REVIEWShure

Review: Shure AONIC 215

Jamie Biesemans | 29 april 2020 | Shure

SAMENVATTING

De keuzes die Shure maakte, leveren de AONIC 215 een uitzonderlijk goed bereik, prima autonomie, ondersteuning voor aptX én een detailrijke weergave op, die ook kritische luisteraars zal aanspreken. En dat laatste is geen claim die veel andere totaal draadloze oortjes kunnen maken.

PLUSPUNTEN

  • Zeer goed bereik
  • Ondersteuning voor aptX
  • Uitstekende autonomie
  • Modulaire aanpak is duurzaam en laat upgrades toe
  • Mooie midrangeweergave, geen spoor van wolligheid

MINPUNTEN

  • Adapter achter oor is niet voor iedereen
  • Equalizer in app weinig bruikbaar
  • Neutralere weergave zullen bij sommigen minder betrokkenheid ontlokken

Totaal draadloze in-ears zijn een enorme hype, waarbij veel producten klonen zijn van elkaar en bijgevolg dezelfde zwakheden delen. Voor iets helemaal anders moet je bij Shure zijn, een van de bekendste namen uit de studiowereld. Ze doen dat met iets dat tegelijkertijd gloednieuw en toch vertrouwd is: de AONIC 215-oortjes, mede ontwikkeld met Maroon 5-voorman Adam Levine.

Shure gaat draadloos

Ze gaan als zoete broodjes over de toog. Neen, geen mondmaskers of flesjes handgel, wel totaal draadloze oortjes. Het zijn de nieuwste vorm van in-ears, zonder een enkel draadje in zicht en gemaakt om je meteen muziek gestreamd vanaf je smartphone te laten beluisteren. Of een soundtrack van een Netflix-film op je laptop, wat je wil.

Enkele grote succesnummers in het segment zijn toestellen als de Apple Airpod Pro, de Huawei FreeBuds 3, Samsung Galaxy Buds+ of Sony’s WF-1000XM3, maar daarnaast vind je nog talloze andere modellen in de winkels.  De designs lopen allemaal wat uit elkaar, maar over het algemeen zijn het oortjes die je echt in je oorschelp duwt of die deels uit je oor bengelen.

De AONIC 215 van Shure die we hier bekijken, benadert het segment op een andere manier. Dat heeft allemaal met de afkomst van de Amerikaanse fabrikant te maken. Shure als merk is, net zoals Sennheiser of Audio-Technica, een vaste waarde in de audiowereld. Ze maken heel veel spullen die in veel studio’s en op menig podia opduiken, met uitgesproken fans, zoals Lady Gaga. De SM58 bijvoorbeeld, is misschien wel de populairste microfoon voor vocals ooit.

Vertrekkende vanuit die professionele achtergrond besloot Shure om geen totaal nieuwe oortjes te ontwikkelen, maar een manier te zoeken om hun bestaande modellen uit de Sound Isolating-reeks draadloos te maken. Een stap die begrijpelijk is als je weet dat het merk verschillende systemen heeft om zijn pro-microfoons en pro-headsets draadloos aan te bieden – al werken die uiteraard niet met Bluetooth. Een eerste poging ondernam Shure al een tijdje terug. Het bracht toen voor zijn SE-oortjes een Bluetooth-adapter die rond je nek bengelt en met twee draadjes aan de in-ears verbonden is. Nu gaat het merk een stap verder door echt alle kabels te elimineren. Het eindresultaat is de AONIC True Wireless Secure Fit adapter (TW1), die voor 229 euro los te koop is voor bestaande Shure SE-oortjes. Ben je op zoek naar een totaaloplossing omdat je nog geen Shure-oortjes bezit? De AONIC 215 die we hier bekijken is dan wat je moet hebben.

De Shure AONIC 2015 is een kant-en-klaar bundeltje dat je meteen kunt gebruiken om draadloos naar muziek te luisteren. Voor 279 euro krijg je een laadetui met daarin een paar TW1-adapters met de SE215-oortjes bevestigd. Geen slechte deal, gegeven dat de SE215 met kabel iets van 109 euro kost.

