REVIEWZenSati

Review Zensati: neutrale Deense bekabeling

Ruud Jonker | 26 september 2021 | Fotografie Ruud Jonker | ZenSati

SAMENVATTING

ZenSati kabels zijn degelijk en fraai gebouwd met goede connectoren. De luidsprekerkabels, de phonokabel en de jumpers zijn neutraal, snel en doen niets af aan de overige kwaliteiten van de set. De power cable is echt een instapmodel. Die haalt niet het niveau van de allerbeste power cables die hier bekend en aanwezig zijn. Het advies is altijd om zelf te gaan luisteren.

PLUSPUNTEN

  • Neutrale en snelle kabels
  • 6 kabellijnen in oplopende prijsklassen
  • Elke kabellijn biedt alle typen kabels
  • Fraai gebouwd met uitstekende connectoren
  • Mogelijkheid om thuis te luisteren

MINPUNTEN

  • Niet geschikt als toonregeling
  • Power cables en netwerkkabels zijn in hun prestaties afhankelijk van situationele factoren, dus luister zelf

Het leveringsprogramma van ZenSati is behoorlijk omvangrijk. Van importeur Tingsha Audio in België, tevens fabrikant van de fenomenale Conquistar luidsprekers, ontvangen we voor deze review een flinke set uiteenlopende kabels. Nu zijn er talloze argumenten te bedenken waarom het doen van een geldige kabeltest vrijwel onmogelijk is. De meeste collega-recensenten staan dan ook niet in de rij om kabels te testen, want het blijft een problematisch en omstreden onderwerp. Toch is het fair naar de serieuze fabrikanten van kabels om daar af en toe aandacht aan te besteden, want er zijn natuurlijk best voortreffelijke kabels beschikbaar. Daarom hier een poging, aan de hand van de ZenSati kabels, om wat orde te scheppen in de chaos.

Onoplosbaar dilemma

Tja, wat valt er eigenlijk nog over kabels te vertellen? Het is een van de meest controversiële en besproken onderwerpen in de hifi en de opinies staan haaks op elkaar. Dat er vrijwel nooit consensus wordt bereikt over kabels is volstrekt logisch en eigenlijk een soort (eerste) wetmatigheid. Iedere consument heeft immers een eigen idee over hoe iets moet klinken. Er is dus altijd een kabeltje te vinden, hoe slecht ook, dat in een systeem past en ook nog het geluidsbeeld maakt dat die consument wenst.

Omdat elke kabel op een iets andere manier een interactie heeft met het aangesloten systeem, kan dezelfde kabel in verschillende systemen net even anders presteren. Het resultaat is dat het dus onmogelijk is om overeenstemming te bereiken onder audiofielen over een bepaalde kabel. Kabelfabrikanten weten duivels goed hoe dat werkt. Die laten gewoon minstens 40 verschillende kabels maken. Ze weten dat er voor elk van die kabels altijd een systeem of een luisteraar is, waar die kabel precies doet wat ervan wordt verwacht. Voor zo iemand is dat dan de beste kabel in de wereld en misschien is dat ook wel zo. Het maakt dan ook helemaal niets uit welke kwaliteit zo'n kabel heeft. Waarmee overigens ook zeker niet wordt gezegd dat elke kabelfabrikant op die manier de markt benadert. Als je goed zoekt zijn er fabrikanten die vanuit kennis en minder vanuit marketing bezig zijn.

In een andere tijd en een ander universum, waarin uw auteur nog iets onbevangener was, raakte deze ooit verzeild, met een of andere kabelverkoper, bij een kabelfabriek ergens in Canada. De discussie ging over de ontwikkeling van een nieuwe kabel. Vervolgens gaf de kabelverkoper aan dat rood wel een leuke kleur zou zijn, dat de kabel dik moest zijn en voorzien van zwaar vergulde bussen en ander ijzerwerk. Doe voor de geleiders zelf maar een receptje dat in eerdere kabels werd toegepast en goed wordt verkocht. Op dat moment viel de wereld echt uit elkaar, of toch als je er altijd vanuit bent gegaan dat álle kabels volgens uitgebreide research & development programma's worden ontwikkeld.

