De zoektocht naar een nieuwe platenspeler in de hogere middenklasse zal voor menig consument uitkomen bij de bekende merken in draaitafelland. Eén van die merken is natuurlijk Transrotor, dat met een eigenzinnig en vooral herkenbaar uiterlijk ook mag stoelen op jarenlange ervaring. Nog niet zo lang geleden introduceerde het merk een nieuw instapmodel platenspeler: de Max.
Het Duitse bedrijf Transrotor van Jochen Räke staat hoog aangeschreven bij veel audiofielen én muziekliefhebbers. Met iconische platenspelers als de Super Seven, de Fat Bob in al haar edities, de Orfeo en natuurlijk de exorbitant kostbare topmodellen als de Opollon en Artus heeft het merk vooral de Europese markt al vele decennia lang voorzien van analoog en esthetisch genot. Ook wisten de Teutoonse ontwerpers unieke oplossingen te bedenken voor lagering, aandrijving en het optimaliseren van meetwaardes van platenspelers. Een machtig stuk geschiedenis.
Instappen maar
Met de introductie van de Max platenspeler verlaagde de fabrikant de drempel voor geïnteresseerde vinyladepten. Met een prijskaart die -zonder arm- net boven 2000 euro begint en een uiterlijk dat menig kunstliefhebber nog aan zal spreken, is de Transrotor Max op papier een prima basis om op een hoger niveau van vinyl te kunnen genieten. Compleet met arm en element is de platenspeler verkrijgbaar vanaf 2850 euro. Die goedkoopste complete uitvoering werd door de importeur aangeleverd voor deze recensie.
Het bedrijf uit Bergisch Gladbach heeft voor het ontwerp van de Max goed gekeken naar de reeds bestaande modellen uit het eigen repertoire. Wie de Max zo ziet staan en het merk Transrotor kent, zal natuurlijk snel denken aan een compacte versie van de Fat Bob. Dat is ook niet verwonderlijk. Want ondanks het feit dat ook deze -oneerbiedig gezegd- ‘instap-Transrotor’ nog steeds een massaloopwerk is met een fraai gepolijst aluminium uiterlijk, lijkt hij ook best veel op zijn grotere broer.
Slim
Wie de Max van dichtbij bekijkt, ziet echter al snel verschillen. Allereerst is daar de compacte motor met een externe voeding met eigen schakelaar en twee meegeleverde snaren van verschillende lengtes. Net als die snaren vallen ook de twee mogelijkheden voor het inschakelen van de netspanning op. Waarom dubbel? Het antwoord zit verscholen in het chassis van de platenspeler, waarin een uitsparing is gemaakt om de motor buiten het zicht te plaatsen, onder het 7 kilo zware draaiplateau. De spanning inschakelen zou hier lastig zijn, als er geen extra schakelaar op de externe netvoeding zou zitten. Slim voor wie minder ruimte heeft om een platenspeler te plaatsen. Het draaiplateau zelf is aan de onderkant voorzien van uitgefreesde ringen, om een nog betere gelijkloop te garanderen. Bovenop het draaiplateau zit een zwarte schijf uit acrylcomposiet, waarop het vinyl rust tijdens het spelen.Â
Als lager wordt voor de basisuitvoering van de Max een messing/staal-combinatie toegepast. Het uit massief aluminium vervaardigde chassis bezit twee paar uitsparingen. In het geval van de complete basisuitvoering is één set uitsparingen gevuld met twee buizen, waarop de armbasis gemonteerd is. Wie een tweede arm met element toe wil passen, schaft gewoon een tweede toonarmbasis aan, die door Transrotor in zowel een 9 inch als een 12 inch uitvoering geleverd wordt. Het chassis rust op drie ronde aluminium pootjes en weegt zelf zo’n 16 kilo, compleet weegt de glimmende speler ongeveer 20 kilo. Een bijpassende platenpuck, afstel- en onderhoudsmaterialen en natuurlijk witte handschoenen mogen ook bij de Max niet ontbreken.
De door Transrotor toegepaste toonarm is de inmiddels welbekende TR-800-S, afkomstig uit de Jelco fabriek met de SA-250-S als basis. Deze s-vormige arm is voorzien van de voor Jelco typische ophanging en maakt het wisselen van headshells eenvoudig door de toepassing van een (SME) bajonetsluiting. Transrotor levert een fraaie armkabel mee.
Het element dat met de basisuitvoering van de Transrotor Max wordt meegeleverd is een Goldring Elektra MM-element. Dit element is voorzien van een elliptische naaldvorm en levert een output van maar liefst 7 mV, wat hem geschikt maakt voor veel phono voorversterkers.
Typisch Transrotor
De afgelopen jaren hebben al meerdere Transrotor platenspelers in mijn luisterruimte gelogeerd voor een recensie. Het opbouwen en afstellen van de Max was dan ook een peulenschil, maar zou dat ook zijn voor wie dat minder vaak doet. Typisch voor Transrotor, zelfs een afstandhouder voor de juiste positie van de motor ten opzichte van het draaiplateau wordt meegeleverd. Wie de motor niet in het zicht wil hebben, gebruikt de korte snaar en positioneert de motor vrijstaand in de uitgefreesde opening van de basis.
Het draaiplateau zakt makkelijk over het geïnverteerde lager heen en kan ook weer eenvoudig worden verwijderd, bijvoorbeeld om de snaar om te leggen voor 45 toeren. Wie van toerental wil wisselen zonder het draaiplateau af te moeten nemen, gebruikt de motor extern of voegt één van de optionele externe motorvoedingen toe met toerentalregeling. Want ook mogelijkheden tot upgraden van platenspelers is typerend voor Transrotor.
De speler werd aangesloten op een NAD M12 voorversterker, er werd tijdens de recensieperiode gewisseld met diens interne phono voorversterker en een externe Goldenote Phono 1. De NAD M22 eindversterker stuurde Blue Note (tegenwoordig heet het merk Gold Note) Reale luidsprekers aan via Kimber Kable 8TC luidsprekerkabels. Onderling zijn de componenten verbonden met AudioQuest Earth en Water bekabeling en de stroomvoorziening wordt geleverd via een aparte stroomgroep bestaand uit Chord, HMS, PS Audio en Cassiopeia onderdelen.