REVIEWMeze

Review Meze Audio Elite: ja, het kan nog beter

Jamie Biesemans | 20 oktober 2021 | Meze

SAMENVATTING

De originele Empyrean was al een ambitieuze poging van Meze Audio om een uniek vlaggenschip te water te laten. Met de Elite bewijst het Roemeense merk daar niet tevreden mee te zijn, en dat het nog verder kan groeien in het topsegment.

PLUSPUNTEN

  • Riant en luxueuzer kan bijna niet
  • Snel en gecontroleerd
  • Indrukwekkend diepe en gedetailleerde basextensie
  • Zeer comfortabel
  • Driedimensionaliteit

MINPUNTEN

  • Hogere prijsklasse
  • Geen ultiem fijndetailmonster

Hoe kon Meze Audio de fijnzinnige Empyrean overstijgen, wellicht de hoofdtelefoon die het meest het etiket 'kunstwerk' verdient? Een onmogelijke opdracht, leek het wel, maar met de nodige tweaks en verbeteringen aan de unieke driver werd het toch mogelijk om een Elite-editie te creëren. ‘Elite’ is natuurlijk wel écht een boude claim. Dat moet je durven – en kunnen waarmaken.

Meze Audio

Meze Audio is toch wel een geval apart in de headfi-wereld. Eerst, vanuit een uithoek in Roemenië, de zeer fraaie gesloten 99 Classics-hoofdtelefoon uitbrengen met een origineel hout-en-metaaldesign en meteen scoren met een fraaie sound voor een heel redelijke 299 euro. Dan uitpakken met een vlaggenschip, de Empyrean, dat resoluut op de top mikte. Opvallen deed het dankzij een geraffineerd open ontwerp dat niet zou misstaan in de vitrine van een juwelier of rustend op een designsofa in een interieurmagazine.

Bovendien concludeerde Meze tussendoor dat smaken evolueren en bracht het die Empyrean uit in iets andere afwerkingen. Toen we de Empyrean in 2019 testte, was hij beschikbaar in een donkere versie. Nu kun je hem krijgen in een Jet Black- of een heel oogstrelende Black Copper-uitvoering. Heel even was er ook ter gelegenheid van het tienjarige jubileum van het merk een bijzondere handgeschilderde rood-zwarte Phoenix-editie.

De gloednieuwe Elite die we hier in primeur bekijken lijkt sterk op de Empyrean, maar is veel meer dan een nieuwe kleuruitvoering van de Empyrean. Het is een verder geëvolueerde hoofdtelefoon. Een totaal nieuw model dus. Weliswaar met een gelijkaardig design en drivertechnologie. Je ziet dus misschien niet meteen dat het hier een nieuw topmodel betreft – maar dat is het wel.

Een waardevol koffertje

We ontdekten dit al toen we de originele Empyrean op bezoek kregen voor een test: je krijgt deze hoofdtelefoon niet in een karige kartonnen doos aangeleverd. Integendeel, Meze Audio verpakt hem in een lichtmetalen koffer die in een Hollywood-productie ongetwijfeld een pak drugsdollars of een lading semtex zou bevatten.

Gelukkig moet je niet twijfelen over het doorknippen van de rode dan wel blauwe draad, en kun je gewoon de Elite uit zijn beschermende omgeving tillen. Dat mag je gerust zo stellen, want dankzij schuimrubber met uitgesneden vormen zit dit kostbare ding er helemaal knus en veilig in. Van de test van de oorspronkelijke Empyrean herinneren we nog dat dit koffertje heel vingerafdrukgevoelig was, maar we verstaan dat Meze kort na die primeurreview overschakelde op een mattere en minder gevoelige afwerking. Wat we bij de Elite ontvangen heeft er minder last van en ziet er prima uit. In elk geval, als je op reis wil met je kostbare koptelefoon heb je meteen een manier om het te vervoeren. Globetrottende headfi’ers: laat ons weten wat de security ervan vond toen je in de luchthaven het koffertje op de band voor de röntgenmachine plaatste.