Grote rol van EMI en RFI

De tweede wetmatigheid is dat de meeste kabels kleine en waarneembare verschillen maken. Deze auteur heeft alle vertrouwen in de luisterervaring van de lezers van HIFI.NL dat deze die verschillen kunnen waarnemen. Er zijn websites, vaak gevuld door technici, die beweren dat kabels geen verschil maken. Wel, wat je minimaal doet met een kabel is een stukje capaciteit, inductiviteit en weerstand toevoegen tussen twee elektronische schakelingen. Met name bij luidsprekerkabels is de interactie tussen de versterker en het luidsprekerfilter best complex. Degenen die roepen dat kabels geen verschil maken, zullen nooit met een fatsoenlijke wetenschappelijke onderbouwing komen waarom dat dan zo is.

Vervolgens blijkt dat wat er in de RFI en EMI domeinen gebeurt invloed heeft op de kabel en vaak ook op het geluid. De relatie tussen deze storingsbronnen en wat er in kabels gebeurt en behuizingen van apparatuur, is een zeer complexe materie die van groot belang is voor de meetindustrie, de medische wereld, de chemische industrie, de ruimtevaart, de luchtvaart en andere sectoren. Er zijn complexe wiskundige modellen die het gedrag verklaren en er is enorm veel kennis over. Daar hoor je nooit iemand over in de bewuste internetbronnen. De kabelindustrie heeft hierop gereageerd door allerlei, tot zelfs drievoudig afgeschermde, kabels te maken, maar zo simpel is het niet. Een kabel moet specifiek die storingen blokkeren, op een specifieke lokatie, die het audiosignaal in de weg kunnen zitten. Het is al zeer lastig om de exacte aard van storingen op een lokatie vast te stellen. Toch is de invloed van storingen bekend bij de serieuze kabelfabrikanten. Zij nemen verschillende maatregelen om daar iets aan te doen, al is niet specifiek gericht op die unieke storing bij een consument.

Simpele interpretatie van verschillen

Veel audiofielen zullen het gehoormatige resultaat van kabels beschrijven in termen van een beetje meer of minder laag, midden of hoog. Op een forum kun je dan lezen dat iemand een nieuwe kabel heeft die 'beter' laag geeft. Als je dan gaat luisteren, dan kan het zijn dat het voor geen meter klopt. Maar voor die persoon is het dan een 'goede' kabel. Naast de genoemde verschillen in de tonale balans zijn er ook kleine waarneembare verschillen die te maken hebben met ruimte, homogeniteit, stilte, schoonheid, focussering en detaillering.

Dat is al een stap verder, maar wat minder grijpbaar met welke eigenschappen van een kabel dat dan te maken heeft. Aan de andere kant is daar best het nodige over te vinden in de kabeltheorie vanaf de dertiger jaren. Wie die losse kennis transformeert naar een samenhangend model over kabelgedrag kan daar een aantal dont's en do's uit afleiden ten aanzien van het bouwen van een zo goed mogelijke kabel.

Kennelijke grens aan de prestatie

De derde waarneming is misschien dat er hier nog nooit een kabel is geweest die twee keer zo goed is als andere kabels. In welke termen je dat ook zou willen beschrijven. Los van het feit dat je in principe niet kunt zeggen dat een kabel twee keer zo goed is als een andere kabel, is het nog nooit gebeurd dat je een kabel aansluit en dat de performance van het systeem zo een enorme boost krijgt dat je uit je stoel rolt. Dat gebeurt wel als je opeens een set hele goede luidsprekers aansluit, een echt veel betere draaitafel of converter.

Het kan uiteraard wel dat je met een andere kabel subtiele verbeteringen hoort. Maar als dat gebeurt en het verschil is wat groter, dan zegt dat alleen maar dat de vorige kabel gewoon niet goed matched of een heel slecht ontwerp kent. Maar, er wordt hier al jaren gezocht naar een kabel die een enorme prestatieklap uitdeelt. De derde wetmatigheid is dus dat er aan het 'prestatie-niveau' van kabels kennelijk een zekere limiet is waar we niet overheen kunnen. We moeten accepteren dat de prestaties van de betere kabels in de markt een soort grens vormen. Het grappige is dat de verschillen tussen power cables iets groter zijn dan verwacht. Maar wie een beetje thuis is in de hele theorie rondom elektromagnetische straling en RFI zou kunnen begrijpen dat dit een redelijk belangrijke rol speelt bij power cables.

