanblik. Met de manual binnen handbereik is de opbouw heel goed zelf te doen, maar een serieuze vakspecialist zal dat na aankoop graag voor je doen - en dan voor de zekerheid meteen de instellingen een keer nalopen.
De phonotrap biedt veel nuttige functies, ziet er met zijn verlichte ronde meter lekker ‘analoog’ uit en klinkt voortreffelijk. Als er iets op het geheel aan te merken is dan zou ik TEAC adviseren om de Ortofon 2M Red op zijn minst te vervangen voor een 2M Blue, of de koper de optie te bieden om de speler zónder element aan te schaffen. Maar méér spijkers kon ik zelfs op zéér laag water niet vinden. De TEAC TA-TS30UN-BW Washi mat was een extraatje, maar pakte uit als een grote verrassing en een echte no-brainer. Fraai en zeer betaalbaar, en een goede klankmatige aanvulling. Vooral de combinatie, maar ook als losse componenten doen mijn vinylminnende hart sneller kloppen. Van ganser harte aanbevolen!
TEAC TN-5BB platenspeler | 1799 euro | 4.5 / 5
TEAC PE-505 phonotrap | 1699 euro| beoordeling 5 / 5
TEAC TA-TS30UN-BW Washi mat | 29 euro | beoordeling 5 / 5
www.aqipa.com