In de koffer vind je naast de hoofdtelefoon een lange kabel met een ongebalanceerde 6,3-mm jack (andere keuzes, waaronder XLR4, zijn mogelijk). De Elite gebruikt dezelfde connectors als de Empyrean, waardoor de upgradekabels in de handel probleemloos op de nieuwe Meze passen.

Dankzij de fraaie stoffen mantel oogt deze snoer even chique als de Elite zelf. Meze levert daarnaast extra oorkussens mee. Niet omdat ze snel verslijten, wel om je een manier te geven om de Elite klankmatig wat te tunen. De gemonteerde oorkussens zijn namelijk uit leder en Alcantara, de extra set is uit velours én is dikker. Dat verschil is niet enkel te merken op comfortgebied, het materiaal waaruit de oorkussens zijn gemaakt beïnvloedt ook het klankkarakter. Dit is geen voodoo, het is al langer bekend bij hoofdtelefoonontwerpers en headfi’ers die graag tweaken aan de tuning. Enorm pluspunt hier: het wisselen van de oorkussens gaat heel eenvoudig. Ze hangen vast via een magnetisch systeem (gebruik makend van het magnetisme van de drivers, nota bene) waardoor je gewoon even hard moet trekken om de kussens eraf te halen. En toch zitten ze muurvast tijdens het gebruik.

Tot in de kleinste details

Is de Empyrean de mooiste hoofdtelefoon van het moment? Smaken verschillen uiteraard en mensen die de voorkeur geven aan puur minimalisme zullen hier wellicht minder voor vallen. Maar ook zij zullen moeten toegeven dat de Elite een geweldig designstatement is. Dat wordt wel meteen duidelijk als je de foto’s bij deze review bekijkt. Wat je echter niet van afbeeldingen kunt afleiden, is hoe knap de afwerking wel is. Ook – en misschien wel vooral – op detailniveau. Kijk maar eens naar het fijne reliëfpatroon op de buitenkant van de driverbehuizing of waar de twee hoofdbanden (een stugge metalen boog en een soepele lederen band) samenkomen. De fijne details die van heel nabij blijken te kloppen, dat is iets dat je eveneens bij echte luxevoorwerpen ziet.

Ook de ingenieuze scharnieren die de beugel verbinden met de hoofdband zijn een sterk staaltje engineering. Het ziet er gewoonweg niet uit als een scharnier, maar toch kun je de driverbehuizing in het verticale vlak heen en weer bewegen én kan elk toestel 360° draaien. Dat heb je niet echt nodig – dit is geen DJ-koptelefoon – maar de enorme vrijheid van bewegen laat wel toe om echt de perfecte pasvorm te vinden.

Qua draagcomfort is de Elite dan ook een positieve uitschieter. Er zijn sommige fabrikanten die lijken te geloven dat een flagship zwaar mag zijn en dat een beetje lijden erbij hoort, maar we verkiezen toch dit: een topmodel dat je wél uren kunt dragen. Dat komt door de uitgekiende draagbeugel en gewichtsverdeling, waardoor je die 420 gram nauwelijks merkt. De brede lederen binnenbeugel die zacht op je kruin rust is een slimme vondst. Meze-kenners zullen hem wel herkennen, want deze constructie werd al bij de 99 Classics geïmplementeerd. Weliswaar in een eenvoudigere vorm.

Bijna een 2-wegsdriver

Het is heel makkelijk om je te verliezen in het edele design van de Elite. Maar eigenlijk is het boeiendste aspect de gebruikte techniek. Meze gebruikt voor de Elite een isodynamic hybrid array driver van Rinaro, een gespecialiseerd bedrijf met Oekraïense wortels. Deze technologie werd al toegepast in de Empyrean, de Elite bevat een nieuwe en geüpgrade driver (de MZ3SE) met een nieuw membraammateriaal.

De Rinaro-driver past een techniek toe die afgeleid is van een planar magnetic-driver. In essentie is het dat ook, maar er zijn wel wat verschillen. Sowieso is de driver heel anders opgebouwd dan een klassieke dynamische driver zoals je vindt in de meeste hoofdtelefoons en bijna alle luidsprekers. De MZ3SE bestaat uit een membraam met piepkleine draadjes, aan beide zijden omsingeld door symmetrisch geplaatste kleine neodymiummagneten die het membraam heen en weer duwen.