Zoals in eerdere artikelen al eens gemeld, is er de afgelopen twee jaar wat onderzoek gedaan naar de werking van power cables. Gewoon voor de fun en uit nieuwsgierigheid. Er zijn prototypen gebouwd, gebaseerd op theoretische concepten en er is naar geluisterd door een redelijk groot aantal betrokkenen. Wie dus beweert dat power cables geen hoorbare verschillen veroorzaken, moet daarom met erg overtuigende argumenten komen. 

Vertaling van techniek naar geluid

Een vierde wetmatigheid is dat vooral fabrikanten van kabels niet altijd in staat zijn om allerlei wilde beweringen over die kabels op een verantwoorde manier te vertalen naar hoe die concepten de geluidsbeleving verbeteren. Leg nou eens uit waarom kennelijk toegepaste technieken uit de kwantummechanica dan zorgen voor direct waarneembare verbeteringen op het gebied van ruimte, focussering enzovoorts. Zorg er dan voor dat de bij de AES aangesloten wetenschappers zich ook daarin kunnen vinden. Overtuig eens met een kloppend wiskundig model. Trouwens wel grappig: de kwantummechanica gaat, kort door de bocht, over waarschijnlijkheden en onzekerheden. Er zijn nog immense vraagstukken binnen dit vakgebied. Heel plagerig zou je dus op kunnen merken dat zo'n kwantumkabel steeds prestaties levert die gebaseerd zijn op waarschijnlijkheden. Dat zou je als consument ook met je auto niet willen.

Wat is dan de 'betere kabel'?

Het is best wel mogelijk om een omschrijving van een zeer goede kabel te geven. Als voorbeeld kan een interlink dienen. Hoewel een kabel het geluid altijd negatief beïnvloedt en nooit kan verbeteren, moet de ideale interlink de tonale balans zo min mogelijk aantasten, een zo lineair mogelijke frequentiekarakteristiek hebben, neutraal zijn en eigenschappen zoals ruimtelijkheid, samenhang, dynamiek en klank zo min mogelijk in de weg zitten. Hoewel er altijd sprake is van een wisselwerking tussen de kabel en het systeem, zijn er best interlinks te vinden die zo goed mogelijk voldoen aan de hierboven genoemde criteria. Het zijn kabels die wat universeler zijn toe te passen.

Het is dus heel eenvoudig: de beste kabel in de wereld is de kabel die feitelijk onhoorbaar is. Die niets toevoegt en niets weglaat. Dat geeft meteen een probleem. Want de beste kabel in de wereld is totaal ongeschikt voor audiofielen die kabels als toonregeling gebruiken om daarmee alle mogelijke problemen en mismatches van de apparatuur en de akoestiek te compenseren. Aan die doelgroep is een 'betere' kabel eigenlijk niet besteed en het is ook de reden dat er nog zoveel kabels beschikbaar zijn die afwijken van het 'onhoorbare' karakter. Er zijn luisteraars die hun emotie uit de klank van een systeem halen. Zij gaan vaak voor kabels die wollig, diffuus en warmer klinken. Door een specifiek problematisch ontwerp kleuren deze kabels en zijn een waarneembare factor. Veel studio-technici, muzikanten en zeer ervaren muziekliefhebbers zoeken systemen die niets toevoegen of weglaten. De kabels moeten derhalve zo neutraal mogelijk zijn. Ze halen hun emotie uit de muziek en niet uit kabels en audiocomponenten die kleuren en vervormen.

Proefopstelling

Het is erg lastig om een goede kabelreview op te zetten. Waar het simpelweg om gaat is of de te testen kabel zo min mogelijk negatieve invloed uitoefent op het audiosignaal. Als dat zo is, dan hoort zo'n kabel thuis bij de verzameling van wat universeler, neutraler en 'niet waarneembaar' functionerende kabels in de markt. Dat leest misschien niet zo spectaculair, maar als je zo'n kabel kunt vinden heb je gewoon het beste wat er is. De enige belangrijke voorwaarde om zoiets vast te kunnen stellen is dat je een zo neutraal mogelijk 'testsysteem' moet hebben, dat zelf geen problemen heeft met klank, ruimte, frequentie-curve enzovoorts.

