Het rolt over de tong als een streling van het gehemelte: “Sonus faber diffusori”, het Italiaanse luidsprekermerk dat in 2018 zijn 35-jarig bestaan vierde. Ik kan mij nauwelijks een audioliefhebber voorstellen die nooit verlangend heeft gekeken naar het tot in de puntjes verzorgde houtwerk en het zachte leer dat de meeste Sonus faber luidsprekers kenmerkt. Zoals een collega ooit opmerkte: “Je moet ooit in je leven een Sonus faber bezitten om de creatie te begrijpen”.
Inmiddels is Sonus faber niet meer het oude bedrijf waar Franco Serblin met de hand zijn meesterwerken vervaardigde, maar een modern bedrijf gevestigd in de plaats van oorsprong, waar onder een jonge leiding het werk wordt voortgezet en de tradities zich vermengen met hedendaagse fabricagetechnieken. Het is in Arcugnano (onder de rook van Vincenza) waar de Olympica range werd ontworpen en nu wordt gemaakt. Een naam voor de luidsprekerreeks geïnspireerd op het “Teatro Olimpico” in Vincenza, dat werd ontworpen rond 1575 door Andrea Palladio en af en toe nog in gebruik is voor het geven van concerten.
Sonus faber Olympica
De Sonus faber Olympica heeft veel van de kenmerkende vormen van een luit, deels van een lier zoals het topmodel Aida, is afgewerkt met hout aan de zijkanten, hout dat net als voor muziekinstrumenten de tijd heeft gekregen om uit te werken. De in de testexemplaren wengé afgewerkte zijkanten vormen een lust voor het oog, samen met de met leer beklede voorzijde en bovenkant. Alternatief is de Olympica leverbaar in walnoot. Gelukkig heeft de ontwerper zich in weten te houden met opvallende details en wordt het zwarte vooraanzicht slechts onderbroken door een smalle ring om de tweeter, een beugel met faseplug ervoor, in de huidige uitvoering een logo in het centrum van de middentoonweergever, een smal naamplaatje en rondom een smalle metalen rand uit het zicht op de bovenkant.
De asymmetrische achterkant van de Olympica is eveneens met zwart leer bekleed, de reflexpoort waar ik later op terugkom heeft een metalen rooster van onder tot boven. Wie de luidsprekerunits zelf meer aan het zich wil onttrekken kan een set dunne, elastische koorden voor de baffle spannen. Een in mijn ogen verplichte optie ten gunste komende aan de schoonheid van de Olympica. De Olympica is net iets meer dan een meter hoog en met zijn breedte van 37 cm en diepte van 47 cm een naar moderne maatstaven stevige verschijning, wat wordt gecompenseerd door het elegante frame waarin de spikes passen welke de Olympica lichtjes naar achter laten hellen. Lichtjes want je moet niet aan denken dat er ruim 30 kg speaker omvalt.
Specificaties
De Olympica is een volwaardig 3-weg system waarin een 29 mm D.A.D. tweeter is gebruikt, wat staat voor Damped Apex Dome. De tweeter is een synthese tussen een traditionele dome en een ring radiator. In het magneetsysteem is zoals vaak neodymium toegepast. Voor de tweeter is op een dunne beugel een minuscule faseplug gezet. De middentoonweergever heeft een 150 mm conus, gemaakt uit een mengsel van cellulose pulp, kapok, kenaf en natuurvezels. De 180 mm woofer is een van de Aida afgeleide driver, gemaakt op specificatie van Sonus faber in Scandinavië. De wisselfrequenties van het filter waarin Mundorf Evo Oil condensatoren en Jantzen spoelen hun werk doen liggen op 250 en 2500 Hz. Omdat de componenten van het filter niet op de plus maar op de min van het filter zijn gesoldeerd is de kans op beïnvloeding door RFI kleiner, de min ligt immers vaak aan aarde.