Zoals altijd bij Shure zijn er verschillende kleuredities beschikbaar, waaronder een coole Clear-versie die je op de drivers in de oortjes laat kijken. Bij de ontwikkeling zou volgens Shure Adam Levine betrokken zijn, de zanger, muzikant en producer. Wat zijn input concreet was, is niet helemaal duidelijk, maar zijn participatie is typisch voor Shure – een bedrijf dat graag met artiesten samenwerkt.

Heftige case

De AONIC 215 werd begin april voorgesteld, maar kregen we net iets eerder binnen zodat we ze alvast konden testen. Het arriveerde in de testruimte in een forse cilindervormige doos waarin de twee oortjes en de eveneens ronde case opgeborgen zijn. Waar de meeste andere fabrikanten een piepklein doosje bieden, opteert Shure hier voor een groter etui die je openritst om de oortjes te bereiken.

Eerste indrukken tellen: het ziet er heel stevig en duurzaam uit. Op een bepaald moment viel de case van het kookeiland af – ja, dat was onvoorzichtig van ons – recht op een harde tegelvloer. Beschadigd raakte het ding echter niet. Dit zijn die pro-roots van Shure, denken we. Audioprofessionals willen geen spullen die meteen kapot gaan, dus duurzaamheid gaat voor op looks. Maar eerlijk gezegd: lelijk is de case of zijn de oortjes niet.

Het doosje zelf vervult trouwens (zoals altijd bij draadloze oortjes) een dubbele functie: het is een plaats om je oortjes op te bergen na gebruiken én het laadt de toestellen op. De case heeft zijn eigen batterij die de AONIC 215-oortjes op hun beurt oplaadt, en dat drie keer. Je kunt dus het doosje via de USB-kabel opladen terwijl je de oortjes aan het gebruiken bent. Handig: aan de onderkant van de case vertellen een reeks ledjes je in één oogopslag hoeveel lading de accu nog bevat.

Sound Isolating

Bijgeleverd in de doos vind je een USB-C-laadkabel en een zakje met veel dopjes. Dat is niets bijzonders, want bij elke in-ears krijg je tegenwoordig wel dopjes of tips in meerdere maten meegeleverd. Iedereen heeft nu eenmaal verschillende oren. Maar bij Shure is er extra aandacht besteed aan de dopjes, want ze spelen een grote rol in het product. De Amerikanen promoten de SE215 en zijn duurdere broers immers als Sound Isolating-oortjes. Hun eigen dopjes (zowel de siliconen als de schuimversies) zouden bij een goede pasvorm negentig procent van omgevingsgeluid weren, oftewel lawaai tot 37 dB stiller maken. Hiermee weet je meteen waarom de AONIC 215 geen noise-cancelling aan boord heeft – volgens Shure is het niet nodig. De meeste concurrenten op dit prijspunt hebben dus wel ruisonderdrukking, al gaat het dan wel om meestal om noise-cancelling die vergeleken met NC bij een over-ears koptelefoon minderwaardig presteert.

Voor onze test selecteren we gepaste dopjes met schuimrubber. Ze lijken wel een beetje op de Comply-dopjes die je los kunt kopen (en die we persoonlijk verkiezen). Bij deze dopjes duw je het schuim samen net voor je de oortjes inbrengt, waarna de dopjes langzaam weer uitzetten en zo vast komen te zitten in je oorkanaal. Klein nadeel van deze type dopjes: ze hebben de neiging snel vuil te worden. Oorsmeer, weet je wel. Het is wel positief dat je de dopjes heel makkelijk kunt nabestellen bij Shure. Dat gaat trouwens ook op voor andere onderdelen. Verlies je een van de oortjes, dan kun je ze per stuk aanschaffen aan een redelijke prijs. Dat vinden we vanuit duurzaamheid een supertroef. Bij de meeste concurrenten kun je ze allebei in de vuilbak gooien als je een van de twee toestellen kwijt bent.