Om het echt goed te doen moet je zo'n systeem eerst samenstellen. De kabels in zo'n systeem moeten dan ook al van een uitzonderlijke kwaliteit zijn. Vervolgens vervang je dan de bestaande kabel(s) door de te testen kabel(s) en dan moet de prestatie van het systeem zo gelijk mogelijk blijven. Als je dan gaat luisteren zul je bij bepaalde geluidsmatige eigenschappen altijd heel kleine afwijkingen vast kunnen stellen, maar waar het om gaat is of de te testen kabel nog binnen acceptabele grenzen blijft. Dezelfde opzet kun je gebruiken als je niet (alleen) luistert, maar ook meet. Een goed audiosysteem geeft alle frequenties even sterk weer. Het liefst zowel meetbaar als waarneembaar in de luisterruimte. Als je dan een kabel vervangt en het laag onder de 50Hz is opeens 3dB harder, dan moet je vragen gaan stellen over de kwaliteit van die kabel. Andere kabels in een systeem plaatsen betekent altijd dat er heel kleine veranderingen optreden. Het geluid hoeft dus niet volledig identiek te zijn. Maar, er is een soort tolerantiebereik waarbinnen de prestaties van een andere kabel acceptabel zijn.

ZenSati

Mark Johansen is de oprichter en eigenaar van ZenSati. In zijn vroege jeugd speelde hij gitaar, piano en fluit. Dat is altijd een goed uitgangspunt voor iemand die systemen bouwt en beoordeelt, want dan heb je een referentiekader dat aangeeft hoe muziek in werkelijkheid 'klinkt'. Vanaf zijn negende jaar kreeg hij ook belangstelling voor audiotechniek. Hij werkte, onder leiding van een mentor, met de beste systemen van dat moment en ontdekte dat de prestaties van die systemen met name door kabels onderuit werden gehaald. Door kabelfabrikanten met een volledig gebrek aan inzicht in muziek en weergave.

Zoals het verhaal dan meestal verder gaat, besloot Johansen om zelf kabels te gaan maken. Zonder welke signatuur dan ook, volledig neutraal en volgens hem hetgeen waar een echte audiofiel grote behoefte aan heeft. Je wilt niet weten hoeveel audiofirma's er zijn opgericht omdat de eigenaar het niet eens was met de geluidsweergave van dat moment. Wel, dat is nog altijd een beter uitgangspunt dan het gaan bouwen van audio om consumenten gewoon het geld uit de zak te kloppen.

Volgens Johansen kan het verschil tussen slechte en goede weergave alleen vastgesteld worden door personen met veel live-luisterervaring, die zelf vaak ook muziekinstrumenten bespelen. Alleen dan kun je een referentie opbouwen. Dat sluit nou zo enorm aan bij wat deze recensent altijd al heeft gedacht. Wel lastig voor degenen die in een vroeg stadium de blokfluitles al uit hun keuzepakket hebben gegooid. ZenSati is gevestigd in Denemarken.  Zeker geen onbekend land als het op kwalitatief zeer goede audioproducten aankomt.

Kabellijnen

ZenSati heeft 6 kabellijnen. In elke lijn zijn alle typen kabels te vinden, met een keuze aan connectortypen, die nodig zijn voor een audiosysteem. Zorro is de instaplijn en sILENzIO is de tweede topreeks naast de ultieme ZenSati #X. Om een indruk te geven: de phonokabel in de Zorro-lijn kost 2100 euro/ex voor 1.5 meter en in de sILENzIO-lijn 13300 euro/ex. Tijdens de test is geluisterd naar de luidsprekerkabels, de phonokabel, het power cord en de jumpers. De ethernet kabel en de ground cable worden beschreven. De kabels zijn allemaal fraai gebouwd. De power cables en de ground cable beschikken over een Furutech connector-deel met een door ZenSati gemaakt huis. De netwerkkabels hebben Telegartner RJ45's.  