De aansluitingen achterop zijn gemaakt voor bi-wire. De woofer wordt ondersteund door een ‘stealth’ reflexpoort aan de achterzijde, weggewerkt als een sleuf achter een rooster en schuin opgesteld ten opzichte van de voorkant van de luidspreker. De schuine opstelling biedt een unieke extra, plaats de roosters naar de buitenzijde van de opstelling en de lage tonen nemen in intensiteit toe omdat de zijwanden reflecteren, of plaats de luidsprekers met de reflexpoorten naar binnen voor een meer bescheiden hoeveelheid laag.
De bijzondere vorm van de luidsprekerbehuizing en de verstevigingen aan de binnenzijde voorkomen resonanties en staande golven in de kast. Voor de liefhebbers een paar technische specificaties van Sonus faber zelf. Het frequentiebereik is opgegeven als 40-30.000 Hz, zonder de grenzen duidelijk te maken. Het rendement is 88 dB, maar in combinatie met de 4 Ohm impedantie vraagt de Olympica II wel om een krachtige versterker die stroom kan leveren. 50 tot 250 Watt geeft Sonus faber aan.
De Olympica II heeft een prijskaartje van € 8.598,- per paar. Hij maakt onderdeel uit van de reeks waarin een Olympica monitor, een grote Olympica III en een center leverbaar zijn, de center is fijn mocht u naar home cinema opstelling willen doorgroeien. Een fraai boekwerk met achtergronden over het Teatro Olimpico, Sonus faber en de fabricage van de Olympica reeks is naast een uitgebreide handleiding een vast onderdeel in de doos.
Opstelling
Misschien verdien ik straf, echter met instemming van Savor Audio koos ik ervoor de spikes en de bijbehorende frames in de doos te laten en de Olympica II op mijn Townshend Audio Seismic Podiums te plaatsen voor een volledige ontkoppeling van mijn zwevende houten vloer. Enige nadeel, ze speakers hellen niet in lichte mate achterover. Groot voordeel: ik luister alleen naar de weergevers en niet naar de weergevers inclusief de kleuring van een onder de spikes meebewegende vloer. De gebruikte elektronica bestaat uit een NAD M50.2 als NAS, een Metrum Acoustics Ambre als Roon Endpoint verbonden over I2S met een Metrum Acoustics Pavane D/A converter. Een Audia Flight Strumento No.1 voorversterker doet zijn kunstje in combinatie met een Pass Labs X250.5 eindversterker.
Stroomvoorziening werkt op basis van een PS Audio P5 regenerator en een Atlas verdeelblok. Netsnoeren en luidsprekerkabels komen van Crystal Cable. Ethernet en I2S zijn van AudioQuest (Carbon en Vodka). Saillante details, de gebalanceerde interlinks tussen DAC en voor-eindversterker zijn van het merk Yter, een ontwerp van de overleden Franco Serblin en Audia heeft voor de Strumento voorversterker behuizing dezelfde ontwerper gebruikt als die van de huidige Sonus faber’s. Ik heb geëxperimenteerd met de stealth reflexpoorten naar binnen en naar buiten gericht, om na een paar maal sjouwen met de 30 kilo wegende Olympica’s te kiezen voor een slankere laagweergave en niet voor een milde boost door de poorten op de zijwanden te richten. Het viel mij daarbij op dat de Olympica II in mijn opstelling zover naar binnen gedraaid moet worden dat de units recht op mij afstralen voor het beste resultaat en de grootste sweet spot. Bovendien is opvallend dat de Sonus faber Olympica II ongeveer zoveel versterkervermogen vreet als mijn PMC fact. 12 met zijn superlage rendement. De opgegeven 88 dB voor de Olympica II, omgerekend 85 dB bij 8 Ohm, is mogelijk toch nog een beetje te rooskleurig voorgesteld. Vergeet de EL84 en 300B brigade, ga voor solid state of een regiment KT88-120-150 buizen.