Adapters achter de oren

Net zoals de case wat groter is, zijn de AONIC 215-oortjes wat omvangrijker. Of om correct te zijn: de oortjes zijn een normaal formaat, maar de bijhorende adapter moet je er wel bijtellen. En dat is wel wat. Elke adapter is een cirkelvormig toestel, ongeveer ter grootte van een 20 eurocent maar wel veel dikker, die via een lusvormig kabeltje achter je oorschelp hangt. Een grote ‘L’ of ‘R’ aan de binnenkant van de adapter zegt je waar welke moet hangen. De buitenkant is trouwens een knop. Hiermee kun je allerlei zaken doen, zoals de AONIC 215 in- en uitschakelen, een oproep aannemen of de Google Assistant of Siri activeren. Maar het volume regelen kan dan weer niet, dat moet je op de smartphone doen. Een misser vinden we dat; misschien dat een firmware-update die functionaliteit later nog kan toevoegen?

Echt opvallend zouden we ze niet noemen, maar sommige mensen gaan de adapters achter je oor zien bengelen en misschien denken dat je een hoorapparaat draagt. Die lui weten natuurlijk niet dat je net een apparaat draagt om hen helemaal niet te horen, in plaats van beter.

Het totaalgewicht van elk oortje bedraagt 20 gram, wat heel wat meer is dan de populaire alternatieven. Maar het blijft een belachelijk laag gewicht. In die adapter zit naast een Bluetooth-ontvanger ook een accu die acht uur stroom levert en een versterkingseenheid. Ongelooflijk dat zoiets kan. Vergeleken met de Samsung Galaxy Buds+ en de Sony WF-1000XM3 waren we wel vaker gewaar dat we de Shures droegen. Er is altijd wel die aanwezigheid van de adapters achter je oren. Dat stoorde op zich niet; een hoofdtelefoon op je kruin vergeet je ook nooit helemaal. De SE215-oortjes zelf zijn licht en compact, en voel je nauwelijks.

Niet zo nuttige app

Draadloze oortjes zonder een app, dat kan niet! Ook Shure voorziet dus een app (iOS en Android), Play genaamd. De Play-app houdt het simpel. Het toont je vooral hoe het er voorstaat met de accu van elk oortje en laat je snel de omgevingsmodus inschakelen. Met deze modus worden microfoontjes geactiveerd zodat je een gesprekspartner kunt verstaan zonder dat je de AONIC 215-oortjes moet afnemen. Het werkt (maar je muziek klinkt wel opeens veel slechter), en is in de app qua intensiteit instelbaar.

De app is ook bruikbaar als mediaspeler voor muziekbestanden op je mobiele toestel. Maar zonder ondersteuning voor gedeelde netwerkfolders of DLNA-shares vinden we het op dat vlak minder bruikbaar. ALAC-bestanden leek het bovendien maar moeilijk te verteren op onze twee Android-telefoons. Soms wilde een bepaald bestand eerst niet spelen (met foutbericht), en na enkele keren tikken opeens wel.

In de app is er een equalizer verstopt, maar die lijkt enkel te werken als je muziek beluistert via de mediaspeler in de Play-app. Dat kan praktischer, denken we dan.

Ongelooflijk bereik

Tijdens het testen hebben we de Shure AONIC 215 aangesloten op een Huawei P30 Pro en een LG G8X. Het koppelen met deze Android-smartphones ging moeiteloos, zoals je mag verwachten van een nieuw Bluetooth 5.0-toestel. Meteen werd er gekozen voor een aptX-verbinding, waardoor muziek in een hogere kwaliteit over Bluetooth gestreamd wordt. Ook het pairen met een iPad Pro verliep probleemloos. Er wordt dan AAC toegepast, wat niet eens zo veel slechter klinkt.