Tussen de driver en je oor zit een slim ontworpen tussenstuk dat de driver beschermt maar ook de geluidsgolven geleidt. Dat klinkt allemaal een stukje complexer dan conventionele drivers – wat ook zo is. Maar de extra moeite die er moet gedaan worden om talloze piepkleine draadjes op een zeer dun membraam aan te brengen bijvoorbeeld, is het waard. Dit zorgt dat het driver-membraam snel en over zijn hele oppervlakte wordt bewogen, niet enkel vanuit het midden zoals bij een dynamische driver. Het is ook heel efficiënt. Het is trouwens net aan dat membraam dat er voor de Elite-driver gesleuteld is.

Bijzonder bij de Rinaro-driver is dat de draadjes op deze isodynamic hybrid array driver in twee patronen zijn gelegd: een spiraal en een patroon dat meer doet denken aan de heen-en-weer kronkelende wegen op een bergflank. Die spiraalvorm zou geoptimaliseerd zijn voor het weergeven van hogere frequenties, het andere dan weer voor lagere tonen. Je zou het dus kunnen beschouwen als een 2-wegsontwerp, iets dat bij hoofdtelefoons maar zelden voorkomt. We kunnen zonder te googlen enkel wat Final Audio’s en een excentriek topmodel van Technics bedenken. Er zijn er vast nog, maar het blijft ongewoon omdat het moeilijk is om faseverschillen weg te werken op de korte afstand tussen driver en oor.

De Elite pakt het niet echt hetzelfde aan – bij Final en co werd er echt gewerkt met afzonderlijke drivers – maar het effect zou ten dele hetzelfde zijn. Maar minus de faseproblemen, want het blijft wel hetzelfde membraam. Dit verklaart ook waarom deze isodynamic hybrid array driver iets anders klinkt dan een conventionele magnetic-planar-driver zoals je vindt bij Audeze, HiFiMan of Dan Clark Audio. Waar die drivers een soort wall-of-sound op je oor afsturen (wat ook zijn fans heeft), merken we bij het Meze-vlaggenschip meer focus op het oorkanaal. Dat merk je, maar toch vonden we ook wel dat je nog die planar magnetic-ervaring hebt.

Uiteraard is het altijd een uitstekend idee om tijdens het aankoopproces van een koptelefoon op dit niveau te luisteren naar een aantal kandidaten. We zouden je zeker aanraden om de Meze Elite dan naast een klassiekere planar-magnetic te plaatsen, zoals de HiFiMAN HE1000se – wat bij een betere headfi-zaak geen probleem mag zijn. Je zal dan toch merken dat die twee drivertechnologieën een andere presentatie leveren. En dan hebben we het nog niet over electrostaten gehad, die ook weer aan een opmars in de high-end headfi bezig zijn. Dat klinkt ook weer anders.

Makkelijk aan te sturen (maar toch)

Voor deze test gebruikten we hoofdzakelijk de iFi Audio Pro iDSD en Pro iCan-combinatie, een set dat samen ongeveer 5.000 euro kost en je de keuze geeft tussen transistor- of buizenversterking. We gebruiken ook graag de ingebouwde conversie naar DSD. Het is met dit toestel dat we het meest mee getest hebben. Dat gezegd zijnde: ongeveer gelijktijdig met de Elite dook ook de nieuwe Ferrum OOR-hoofdtelefoonversterker op. Die is te nieuw en (voor ons) te onbekend om mee in een test te betrekken, maar we hebben wel even aangesloten met een Chord Hugo 2 als DAC. Toen we daarmee aan het experimenteren staken we de Elite toch ook even in de eigen hoofdtelefoonuitgang van de Chord, wat eigenlijk even goed – zo niet beter – klonk als de grotere iFi Audio-set. Geweldig hoe bij dit compact toestel de elektrische gitaar bij ‘Natural Disaster’ van Naia Izumi wordt neergezet terwijl de wat slome beat vol en diep blijft doorbeuken.