Test

Voor deze review is dus een systeem opgebouwd dat zo goed mogelijk voldoet aan de eis om neutraal te zijn, lineair en met zo min mogelijk tekortkomingen binnen de belangrijke geluidsmatige eigenschappen. Veel van die eigenschappen zijn gewoon te meten en/of waar te nemen. Je kunt namelijk gewoon meten, aan de terminals van de luidspreker, of daar een volledig lineair signaal wordt aangeboden. Het systeem is dus lineair, neutraal, super dynamisch, zeer gedetailleerd, homogeen, ruimtelijk, coherent, gefocusseerd enzovoorts.

Leuk om zo'n systeem op te bouwen, maar eigenlijk veel te veel werk voor een test van pakweg twee weken. Tijdens de test is steeds geluisterd naar een enkele uitgewisselde kabel. Je kunt niet in een keer een heel systeem voorzien van allemaal ZenSati-kabels. Je weet dan niet wat elke individuele kabel bijdraagt. Voordat er wordt geluisterd is er een verwachtingspatroon. Op basis van ervaringen is de verwachting dat interlinks onderling weinig verschil maken. Veel kabelfabrikanten hebben een interlink die uit fatsoenlijke materialen is gebouwd en bovenal over een goed doordacht ontwerp beschikken. De onderlinge verschillen tussen zulke kabels zijn erg klein. Luidsprekerkabels maken een groter verschil. De interactie tussen de versterker, kabel en de luidspreker is complexer en er zijn veel kabels op de markt waar het ontwerp vraagtekens oproept. Een absolute verrassing is dat power cables best wat grotere en significante verschillen kunnen maken. 

Luidsprekerkabels   

Er is begonnen met de luidsprekerkabels. De gebruikte luidsprekers hebben, zoals zoveel luidsprekers, een bi-wire/amp aansluiting. Die is bedoeld voor bi-amping. Door het niveau van de beide versterkers in te regelen kun je in lastiger akoestische omstandigheden de tonale balans van de luidsprekers aanpassen. Veel consumenten misbruiken die dubbele aansluitingen voor bi-wiring. Wetenschappelijk onderzoek aan de St.Andrews Universiteit heeft aangetoond dat bi-wiring een mythe is.

De luidsprekers zijn dus aangesloten met een enkele kabel (die overigens wel bestaat uit twee losse strengen) en de bekende bruggetjes of meegeleverde jumpers zijn bij de luidsprekers vervangen door de exemplaren van ZenSati (20cm jumpers uit de sILENzIO-lijn). De luidsprekerkabel kan dan aangesloten worden op het hoogdoorlaatfiler (tweeter/midrange aansluiting) met jumpers naar het laagfilter. Maar, je kunt de luidsprekerkabel ook op het laagfilter aansluiten met de jumpers naar het hoogdoorlaatfilter. Bij de laatste oplossing krijgt de woofer in eerste instantie alle power en is er voor de midrange/tweeter wat minder over, althans dat is de gangbare gedachte. Bij de eerste oplossing is dat andersom.

Het idee is dat je dat dus kunt horen. Of dat nou komt door de volgorde van aansluiting, de invloed van de jumper of de interactie van de jumper met het laagdoorlaatfilter of het hoogdoorlaatfilter valt te bezien, maar tijdens de test was sprake van een klein en subtiel waarneembaar verschil. Aangesloten op het high-pass filter klonk de piano uit In Your Own Suit Way (Higher, P. Barber) iets zuiverder en het laag iets beter geïntegreerd. Het gaat hier om shades of grey en wat er gebeurt is totaal afhankelijk van de kabels, de jumpers, de versterker en de luidsprekers. De ZenSati Zorro luidsprekerkabels zijn razend snel en zeer transparant.