Wennen
Gedurende de luisterperiode hebben de luidsprekers mij eerder doen denken aan een Italiaanse haven rond het middaguur, waar eten en genieten het belangrijkste doel van het leven lijkt, dan aan een drukke markt waar de mannen hun espresso verdrinken in de grappa, terwijl de vrouwen met marktlieden luidkeels onderhandelen en Vespa’s de nauwe straatjes onveilig maken. Ik heb een paar dagen moeten wennen aan het rustige karakter van de Olympica II voordat ik de luidspreker ten volle leerde waarderen. Het kan er mee te maken hebben gehad dat de speakers een paar weken niet gebruikt waren en wie weet nog niet eens helemaal ingespeeld
Ook het verder dan voor mij gebruikelijke indraaien had daarmee te maken, richt ze te weinig naar binnen en ze komen in mijn situatie niet tot hun recht. Eenmaal aan elkaar gewend heb ik genoten van muziek, van spraak en geluideffecten door de set aan beeld te koppelen, of van internetradio op de achtergrond. Een ruime schakering aan stijlen kwam op die manier voorbij waarbij de jazz van Nik Bärtsch van pas kwam om de lage tonenweergave mede te beoordelen. Zijn Modul 29 14 veroorzaakt een diepe dreun in het eerste gedeelte van de track, diep genoeg om geloofwaardig te zijn, strak in de hand gehouden waardoor hoorbaar is dat het gaat om een slag op een grote trom. Daarboven piano met een opvallend zuivere klank in alle helderheid neergezet, waarna steeds meer soorten percussie hun weg vinden naar mijn oren. Neergezet in een breed en diep stereobeeld, fraai losgekomen van de kasten van de luidsprekers.
Het zijn de lage tonen die indruk maken, want veel basreflexsystemen gaan ongenadig staan dreunen onder het geweld van Bärtsch, waarmee de lol van het luisteren snel verandert in ergernis. Gesloten systemen daarentegen laten de laagste tonen gewoon helemaal weg, ook geen oplossing. Door de speelsheid in de weergave en de klankpatronen die overal in het stereobeeld opduiken is de bijna negen minuten durende track een muzikale reis en geen zich saai voortslepend patroon. Weinig weergevers weten dit plezier op deze manier uit te buiten en om te zetten in een belevenis zoals de Olympica II dat doet in mijn opstelling.
Plezier
Een uit Frankrijk meegenomen cd van Amélie-les-crayons brengt luisterplezier van een heel andere orde, de heldere stem staat haast juichend, vol plezier voor mij tegen een achtergrond van diverse instrumenten. Het haalt beelden boven van dweilorkesten uit een zomers Tours, van een dorpsfeest, van een intieme sfeer in een klein theater met versleten rood pluche. Wat de Olympica II zeker doet is de verbeelding stimuleren met zijn pakkende manier van weergeven. Geen moment ben je bezig om te luisteren naar specifieke kwaliteiten van de weergever, het is een spel van units, filter en behuizing dat een eenheid schept waarin de muziek ver boven de techniek weet uit te stijgen. Samen te vatten in ‘plezier’. In de Franse sfeer blijvend laat ik Patrick Bruel los met Vienne, een nummer uit het repertoire van de Franse ster Barbara. Een stem een paar octaven lager dan van een vrouw weet zich net zo gemakkelijk verstaanbaar te maken. Zachte piano op de achtergrond, een bas, meer is niet nodig om te stralen.
Nog dieper gaat Ingram Washington met Valentine, opgenomen door STS-Digital, even stemmig als eerdere muziek die ik in de afgelopen periode voorbij liet komen. Al krijg ik na zoveel rust in de muziek wel trek in een levendig werkje, zoals Comes love van Stacey Kent. Lekker uptempo met een prachtige stem en een strakke band. Verbeeld ik het mij of geeft de Olympica II de voorkeur aan het middengebied? Stacey doet het met deze track vermoeden, gesteund door de sax van haar man welke geheel los uit de achtergrond in het voetlicht weet te treden. Was er ooit schroom van mijn kant met de Olympica II aangesloten, de ervaring is inmiddels geheel anders geworden. Nee, het is geen luidspreker die de concurrentie met de vloer gelijk maakt in de prijsklasse en mijn tweemaal zo kostbare eigen systemen staan nog niet op Marktplaats, ik zou de Olympica II wel per direct toevoegen aan een voorkeurslijst mocht ik nog eens willen switchen.