Weliswaar hebben we een zwak voor de Chord-DAC, maar wat we vooral concluderen is dat die Elite niet een enorme krachtcentrale van een versterker vereist om goed te klinken. Dat lijkt de stelling van Meze te ondersteunen dat de Rinaro-driver heel efficiënt is. Een impedantie van 32 Ohm wijst in dezelfde richting. Dit is geen Sennheiser HD 650 of Beyerdynamic T1 die pas goed klinkt met een stevige hoofdtelefoonversterker. In theorie zou je de Elite ook gewoon rechtstreeks aan je smartphone kunnen hangen, in de praktijk ga je dat niet doen. Op dit niveau van headfi-liefhebberij wil je toch het nodige doen op vlak van bron, DAC en versterking. Maar het lijkt ons dat je ook met een betere DAP de Elite kunt aansturen. Hoe dan ook, we bomen wat langer door over de gebruikte apparatuur omdat je een hoofdtelefoon als de Elite nooit los van de rest van de keten mag zien.

Mocht je geboeid zijn door stroomingrepen: zowel bij de iFi Audio als bij de OOR zetten we de bijzondere instelbare Hypsos-voeding van Ferrum in. We hebben meestal geluisterd met de lederen oorkussens, wat een iets strakkere weergave met een tikje meer sprankel en detail oplevert.

Immersie: 10/10

Open ontwerpen zoals deze hebben op vlak van ruimtelijkheid en driedimensionaliteit een streepje voor, wat maakt dat onder meer klassieke muziekliefhebbers en fans van liveregistraties ze vaak verkiezen boven gesloten modellen. De impact en sustain van bassen is dan weer doorgaans weer wat minder. Maar je moet oppassen met dergelijke stereotiepe uitspraken, want Meze Audio is erin geslaagd om het toch nog net iets anders te doen.

En dat is soms best verrassend.

Bij de aanvang van het testwerk waren we aan het genieten van de indrukwekkende stemkunsten van Rosalía op ‘Si Tú Supieras Compañero’ op ‘Los Ángeles’ (Tidal, 44 kHz/16-bit) toen opeens de flamencomuzikanten achter haar spaarzaam begonnen te spelen, met een sterk gevoel van diepte en met de nodige textuur. Verrassend is dat wel, want iets dat a capella leekt wordt opeens toch een voller muziekwerk. Maar vooral, door die plotse diepte-ervaring kregen we meteen de sensatie van er zelf te staan, iets dat liedjes zoals deze nog meer naar de keel doet grijpen. Je moet er uiteraard voor zijn, voor die trage, dramatisch en bijna klagende flamencostijl – en het is een genre dat meesten enkel live pas echt het hart beroert – maar dit album van 2017 is wel goed opgenomen en weekt veel emotie los. Knap bij de Meze is dat je jouw aandacht kunt focussen op een specifiek instrument en heel wat nuance en textuur waarnemen.

Audiofielen die graag inzoomen op de kleinste details komen dus grotendeels aan hun trekken, terwijl je tegelijkertijd ook de omvattende opvoering kunt beleven. De Elite slaat daardoor een mooi brug tussen vlaggenschepen die heel sterk op het ene of het andere inzetten.

Even later bij ‘De Plata’ zet de zangeres echt haar keel over, wat de Elite wel heel pakkend en gedetailleerd overbrengt. Maar zonder die vingervlugge, afwisselend (de)cresendo Spaanse gitaar weg te cijferen. Integendeel, het is net door de bijzondere driver van de Empyrean-driver dat de snelheid van het vingerspel precies en discreet wordt overbracht. Een beetje in de richting van een elektrostaat misschien, maar dan met een voller karakter dat meer aan een planar magnetic-driver doet denken.

