Het is wonderlijk om te zien hoe vliegtuigen een bijzondere aantrekkingskracht hebben op videofilmers. Nederland telt genoeg mogelijkheden om ze onbeperkt met de camera te kunnen spotten. Richard Helwig ging op onderzoek.
In één van de vorige artikelen in Video Emotion besteedde ik al even aandacht aan het zelf spotten van vliegtuigen op video (‘Cameravriendelijk of niet…’). Dit onderwerp kwam toen als ‘zeer geschikt’ uit de bus. Redenen genoeg om daar in dit artikel meer de aandacht op te richten. Mis de kans niet om een vliegtuig beeldvullend en met ronkend lawaai op de kijker over te brengen. Het is gaaf!
Technische problemen
Doorgaans wordt in educatieve videoboeken uitgebreid stilgestaan bij het maken van opnamen van een landschap of evenement, maar zelden bij het vastleggen van bewegende vliegtuigen op de grond of in de lucht. In theorie lijkt het simpel, maar in de praktijk zul je al snel tegen de nodige technische problemen aanlopen. Want hoe groot is de kans dat je met onderbelichte opnamen wordt geconfronteerd als de camera naar boven wordt gericht? En hoe hou je de scherpte in de gaten van een dergelijk object dat zich constant verplaatst? En niet onbelangrijk: hoe hou je die beelden nog een beetje stil?
De meest bekende plaatsen om vliegtuigen en de bedrijvigheid eromheen te spotten zijn die vanaf de panoramaterrassen op de luchthavens.
Helder blauwe lucht
Onderbelichte opnamen worden meestal veroorzaakt doordat de camera het licht gemeten heeft van de omliggende, helder blauwe lucht. Het vliegtuig wordt al gauw te donker. Kies in die gevallen voor een handmatige belichting. Bij veel camera’s is die optie diep in het menu weggestopt. Bekijk voordat je begint, hoe je deze functie vlot kunt bereiken. Een vliegtuig stijgt nu eenmaal in een aantal luttele minuten op. Wacht even af als de situatie niet optimaal is. Op een licht bewolkte dag kunnen een paar minuten al een groot verschil maken. Op zwaar bewolkte dagen is het licht minder en neemt de intensiviteit van de kleuren aanzienlijk af. Het beeld wordt vaal en somber.
Toevalstreffers
Al die opnamen zijn in feite toevalstreffers. Je moet geluk hebben om niet te worden geconfronteerd met tegenslagen. Het is immers vooraf niet bekend met welke omstandigheden je te maken krijgt. Experimenteren met de instellingen is niet alleen leuk om te doen, maar zorgt tevens voor de nodige leerzame uurtjes. Hou het luchtig. Er is geen voorgeschreven waarde te geven voor de beste instelling. Verwacht niet dat de automatische belichting en scherpstelling zaligmakend zijn. Als videofilmer bepaal je voor het grootste gedeelte nog steeds zelf hoe het beeld op het scherm zal verschijnen. De meest geschikte instelling wordt onder meer bepaald door de omstandigheden, het beoogde creatieve effect en de compositie.
In de rug
Een simpele, maar belangrijke stelregel is om te proberen de zon in de rug te houden. Heb je de zon recht in de lens… dan blijft het een kansloze missie! Het wordt moeilijk om dat met redelijke montagesoftware enigszins te corrigeren. Probeer in dat geval een ander standpunt in te nemen. Lukt dat niet: belicht de achtergrond op de juiste manier en belicht het vliegtuig onder. Zodoende wordt een silhouet verkregen. Het levert een sterk beeld op. Maar het onderwerp moet nog wel als zodanig te herkennen zijn. Pas het spaarzaam toe om verveling bij de kijker te voorkomen. Naarmate de dag vordert en het donkerder wordt, zal de camera veel moeite hebben om een acceptabel beeld te krijgen. De beeldruis zal stevig toenemen.
De beste manier om een vliegtuig van zeer dichtbij op te kunnen nemen is wanneer je op vakantie gaat en er geen gebruik wordt gemaakt van een vliegtuigslurf. Zoals bij deze opname op de luchthaven van Inverness (Schotland). Hou je camera in de aanslag bij het instappen!
Beeldkaders
Het opnemen kan grofweg in drie beeldkaders gebeuren. In een close shot wordt het vliegtuig in een concreet karakter geplaatst. Er wordt een beperkt onderdeel getoond (zoals een schroef in een wiel). Alle aandacht van de kijker richt zich op de details die zijn losgemaakt uit de omgeving. In het mediumshot worden minder details op de kijker overgebracht. De relevante kenmerken van het onderwerp staan centraal in relatie tot de naaste omgeving (bijvoorbeeld een paar raampjes, de motor of de staart). Het staat tussen het close shot en het wide shot in. Een overzicht van het geheel van onderlinge verhoudingen wordt bewerkstelligd met het wide shot. De kijker krijgt in de vorm van een overzicht weinig detail te zien. Het is abstract van karakter (bijvoorbeeld een platform vol met vliegtuigen).Â