Rachel Pocher's Mozart fragmenten (Channel Classics CCS SA42721) klinken pittig, maar niet fel en gemeen. Snelheid en transparantie zijn subliem tijdens het beluisteren van Halo (Kolthof/Raat, trptk 0044) en Grand Duo Concertante (Canto Interno, trptk 0072). Bij de laatste maakt ook het diepe laag indruk. Kolthof speelt op de piccolo. De goede weergave daarvan is een uitdaging voor digitale systemen, maar ook voor kabels. Zodra een piccolo op een tuba gaat lijken of gemeen in het hoog wordt, moet je iets gaan doen aan het systeem. Een kabel is 'snel' als er geen tijdversmering is (verschillende vertragingen per frequentie). Dat is bekend van analoge en digitale filters en optische kabels (dispersie), maar de vraag is of dat ook speelt bij de korte kabels uit de audio.

Power cable

De Zorro-lijn biedt ook een power cable. De invloed van een power cable kan significant zijn, is vaak groter bij aansluiting op servers, streamers en voorversterkers, is afhankelijk van de kwaliteit van die apparaten en is situationeel (afhankelijk van het storingendomein rondom het audio-rack).

De (voorlopige) referentie voor power cables is een drietal exemplaren waaronder de Hijiri Takumi SMT. Nog geen betere power cables gehoord dan deze drie exemplaren. Ze bieden een zeer zuiver, gedetailleerd, ruimtelijk 3D, gefocusseerd en uitnodigend geluidsbeeld. Daar hangt een prijskaartje aan, maar de ervaring heeft geleerd dat er met name bij power cables een enorme hoeveelheid ondermaatse exemplaren in de markt is. 

De Zorro Power Cable is het instapmodel van ZenSati. Logischerwijs niet helemaal vergelijkbaar met de drie referentiekabels, maar de meest opvallende eigenschap van deze kabel is het ruimtelijke, wat donkerder maar heel homogene geluidsbeeld. Omdat de werking van een power cable erg situationeel is, is het advies om vooral zelf te gaan luisteren.

Phono cable

De phono cable komt uit de Zorro-line en nam tijdens de review de plaats in van een buitensporig dure phonokabel. Deze ZenSati kwam met de vijfpolige ronde SME-connector voor een tone-arm en met XLR's aan de andere kant. Deze ZenSati presteerde op hetzelfde hoge niveau als de bij de draaitafel gebruikte kabel, maar het laag en het middengebied hadden een streepje meer body.

Dat laatste was waarneembaar bij onder andere passages met koper. Zulke instrumenten klinken dan iets breder en ronder. Het gaat hier overigens om shades of grey en niet om hele grote verschillen. De ZenSati-kabel doet niets af aan het realisme, de uitzonderlijke dynamiek, snelheid, definitie en neutraliteit van het analoge front end. Om dat te teasen zijn uit het jazz-archief een paar platen opgevist met een super dynamiek. Luister maar naar Gone (Eddy Chamblee, Twenty Years After, Black and Blue 33-097). Op de al even dynamische titelsong Twenty Years After, is Milt Buckner te horen op de Hammond.

Ook fraai zijn de tracks op Stand By For (The Jack Sheldon Quartet, CJ-229). Charli Persip was een van de gevierde drummers in de jazz. Strange Crazy Heartache is een sublieme track, soms fusion-achtig en soms een vleugje Basie (No Dummies Allowed, Charli Persip and Superband, Soul Note 121 179-2). Een nadeel van deze phonokabel is het mechanisch stugge karakter. De tone arm van de ingezette draaitafel staat op een uitstekend deel van het chassis. Er is dus een vrije ruimte tussen de connector van de arm en de bovenplaat van het audiomeubel van 12cm. Maar zelfs dan is het lastig om de kabel in de juiste positie te krijgen.

Wie bijvoorbeeld een 'gesloten' Thorens TD-125, TD-124 of andere draaitafel heeft zal onder de plaats van de arm-aansluiting een gat moeten zagen in de bodem van de draaitafel-plinth en in het audiomeubel. 

Netwerkkabel

ZenSati levert ook netwerk kabels (Cat). Wie een streamer heeft, betrekt het geluid via zo'n kabel. De vraag is of zo'n kabel invloed heeft op het geluid. Het digitale signaal is robuust en wat er uiteindelijk op de bestemming arriveert is volledig identiek aan wat er gestuurd is. De gigantische jitter die een signaal in een netwerk oploopt, wordt gecorrigeerd in de buffers van de ontvangende apparatuur.