De Rinaro-driver is een interessante piste van Meze, denken we dan, terwijl we stilistisch een waanzinnige grote genresprong maken richting ‘Pilgrimage of the Soul’ van de Japanse metalgroep ‘Mono’ (ALAC 96 kHz/24-bit). We hoeven geen minuut te luisteren om door te hebben dat producer Steve Albini mee achter de knoppen zat; je hoort het meteen aan de kwaliteit van de drumopname. Dit postrockalbum wisselt heel rustige en bijna orkestrale delen af met Mogwaiaanse metalfestsessies die geen uitdaging vormen voor dit Roemeens topmodel. Gierende gitaren gaan in overdrive, toch kunnen we er helemaal doorkijken en genieten van een perfect geregistreerde snaardrum. De controle is er om dit audiogeweld in goede banen te leiden, goed nieuws voor metalheads die niet altijd hun gading vinden bij andere koptelefoons.

‘What We Saw from the Cheap Seats’ is een (ouder) ecletisch album van de sowieso buitenbeen Regina Spektor (Qobuz 48 kHz/24-bit), met veel speelse en gekke nummers. ‘Firewood’ doet nog wat denken aan een vroege Tori Amos, ‘All the Rowboats’ is dan weer helemaal nerveus en verandert continue van stijl. We houden hier van hoe Spektors bijna recht naast ons staat, wat een heel intimistische gevoel geeft, terwijl haar pianospel op een iets grotere afstand met veel finesse en een tikje donker wordt weergegeven. De diepe pianonoten hebben een geweldige, bijna fysieke kwaliteit om sommige nummers. Het is net alsof we bij Spektor staan, mee op het podium – zo is het ook opgenomen, lijkt ons.

Die combinatie van ruimtelijkheid en vermogen om fijne texturen mee te geven laat je knus plaatsnemen in de ideale luisterstoel in de magnifieke Auditorium De France Radio in Parijs tijdens het toepasselijke genaamde ‘Paris’-album van violiste Hilary Hahn (FLAC 48 kHz/24-bit). De moderne concertzaal met z’n bijzonder akoestische verantwoorde zwevende balkons bezoeken en er vooral eens een concert bijwonen staat op de persoonlijke must-do-lijst, maar hoe dit fraai album met werken van Prokofiev, Chausson en (we kenden hem nog niet, een gat in de muziekcultuur zo bleek) Einojuhani Rautavaara afgespeeld via de Elite geeft toch meer dan een kleine glimp van hoe het moet zijn.

Ogen dicht en we zitten in de Lichtstad, zonder een garçon die een kapitaal aanrekent voor een espresso in de schaduw van de Eiffeltoren.

Conclusie

De oorspronkelijke (en nog altijd beschikbare) Empyrean was al een ambitieuze poging van Meze Audio om een uniek vlaggenschip te water te laten. Met de Elite bewijst het Roemeense merk daar niet tevreden mee te zijn, en dat het verder kan groeien in het topsegment. Uiteraard is er het prijskaartje. Het maakt meteen duidelijk dat de Elite geen doorsnee hoofdtelefoon is voor iemand die 'iets' zoekt. Een eindbaas aanschaffen doe je best na een overwogen zoektocht. Waar kun je dan die Elite plaatsen? En is het dat Elite-etiket waardig?

Wat fijn is aan de Elite, naast het spraakmakend design en fijnzinnige afwerking die het pride of ownership naar ongeziene hoogtes tilt? Het is echt wel een high-end hoofdtelefoon die op geluidsvlak stukken universeler is dan menige andere topmodellen. Het offert niet alles op om op één of twee vlakken te scoren, maar presteert over de volledige breedte op het hoogste niveau. Dat maakt dat je op bepaalde gebieden misschien kun wijzen naar een rivaal die iets ‘meer’ doet en in de winkel je even zal aanspreken. Maar pas op voor snelle beslissingen, want we vermoeden stilletjes dat door zijn brede, gebalanceerde sound de Elite net de hoofdtelefoon zal zijn die je langer zal koesteren. Bovenal is het een koptelefoon die je immersie en bakken luisterplezier biedt, ongeacht je muzikale zonden.

Meze Audio Elite
4.000 euro | www.mezeaudio.com
Beoordeling 5 op 5

Technische specificaties
Type: rond de oren, open
Frequentierespons: 3 Hz tot 112 kHz
Gevoeligheid: 101 dB
Impedantie: 32 Ohm
Gewicht: 430 gram

MERK

EDITORS' CHOICE