En hoe klinkt het? De pro-audiowortels tonen zich weer, want de AONIC 215 opteert niet voor een ‘spannende’ weergave met veel bas en geboost hoog, maar wel voor een meer natuurgetrouwe klank die vocals en het middengebied een mooie plaats geven. De stem van Fink op ‘Fink Meets the Royal Concertgebouw Orchestra’ (een tip van collega Eric) werd heel mooi neergezet, vol en karaktervol, op zo’n manier dat je een goed idee kreeg van de grote ruimte waarin hij stond. De Shure-sound mist voor onze persoonlijke smaak soms net een klein beetje betrokkenheid, onder meer bij ‘Rapture’ van Antony and the Johnsons, een wondermooi lied met symfonische trekjes. Ga je echter voluit voor het klassieke genre, dan scoort de AONIC 215 beter dan veel commerciële rivalen. De zachtheid en het romantische van de strijkers bij Mahlers symfonie n°4 in G – Ruhevoll op het Boulez-album met The Cleveland Orchestra werden wel heel treffend overgebracht.

Ook Beethovens vierde en zevende symfonie, onder aanvoering van Philippe van Herrewege en opgenomen in de Roma in Antwerpen – een paar kilometers van onze voordeur, maar wel zestien jaar geleden toen de akoestiek anders was – weten de Shure-oortjes neer te zetten om een ruimtelijke manier die klassiekliefhebbers wel zouden pruimen. We vinden het wel opeens spijtig dat we deze TW1-adapters niet kunnen uitproberen met de SE846, oortjes die volgens fans spectaculair goed presteren.

Ondanks dat de SE215-oortjes in deze AONIC-bundel op zich niet heel high-end zijn, klinken ze behoorlijk gedetailleerd en hebben ze niet af te rekenen met wolligheid. Technoliefhebbers zullen het ritmisch vermogen wel op prijs stellen – beats zijn strak en goed afgelijnd - maar misschien wel via equalizer een vleugje meer bassen willen toevoegen. Ook bij die andere genres is een heel klein tikje geven aan het laag naar ons gevoel een goede zet. Experimenteren, het mag altijd. We deden dat trouwens via Roon, maar er zijn in andere apps ook voldoende mogelijkheden om te EQ’en.

Tijdens het testen ontdekken we trouwens dat de Shures een uitblinker zijn qua bereik. Waar de meeste draadloze oortjes haperen en uiteindelijk stilvallen als we onze testruimte verlaten en een verdieping lager koffie gaan zetten, bleven de AONIC 215-oortjes gewoon doorspelen. Misschien ligt het wel aan de adapters die ‘externer’ zijn dan andere oortjes, maar het was wel een opvallend gegeven. Of je er echt iets aan hebt, hangt van je situatie af. De autonomie leek daarnaast uitstekend voor oortjes zoals deze.

Conclusie

Een ding dat we alvast positief vinden aan de AONIC 215: het is een modulair systeem. Gaan de oortjes kapot of wil je upgraden naar een hoger model (zoals de SE846), dan klik je de nieuwe in-ears in een wip vast aan de twee ontvangers. De meeste totaal draadloze oortjes zijn op dat vlak typische consumentenproducten die onvervangbaar zijn – in de slechte zin. Dan liever op deze manier.

Aan het design merk je ook dat de wortels van de AONIC-oortjes in de pro-wereld liggen. Waar de meeste draadloze oortjes zo licht en compact mogelijk proberen te zijn, zit je hier met in-ears die via een kabelhaak verbonden zijn met een module achter elk oor. Ze aandoen is dus net iets omslachtiger, maar het went wel. Ook bij het dragen vergeet je de schijf achter je oorschelp snel.

De keuzes die Shure maakte, leveren de AONIC 215 een uitzonderlijk goed bereik, prima autonomie, ondersteuning voor aptX én een detailrijke weergave op, die ook kritische luisteraars zal aanspreken. En dat laatste is geen claim die veel andere totaal draadloze oortjes kunnen maken.

Shure AONIC 215
279 euro | www.shure.com
Beoordeling 4,5 op 5


EDITORS' CHOICE