In de praktijk kan zo'n Cat-kabel storing oppakken. Die kan het audiosignaal bereiken en zich daarmee mengen. De kans daarop is extreem klein. Betere Cat-kabels kunnen minder gevoelig zijn voor storingen. Vanaf Cat6 zijn dit soort kabels shielded. Maar unshielded kabels (Cat5) onderdrukken ook al storingen vanwege de twisted architectuur. Omdat er tijdens het transport van audio sprake is van lagere frequenties is de gevoeligheid voor storingen sowieso al minder. De meeste streamingdiensten hebben genoeg aan 20 Mbps. Tidal Master streamt met 18.43 Mbps. Cat5 (100Mbps) en Cat5e (1 Gbps) zijn dus al ruim voldoende voor audio.

De importeur van ZenSati heeft zeer veel ervaring met de aanleg van grote professionele netwerken. Hij kwam met een belangrijk argument waarom 'audiofiele' netwerkkabels soms voordelen hebben. Standaard computerkabels kunnen lekken in de isolatie hebben of niet goed aangesloten connectoren. De ervaring heeft geleerd dat daar problemen uit voort kunnen komen. Dat is een geldig argument. Maar een stukje netwerkkabel van een meter maakt hier geen hoorbaar verschil. Dan zouden het netwerk en de switches bloot moeten staan aan uitzonderlijk slechte situationele factoren. Het advies is in ieder geval om zelf eens te experimenteren.

Ground cable

Ten slotte levert ZenSati zogenaamde ground cables. Zien er uit als een power cord, maar daarvan is intern alleen de aarde doorverbonden. Die kabel moet in principe een heel lage weerstand hebben. Storingen 'kiezen' het pad naar de aarde met de laagste weerstand. Grounding systems zijn meestal gebaseerd op een virtuele aarde. Een voorbeeld, dat ook door Tingsha wordt geleverd, is de Faber Ground Box. Die maakt een steraarde, omdat er vanaf alle apparaten in een systeem ground cables naar die box lopen. De box zelf is dan aangesloten op de aarde van het woonhuis met zo'n ground cable van bijvoorbeeld ZenSati (uit de sILENzIO-lijn).

Met zo'n systeem kun je de noise op de systeem-aarde verminderen, waardoor het muzieksignaal schoner wordt. Tripoint maakt grounding systems die gebruik maken van kabels met een extreem lage weerstand.  Bij Faber en andere grounding systems is de vraag of het waargenomen effect vooral ontstaat door het principe van ster-aarding, of dat de afvoer van storingen via kabels met een zeer lage weerstand een belangrijke(r) rol speelt? Als het huis geen aarde heeft of een problematische aarde, roep dan een erkend installateur en ga nooit zelf bezig.

Epiloog

ZenSati kabels zijn degelijk en fraai gebouwd met goede connectoren. De luidsprekerkabels, de phonokabel, de jumpers en de power cable zijn beluisterd. De luidsprekerkabels, de phonokabel en de jumpers zijn neutraal, snel en doen niets af aan de overige kwaliteiten van de set. De power cable is echt een instapmodel. Die haalt niet het niveau van de allerbeste power cables die hier bekend en aanwezig zijn. Het advies is om zelf te gaan luisteren, omdat de werking van een power cable erg situationeel is en zulke kabels in het algemeen wat grotere verschillen veroorzaken. Wie een grounding system bouwt, zou kunnen experimenteren met de ground cables uit de verschillende lijnen van ZenSati.

Volgens diverse media is 2000 euro voor een willekeurige kabel zo'n beetje de focus en een optimale prijs-kwaliteitsverhouding in de markt. De prestatie is dan 95 procent. Veel meer geld uitgeven leidt mijns inziens doorgaans niet tot significante verbeteringen. Ben dus nieuwsgierig wat de duurdere ZenSati-lijnen nog toe kunnen voegen aan de uitstekende prestaties van de hier beluisterde kabels. Tingsha Audio biedt een mogelijkheid om thuis kabels te beluisteren. Neem daarover dus contact op.

Kijk voor meer informatie en de actuele prijzen op tingshaaudio.com.

MERK

EDITORS' CHOICE