Voorbeeldig
Kent zit in de hoek van de jazz, net als het Hoff Ensemble waarvan ik de track Blagutten kon downloaden van de site van 2L. Net als Bärtsch beginnend met een zware drum en ditmaal een invallende trompet. Sombere muziek in een langzaam tempo, misschien wel geschreven in de donkere winterperiode van Scandinavië. Feit is dat ik in een klankschildering terechtkom waar ieder van de vijf bandleden zijn eigen ruimte ter beschikking heeft. Uit dezelfde bron tap ik Ola Gjeilo en zijn Ubi caritas. Solo piano waarbij ik voor het eerst in deze sessie leven mis. Het rustige karakter van de Olympica II laat minder van de vreugde in het spel horen dan sommige andere luidsprekers in zijn soort. Ik denk in dit geval bijvoorbeeld aan een Spendor D9, een grotere vloerstaander met een expressievere klank of mijn PMC’s. Ik draai de track vaak genoeg om te weten hoe ik gegrepen kan worden, dat is nu in mindere mate het geval. De klank valt niets op aan te merken, ik hoor de snaren, de romp, de volheid van het instrument, het lijkt er nog het meeste op dat een stukje dynamiek wordt ingeslikt door Sonus faber. Haast een te mooi resultaat en daarom net niet geloofwaardig.
Klassiek dan maar? Een fluitconcert van Mozart uitgevoerd door Sharon Bezaly en het Ostrobothnian Chamber Orchestra. Daar springt met middengebied opnieuw open met de fluit en de violen. Van zacht en teder naar krachtig en vol worden moeiteloos sprongen gemaakt. Klassieke muziek uit de Olympica II heeft uren en uren aangestaan met Classic FM van internetradio, een zelf geripte cd blijkt uiteraard vele malen beter te klinken en moeiteloos te boeien. De afbeelding van het orkest is voorbeeldig, de soliste maakt onderdeel uit van het orkest en is niet door de opname technicus te ver naar voren geplaatst. De afbeelding is uitermate realistisch en ik waan mijn ergens op rij zeven in een concertzaal, misschien zelfs wel in het Teatro Olimpico. Ik merkte het al eerder op, de Olympica II zet de verbeelding aan het werk.
Conclusie
Na stemmen, na jazz, na klassiek werk blijft de Olympica II overeind en weet met zijn fraaie klankkleur en rijkdom aan subtiel aangedragen detaillering mij als luisteraar te bekoren. De aanvankelijke rust die ik ervaarde en mij in het begin op het verkeerde been zette, heeft plaats gemaakt voor bewondering, waarbij de rust slechts met een enkele track als teveel wordt ervaren. Daartegenover staat dat de Olympica II geen moment in de weg zit tussen de muziek en mij, zelfs niet na uren en uren achter elkaar luisteren. Er ontstaat een luisterbubbel waarin het aangenaam vertoeven is.
Misschien trekt de Olympica II u niet naar het puntje van de stoel of zet u op scherp, het is een luidspreker die na een drukke dag een verademing vormt, niet stoort, niet irriteert, u tracht te strelen met klanken en het hoofd alleen nog vult met u favoriete muziek. Voor dreunen en sissen moet u elders shoppen, voor headbangen en snoeiharde rock idem. Voor een meer ingetogen muziekkeuze, Italiaanse verfijning, muziekbeleving tot in het hart en een zuivere klankbalans staat de Olympica II voor u klaar. Laat u niet foppen tijdens een eerste indruk, graaf dieper en langer in de muziek om de ware schoonheid te leren kennen. De Olympica II is geen opzichtig plastic fantastic opkomend sterretje, het is een Italiaanse diva die haar schoonheid in loop der jaren niet zal verliezen. Net zo min als het werk van Mozart dat nog steeds speelt en waar ik geen genoeg van krijg.
Sonus faber Olympica II
In walnoot of wengé € 4.299,- per stuk
Savor Audio | www.savoraudio.nl